HWP, de club die de successen van het Eerste, Tweede en Derde KNSB-team van vorig seizoen, in een prachtig vormgegeven jaarboek, breed uitmeet, kwam er met hun N2-team wonderlijk genoeg weer niet aan te pas. Vorige keer was de overwinning nog ruimer met 5½ punt in de mooiste schaaklocatie van Haarlem. Op basis van de rating zou je eerder uitslagen in de buurt van 3-3 verwachten. Ze moeten daar wel een hekel aan ons krijgen. Jammer dat Leo Littel verloor, ik zag hem met weinig tijd op de klok tegen Bart de Valk. Van de eerste borden heb ik weinig gezien, behalve de koningen die verschenen op het midden van het bord aan het eind van de partij en dan allemaal aan de goede kant. Naast mij was Frans Arp aan het matzetten zag ik nog wel.
Op bord 5 speelde invaller Keimpe Knijft een zet of 20 theorie in de Sveshnikov-variant van het Siciliaans. Hij is een eigenaardige speler. Zijn spel lijkt wat passief en dan haalt hij ineens tactisch uit. De winst op Mink Muskens, een jonge actieve speler, die in het eerder genoemde jaarboek een leuk verslag schreef over zijn toernooi in Reykjavik, maakt een krachtige indruk. Ik heb toestemming om wat commentaar toe te voegen.
Loek Veenendaal won op bord 2. Aan het eind van de partij geeft wit een onzinnig schaak met een ongedekte dame. Kan alleen in totaal verloren stelling met een paar seconden op de klok. Deze truc kostte me ooit tegen Richard Duijn in een vluggertje het punt door snel de koning te zetten, omdat je het vluchtveld na normale zetten al gezien hebt.. Sindsdien heeft die duivelse truc een naam, maar misschien heeft Richard het ook van een verdorven trainer geleerd…
Loek geeft na de opening commentaar:
Op bord 4 moest ik het met zwart opnemen tegen de sterke Peter Beerens. Met nauwkeurig spel, pionwinst en grip op de stelling leek er niets aan de hand voor mij. Toch ging de partij bijna verloren in de tijdnoodfase. De laatste blunder kwam van wit…
Frans Arp op 3 en bezig aan zijn 4e jeugd bij benadering, bracht na een torenoffer ondekbaar mat op het bord na 34 zetten. Het motief : Witte loper op f6, zwarte koning op g8 en mat over de h-lijn. Reconstructie van de partij, waarin zwart best wel goed stond, bleek onmogelijk, maar administratie is dienend en levert niet meer dan het volle punt. Ik ben altijd jaloers op de schijnbare lichtheid van zijn spel.
Colleen Otten trof Enno Noordhoff aan het eerste bord en stond rond de 20e zet -4 of zo volgens de opperbaas Stockfish. Zie wat er gebeurt, met als hoogtepunt het diagram met de Mega Mindy op a8.
De rating in onderstaande tabel is nog van het begin van het seizoen.
14 bordpunten, de opbouw 4×3½ zou gunstiger zijn voor ons.
In deze grillige poule kan elk team van elk team winnen, door invallers en wisselende spelers.
Ook dit jaar organiseert Het Spaarne weer een van de voorrondes van de Schaak-Off.
De Schaak-Off is een landelijk toernooi georganiseerd door de KNSB, speciaal voor iedereen die wel heel veel van schaken houdt, maar nog niet zo veel ervaring heeft met club- of toernooischaken.
Meedoen aan de Schaak-Off is een uitstekende kans om kennis te maken met het competitieve schaken, en om nieuwe mensen te ontmoeten! De winnaars van de voorrondes gaan door naar de regionale finales en misschien zelfs de landelijke finale in De Bilt!
Een partij uit één stuk heb ik geloof ik nooit gespeeld. Aan mijn betere partijen zat altijd wel een smetje; een slordigheidje of een onbegrip. Dat is voor de meesten van ons wel van toepassing denk ik, maar het betekent natuurlijk niet dat je slecht gespeeld hebt. Schaken is te moeilijk. Foutloos spelen gaat gewoon niet. Daar heb ik me allang bij neergelegd.
Veel interessanter zijn in feite de begrippen Vorm en Inspiratie, want welk niveau je ook hebt, je doet het de ene keer beter dan de andere. Het is wel te vergelijken met het componeren van muziek of het schrijven van een boek. Soms heb je een aardig idee, en lukt het maar niet om de juiste noten of woorden op papier te krijgen. Er verdwijnen propjes in de prullenbak; halve aria’s worden doorgekrast. Er ontbreekt iets. En het ligt niet aan je techniek, want die heeft je al vaak genoeg goede diensten bewezen.
Ik heb een tijd gedacht dat het een tekortkoming van me was, maar gaandeweg werd me duidelijker dat de meeste mensen er last van hebben. Mindere en betere dagen hebben we allemaal.
Hoe komt dat nou eigenlijk? Waarom kun je niet steeds op hetzelfde niveau blijven presteren? Ik denk, omdat er in ons niet echt een vast punt is, van waaruit we telkens vertrekken. Een mens is geen entiteit, maar opgebouwd uit verschillende varianten van zijn of haar persoonlijkheid.
En het is niet altijd even duidelijk welke variant er aan de beurt is onder wisselende omstandigheden. Al te erge dips zijn door studie wel te vermijden, maar ook grootmeesters spelen soms slechte partijen.
Ik speelde een paar seizoenen terug in het tweede en scoorde dat seizoen 4,5 uit vijf. In het volgende seizoen speelde ik in het derde en verloor tweemaal achter elkaar van spelers met een lagere rating. Was het gemakzucht of onderschatting? Ik begreep het zelf niet helemaal; waarom gebeurde dit ineens?
Op het internet idem dito. Soms gaat het een hele tijd goed, en blijf je maar winnen. Dan ineens kan het weg zijn en verlies je de ene na de andere pot, alsof je de grip plotseling kwijt bent.
Het helpt niet altijd om bij jezelf op zoek te gaan naar oorzaken; soms kun je wel iets aanwijzen, maar vaak ook helemaal niet.
In de jaren tachtig werd in Amsterdam een toernooi gehouden in het Carlton Hotel. De speellocatie was aan de Singel vlak bij de Munt. Toen ik daar een keer voorbijkwam zag ik toevallig Gary Kasparov naar buiten komen met een blik in zijn ogen alsof hij door het inferno was uitgespuwd.
Hij mompelde duidelijk hoorbaar zoiets als: “Why do I have to lose to this idiot?” en was daarna razendsnel uit het gezicht verdwenen.
In november en december wordt op zes vrijdagavonden en een zaterdagmiddag het Open Kampioenschap van Hillegom gespeeld in Eetcafé Zomerzorg.
Dit jaar is het wat zwakker bezet en ook het aantal leden van onze club dat meedoet valt wat tegen. Colleen Otten, Sander Schilthuizen en Frans Arp, om een paar namen te noemen, hebben ooit meegedaan, maar dit jaar moet het van Leo Littel en mij in de A-groep en Bert Bergshoeff en Richard Breurkes in de B-groep komen. De strijd is open en er zijn al enkele verrassende uitslagen genoteerd.
De derde ronde is gespeeld en wij doen het goed. Het dubbellid van Het Spaarne, Richard Breurkes, speelde in de 3e ronde deze woeste en inspirerende aanvalspartij. Ik heb commentaar toegevoegd.
Bert Bergshoeff doet ook al heel lang mee. (Hoeveel jaar Bert?)
Zijn partij, die hem op 2½ uit 3 brengt:
En dan komen we bij Leo Littel. Onze nachtelijke wandelingen door verlaten Hillegom terug naar het nog verlatener station, om diep in de zaterdagochtend thuis te komen, ik in Haarlem, hij nog verder in Amsterdam zullen we maar legendarisch noemen. Hij nestelt zich met twee winstpartijen in ronde 2 en 3 (+ bye in de eerste ronde) in de top. Dit is zijn partij tegen Martin Zegstroo, een oude bekende van Leo.
Ach, we zijn nog niet op de helft, er staan sterke spelers onder ons en eerste gewin is kattengespin, maar het vertoonde spel geeft hoop op een hoge klassering.
Mijn partij uit ronde 2. Na een overwinning in ronde 3 sta ik ook op 2½ punt.
Een verslag van de rest van het toernooi en hoe het na deze cliffhanger verder met de helden gaat, zal volgen.
Mijn partij was bijna ten einde maar dat wist ik nog niet. Ik keek opzij, Loek en zijn tegenstander schikten de stukken terug in de beginopstelling. Partij afgelopen. Loek zette de witte koning op e4. Ik stond op en fluisterde: de zwarte koning moet toch op e5 staan? Nee, ik heb gewonnen. Het ging me opeens dagen: oh…. het was mat! Ja, met toren d5. Hij zei het niet achteloos, eerder verheugd, enigszins opgewonden (de ultieme gamechanger, met een Duits tintje, tenminste als je als voetballiefhebber nog steeds gelooft dat Duitsers altijd in de laatste minuut scoren). Een goede journalist zou nu de vraag kunnen opwerpen: is Loek Veenendaal een Duitser? Of: zijn jullie er blij mee om een Duitser in jullie team te hebben? (Leeft Horst Blankenburg nog?) Tegenargument: maar Loek is wel een goede Duitser! (Ik heb niets tegen Duitsers of tegen Duitsland, ondanks de opvattingen die een rabiate Oostenrijker met een vermeende micropenis een eeuw geleden meende erop na te moeten houden aangaande het voortbestaan van zes miljoen … (nou ja, vult u maar in).
–0–
Een halve middag had Loek aangekeken tegen een rampzalige stelling: twee pionnen achter, nadat hij een tactische grap van tegenstander Pasti in het vroege middenspel had overzien. Ik feliciteerde hem met een schouderklop en besloot om nooit meer te zeggen dat te lang doorspelen in verloren stelling irritant kan zijn. Of heb ik dat nog nooit gezegd?
Loeks onverwachte zege bracht de dolle toren van Aad de Bruijn in herinnering, in het vorige seizoen tegen ’t Saense Paard, maar toen ging het slechts om een halfje, niet om het volle pond, want dolle torens ontlenen hun kracht slechts aan de kans op een smadelijk of zegenrijk pat. Loek werd dan niet de matchwinner – dat werd invaller Yashin van Kesteren op bord 7 -, maar het onverwachte einde van zijn partij maakte achteraf wel het verschil. Anders waren we misschien zonder matchpunten weer uit Alkmaar vertrokken.
–0–
Alles bij elkaar genomen werd het op zaterdag 22 november een enerverende wedstrijd tegen De Waagtoren 3 in wijkcentrum Overdie, waarin schaken, hoe vaak ook beoefend door onkundige handen als de onze, als sport/ spel/ kunstvorm zijn veelzijdigheid kon etaleren, met als zevenklapper het spektakelstuk dat Yashin van Kesteren en tegenstander Daan de Vetten tevoorschijn toverden.
Colleen Otten opende de score in het voordeel van Het Spaarne. Snelle zege. Op bord 1 versloeg ze met de witte stukken tegenstander Van der Hauw in een gesloten Siciliaan:
Frans Arp bracht de stand zelfs op een riante 0-2, al moet gezegd dat zijn troepen er lange tijd redelijk beroerd aan toe waren. Twee zwarte paarden dresseerden zich de witte koningsstelling in en confisqueerden pion g2, toen Frans had verzuimd 22. g3 te spelen. Het was moeilijk uit te rekenen. Daarna werd het zwarte paard plotseling gevangen na een blundertje van formaat (Df7-h5). Einde partij (een paardoffer op e4 had zwart nog wel in gevecht hebben kunnen houden).
Dan bord zes: Aad de Bruijn speelde een interessante partij, maar verspeelde een halfje door zijn dame in de schoen van tegenstander Buitink te leggen. Jammer! Tandenknarsend haalde hij zijn partij ’s avonds door de enginemolen.
Ikzelf speelde op bord twee een gambietachtige variant die tegenstander Alvarez enigszins slapjes behandelde. Ik kwam een tikkel beter uit de opening, maar was vervolgens zo vriendelijk om pion h7 in de aanbieding te doen. Er was wel enige compensatie die mijn engine achteraf op een halve pion inschatte. Maar toch, het onbedoelde Sinterklaascadeau voelde als een rode kaart vroeg in de wedstrijd. En probeer dan maar eens de remise over de streep te trekken. Wits voordeel sloop enginetechnisch op naar meer dan 1.0 tegen de veertigste zet aan, maar toen beging tegenstander Alvarez een slordigheid die mij terug in de wedstrijd bracht.
Een analyse met Alvarez kwam er niet van. Terug de speelzaal in met een drankje. De tussenstand was inmiddels 3-4 (Leo Littel had verloren op bord acht, Paul Ruber remiseerde op vier). Yashin van Kesteren was nog bezig. Kon de vis op het droge brengen. In een toreneindspel werden de zetten herhaald. Remise. En twee matchpunten in de tas terug naar huis. Voor die puntendeling werd beklonken, ontvlamde de partij in een spektakelstuk, met een paardoffer van wit en een dame-offer van zwart, al was het eigenlijk een schijnoffer. Kijkt u mee:
Door deze nipte zege staat Spaarne 1 zelfs bovenaan in klasse 4D. Hopelijk gaat er nu niemand uitgebreid filosoferen over een kampioenschap, of promotie naar de derde klasse. Van uw verslaggever hoeft dat niet, ofschoon gezonde ambitie in het schaken mij niet vreemd is. De sterkste teams moeten we nog ontmoeten. Voor degradatie hoeven we met zeven matchpunten in ieder geval niet bang te zijn. Voorlopig zitten we riant op het pluche. Het pluche van de niet-degradant.
Op de clubavond van 20 november 2025 zat de zaal vol. Naast de interne partijen kwamen twee teams op bezoek, Zandvoort N2 voor ons Het Spaarne N2 en Schaakmat uit Zuid-Scharwoude voor de Gouden Beker. Ik ben niet echt verguld met de term “Gouden Beker”. Het doet mij denken aan winnaars die, voor de foto, hun tanden in een gouden medaille zetten. Mooi niet.
Het Spaarne N2-zestal verloor helaas met 2-4.
Ons bekerviertal won met 3-1 door nogal eenvoudige overwinningen van Frans Arp op bord 3 en Aad de Bruijn op bord 4 met remises aan de twee topborden.
In de partij van Frans kwamen de scherpste varianten niet op het bord, maar het zwarte overwicht aan ervaring gaf snel de doorslag. Het commentaar is van Sander, (S) en Aad, (A) in de notatie.
In mijn eigen partij was het snel afgelopen, omdat zwart zijn vleugel liet opsluiten. Het motief is bekend, maar zwart vond geen goede oplossing.
Van Loek Veenendaal op bord 2 volgt hier zijn commentaar in dit partijfragment:
Sander Schilthuizen speelde op bord 1. En weer “Back to Black” (Amy Winehouse). Hij lijkt zijn zwart-repertoire goed op orde te hebben met zo nu en dan een frisse impuls. Het partijverloop was niet vlekkeloos.
Bij bovenstaande uitslagen zijn de ratings aan het begin van het seizoen vermeld. De nieuwe ratings bij de annotaties zijn van 1 november 2025.
Verslag;: Aad de Bruijn, commentaar bij de partijen Sander/Aad.
Recente reacties