Woerden 2 – Spaarne 1 3,5-4,5 Erop of eronder

In Woerden was het erop of eronder tegen medekeldergigant Woerden 2. Voor uw verslaggever was het de eerste partij in klasse 4D sinds begin november vorig jaar.

(Chips eten in Woerden, een klein genoegen na afloop.)

Ik was voor de verandering als eerste klaar en kon daardoor de situatie op de andere borden goed volgen.

Midden op de middag gaf mijn tegenstander (Julien Rentrop) pardoes op. Niet omdat de stelling opgave niet rechtvaardigde, hij stond inmiddels een stuk achter, maar toch, opeens steekt je tegenstander de hand uit, op een moment dat je het net niet verwacht. We analyseerden de partij in een zijzaaltje en overzagen allebei een grappige tactische wending. Mijn tegenstander had een loper op b7 en een paard op c6. Hij had na Pc3xd5 terug kunnen slaan met de dame (Dd8xd5). Mijn engine liet het ijskoud zien:  ….. Dd8xd5, Pf3-g5 (met matdreiging op h7 vanwege een dame op c2 en aanval van Lg2 op de dame), Dd5xg2+!, Kg1xg2, Pc6-b4+ en zwart wint zijn dame terug (Pb4xc2). Overzien door beide spelers. Daar kan geen elo-opwaardering tegen op. (Kunt u het nog volgen zonder diagram?)

Daarmee kwam Het Spaarne op een 1-0 voorsprong. Buiten bezong de zon niet eens verraderlijk de eerste lentedag, ik moest binnenblijven en keek langs de borden. We stonden er niet goed voor. Op vier borden stond het om en nabij gelijk (Colleen Otten op bord 1 met wit tegen Leen de Jong (1939), Paul Ruber (1968) op bord 2 met zwart tegen Wijnand Groenen (1846), Loek Veenendaal (1936) met wit op bord 3 tegen Henk de Heer (1849), Fer Mesman (1792) op bord 8 met zwart tegen Annie de Jong-Meijer (1759).

(Uw verslaggever lijkt welhaast een ratingfetisjist, maar het zijn gedenkwaardige jaartallen: Nederland, een jaar na Thorbecke’s grondwet, de studentenstorm in Parijs, het enige volle jaar van Euwe’s wereldkampioenschap, Einsteins relativiteitstheorie en Hitlers machtsovername (mijn nieuwe speelsterkte, verdomme)).

Alleen Aad de Bruijn (1905) had meer dan een plus (een goede tegen een slechte loper, maar ja, wat ging hij doen tegen de opmars f4-f5?). Frans Arp (1911: Kamerlingh Onnes ontdekt supergeleiding bij extreem lage temperaturen (Nobelprijs voor natuurkunde, 1913)) stond een pion achter in een loper-eindspel (verloren?) en Jan Vos (1872), die Leo Litttel (1840: van a space odyssee naar de tijd van Marie Antoinette en terug naar de Romantiek – het kan erger / helaas is Beethoven al dood, maar daarna ….. daarna lonkt het belle epoque en terug die fucking 20ste eeuw in,  brrr, liever niet, Leo!) verving, had een veelbelovende aanvalsstand omgetoverd zien worden in een eindspel van paard tegen loper, met een pion minder (tegen Willem Vink, 1743). Even later waren het er al twee. Jan moest helaas opgeven: 1-1.

Teamcaptain Frans Arp zat met de zwarte stukken te zwoegen op bord zes. Pion verloren in het vroege middenspel. Veel afruil van stukken was voorbijgekomen en nu zag het er niet best voor hem uit. Zijn tegenstander (Chris Klaassen, 1837) had een mooie vrijpion op c5.

Colleen Otten (1971) kwam overleggen: ondanks een pluspion bood haar stelling op bord 1 niet meer dan remise door zetherhaling. Ze had een kreupele loper op c1 die nog geen pas had gedaan sinds de eerste zet. Dan maar remise. Aad de Bruijn had inmiddels een iets grotere plus, maar hij zat krap in de tijd.

Ik zag Frans Arp resoluut de opgestoomde witte pion van het bord slaan. Loperoffer (Lxc6), met als resultaat een theoretische remise: kale koning tegen randpion en loper van de verkeerde kleur. Oef! Dat scheelde een slok op een borrel.

Loek Veenendaal ging op bord 3 in de denktank toen zijn tegenstander bijna a tempo Dc6-a4 speelde. Wat nu? Een stelling met ongelijke lopers (Lg7 versus Lf1), ieder twee torens en een dame, en ieder ook nog een trits pionnen op de koningsvleugel. Lf1xTa6 kon niet vanwege dame-verlies (Lg7-d4), met de witte dame op f2 en de koning erachter (g1). Na overleg nam ook hij remise.

Drie partijen gaande. Fer Mesman had op bord acht een niet onriant eindspel (toren+loper tegen toren+paard). Wie stond beter? Misschien wel Fer. Hij zat echter krap in de tijd.

Aad de Bruijn sloeg zich met zwart door de tijdnood heen, maar verspeelde zijn voordeel. Zijn tegenstandster besloot met haar dame tot een dwaaltocht in Aads stelling langs de open c-lijn, waarop hij hetzelfde wilde doen door de witte damevleugel open te breken met a5-a4. De witspeelster blunderde met b3xa4 en op slag werden de bordjes verhangen. Aads dame drong binnen via a2, de witspeelster (Marjolein Theunissen) kon stukverlies niet voorkomen: 2.5-3.5.

Nog twee partijen gaande. Allebei remise-achtig. Paul Ruber had zijn stelling inmiddels weten te reduceren tot een eindspel met ongelijke lopers, maar was het ook echt niet verloren? Fer Mesman verzuimde vlak voor de veertigste zet een vork te plaatsen waarmee hij stukwinst binnen zou harken; hij overzag het niet meer. Stress, stress, tijdnood. Desalniettemin: remise. Ik benoemde hem ietwat voorbarig tot matchwinner.

Enige spannende minuten volgden nog, kijkend naar de stelling op Paul Rubers bord. Zijn tegenstander kon met de koning damevleugelpionnen gaat eten op zwarte velden (a7-b6-c5), maar die dreiging bleek een storm in een glas water. Na Kxa7 zou wit geen kant op kunnen. Zwart speelt simpelweg Kd8-c7 en sluit daarmee de witte koning af. Remise.

Eindstand: 3.5 – 4.5. Verdiend? Ik weet het niet. Het was in ieder geval de eerste overwinning in bijna twee seizoenen. Vorig seizoen verloren we alles (in de 3e klasse) en dit seizoen was er alleen nog maar een gelijkspelletje. Er zijn dus nog twee kansen voor behoud in de 4e klasse, los van de laatste wedstrijd die Woerden 2 gaat spelen.

We houden het klein en nemen nog een pluk chips, meer niet.

Sander Schilthuizen

N3 ongeslagen in Hillegom De Uil N3 - Het Spaarne N3 2-4

Maandagavond speelden we tegen De Uil. Net als tegen De Vennep spelen we dit seizoen met al onze teams tegen alle teams van De Uil. Meestal verliezen we de wedstrijden tegen De Uil na een spannende avond met een klein verschil, maar dit keer wonnen we. Het zoetst zijn de overwinningen waarbij niemand van het team verliest en ook dat gebeurde: winst voor Frank en Robert, de rest speelde remise.

Om met mijn eigen partij te beginnen, die was al om kwart over 9 klaar. Veel gemanoeuvreer, afruilen van de dames en nog wat materiaal en dan een remise-aanbod op zet 21, tja, dat sla je niet af.

Het voordeel was dat ik daarna veel gezien heb van wat er op de andere borden gebeurd is. De eerste partij die de aandacht trok was die van Wim. Wim had al eerder zijn frustratie geuit dat hij weer zo stom was geweest om in de opening een pion te verspelen, maar kwam nu blij vertellen dat hij hem weer terug had. Ik keek even naar de stelling, het was na zet 14 van zwart, en vroeg me af of hij wel wist dat-ie een stuk achter stond. Hmm, die opmerking hield ik maar voor me en inderdaad was het gepende paard op e4 voor het grijpen al had wit mogelijk nog wel een betere verdediging in huis dan wat nu op het bord kwam. Wijsheid achteraf (en met hulp van de computer) is dat Wim op zet 15 met Dh4+ de winst binnen bereik had kunnen hebben, maar de stelling was wel erg ingewikkeld. De ruil op e5 pakte eigenlijk slecht uit en na de dappere zet 19. … Lxf1 kwam wit vol binnen op h7 voor een verwoestende aanval op de koningsstelling. Hij koos er echter voor om de dames af te ruilen, waardoor de torens van zwart zeer actief kwamen te staan. Mooi moment voor een listig remise-aanbod en dat werd geaccepteerd. De stand was nu 1-1.

Intussen waren op de borden van Frank en Rykle gunstige stellingen ontstaan, had Robert het een beetje moeilijk en speelde Noud een niets-aan-de-hand partij.

Bij de partij op bord 5 had Frank ondanks materiële gelijkheid voortdurend een groot overwicht, maar na torenruil op g3 (zet 29) zou dat voordeel toch vervlakt zijn en had ik het nog moeten zien. De situatie veranderde dramatisch na 29. … Td8, waarmee zwart een volle toren verblunderde en daarna spoedig opgaf, 2-1.

Op bord 4 was Rykle een moeizame openingsfase tegen de altijd lastige toernooitijger Gerard Draaisma goed doorgekomen en hij won plotseling een stuk met de bijna á tempo uitgevoerde zet 22. … c6. Vervolgens leek de partij moeiteloos naar winst te worden uitgeschoven, maar na de 37e zet van wit ontstond een complexe situatie. Ik moet zeggen dat ik als toeschouwer maar één zet zag: 37. … Le3+, maar dat had het grote voordeel in één klap weggegeven. De oplossing die Rykle koos, 37. … Td8, was nauwelijks beter, want de vrijpion op de d-lijn kan niet verzilverd worden en de stelling met één pion minder kan wit waarschijnlijk wel overleven. Niet onverstandig dat hij korte tijd later toch maar berustte in remise. Nog een stukje computerwijsheid: de winnende zet was 37. … Tc1+. Na nog een schaakje op c2 kan de promotie van de witte d-pion worden voorkomen met een zet als Lc7. Nog een hele operatie hoor, je moet het allemaal maar zien.

Noud had al eens bij mij geïnformeerd hoe de stand in de wedstrijd was en ik had hem gezegd dat hij niet te grote risico’s moest nemen en dat remise OK was. Daarom ging hij zetherhaling niet uit de weg ondanks dat hij een licht betere stelling had. Nuttig halfje en de stand werd zo 3-2 voor ons.

Als laatste was Robert nog bezig. Die speelde zoals gezegd een moeizame partij. Ik had het prima gevonden als hij het remise-aanbod, dat hij desondanks kreeg, had aangenomen, maar Robert rook bloed en wilde doorvechten voor winst. Ieder ander zou op de 26e zet waarschijnlijk exf3+ hebben gespeeld, maar hij koos na enkele pionzetten voor het riskante 28. … Ld8 en kwam zo zelfs een pion achter. Terwijl de vermoeidheid vat kreeg op de tegenstander (de witte toren hopte maar doelloos op en neer over de d-lijn) werkte Robert zet voor zet aan een tegenaanval en sloeg uiteindelijk na een kleine onachtzaamheid toe op zet 49, winst en 4-2!

Zo kwam er een mooi einde aan onze vijfde wedstrijd, het was pas de tweede overwinning, dus verdere illusies hoeven we niet te hebben in dit seizoen. We kijken alleen nog uit naar de laatste wedstrijd, thuis tegen Hoofddorp, maar dat is pas in april.

 

 

 

 

Het zwarte stukken collectief Combiteam KL - Volendam ½-7½, verslag door Paul Neering

Wat gebeurde er op zaterdag 3 februari op de GSV locatie, Schubertlaan 37 te Heemstede? Een KNSB ronde zoals er vele zijn geweest vol gepassioneerde schakers maar deze ronde was toch anders dan de andere. En dan bedoel ik degene die met de zwarte stukken speelden voor het Combi team. Een mysterieuze invloed tussen de spelers op de borden 1, 3, 5 en 7 die met elkaar een onderling verbond moeten hebben gesloten om tijdens de rust met 0 – 4 achter te staan. Degelijke openingen zoals een Spaanse en Caro Kann en een Siciliaan kwamen daar op de borden dus daar lag het niet aan. Als eerste was daar op bord 3 Bré de Roo, die zei een stuk te hebben verloren na amper 30 minuten spelen. De zeer getalenteerde speler die een hoge rating heeft op Chess.com maar met weinig ervaring aangaande de klassieke variant van 40 zetten bedenktijd in 90 minuten nam te snel een centrumpion in de opening waarna witspeler Jan Veerman eenvoudig met een loperzet tegelijkertijd twee paarden kon aanvallen waarvan er één moest vallen zonder enige compensatie. Diepe zucht bij Bré die nog wel doorspeelde maar kansloos ten onder ging. Direct daarop onze dirigent Pim Abbestee, steun en toeverlaat van de laatste externe wedstrijden als puntenpakker, die meteen had opgeven. Gaf pardoes zelf een paard cadeau op veld e5. Witspeler Nico Koning wreef nog even in zijn ogen, keek in het rond waarbij kleine lachrimpeltjes verschenen en nam het paard. En toen er twee zetten later er ook nog met dreiging ontstond op veld h7 was het genoeg.

Maar niet voor uw verslaggever/non-playing teamcaptain. Want 30 minuten daarna, onze onvolprezen 1e bordspeler Theo Kroon, met de mededeling dat ook hij een vol stuk had weggegeven. Geen geldige reden, niet gedwongen door subtiel spel van de sympathieke Volendam speler Jan Tol, maar gewoon in een wat mindere staand beginnend middenspel. Maar de gifbeker was nog niet leeg. Na een korte periode rust te hebben gehad kreeg ik net het verbluffende nieuws dat ook Henk Post een stuk had geblunderd. Weliswaar stond tegenstander Jan Veerman (andere Jan) beter, maar toch. Hier waren dingen gaande waar ik als teamcaptain krachtig tegenop moest treden. Dus tijdens de rust heb ik de witspelers bij elkaar geroepen en hen de boodschap gegeven alles op alles te zetten om nog een gelijkspel te veroorzaken. Onze witspeler Sybe Terwee op bord 6 nam het letterlijk op en ging er vol voor en won door een prachtige combinatie een dikke pion op veld e5.

Tegenstander Henk Veerman (andere Veerman) ging er nog eens goed voor zitten en probeerde tegenspel te creëren met twee verbonden vrijpionnen op de damevleugel. Moeilijke stelling en Sybe nam daar de tijd voor om de plus vast te houden. Te veel tijd want zet 40 moest nog worden gespeeld en toen kwam het besef dat er een nul moest worden genoteerd wegens tijdsoverschrijding. Sybe vervloekte de goden en verliet geëmotioneerd, met slaande deuren, de speelruimte. Kwam nog wel even terug, feliciteerde zijn verbluffende tegenstander en vertrok definitief. Even trilde de zaal nog na en uw teamcaptain nam zich voortaan voor wat rustiger aan te doen tijdens de bespreking in de rust. Het team heeft reeds een verloren stand nu maar nog 3 partijen te gaan. Robert Balm speelde tegen oudgediende Frans Vlugt. Frans heeft wat ratingpunten verloren de afgelopen jaren maar had weinig moeite met onze Robert. De Combispeler deed het naar behoren maar ook hier een groot ratings verschil. Het einde van de partij was nog het leukst toen er een grappig eind motief op het bord ontstond met een promotiepion. Wel de 6de nul van de middag. Langzaamaan begon ik te vrezen om te verliezen met 8 nullen. Op bord 4 Jan Koopman. Ook hier zo’n 200 ratingpunten verschil. Een Morragambiet presenteerde Jan zijn tegenstander Reinier Bodemeijer. Gevochten heeft Jan. Gezocht naar gaten, prikken uitgedeeld. Agressief gespeeld en alles, maar dan ook alles gegeven. Maar er werden, ondanks het late uur, geen cadeautjes meer uitgedeeld. Reinier won en er resteerde nog één partij. En wat voor een partij! Martin Zegstroo, onze zeer ervaren speler tegenover de nummer twee van Volendam, Erik Steur. Een meeslepend gevecht waarin het middenspel de Volendamspeler het voor het zeggen had vanwege een lastige dubbelpion van Martin op de C lijn en een vrijpion voor Erik op de A lijn die in de toekomst voor het volle punt moest gaan. Toch kreeg Martin het voor elkaar de A pion te pakken en plots ook kleine kansen de partij te winnen!! Echter, zover kwam het niet, maar de teamcaptain was zielsgelukkig met het halfje van Martin. Geen 0-8 maar 0.5 – 7.5 verloren. Dat ziet er toch compleet anders uit… toch? Dankzij Martin… wat een speler!

 

Rating

 

Rating

 

1936

 

2003

0 – 1

 

1794

 

1919

½ – ½

 

1772

 

1811

0 – 1

 

1589

 

1793

0 – 1

 

1567

 

1836

0 – 1

 

1601

 

1654

0 – 1

 

1422

 

1617

0 – 1

 

1476

 

1641

0 – 1

 

Gemiddelde Rating:

1645

 

Gemiddelde Rating:

1784

½-7½ 

Kijk Uit! Het Spaarne N3 - Kijk Uit N 1-5

Donderdag 11 januari speelde ons derde team tegen Kijk Uit. Normaal liggen in januari alle externe competities stil vanwege het grote toernooi in Wijk aan Zee, maar voor de derde klasse NHSB was dit jaar toch een ronde gepland in week 2. Samen met een interessant intern programma leverde dat een ruim gevulde speelzaal op in de Laan van Berlijn.

De wedstrijd tegen Kijk Uit liep helaas uit op een grote nederlaag. De vorige wedstrijd, in december bij HWP, werd er helemaal niet onaardig gespeeld, maar werden er op te veel borden plotseling stukken weggegeven. Deze keer werd er veel minder geblunderd, maar was de tegenstander vaak net iets beter.

De eerste uitslag kwam uit de partij van Wim Hoffenaar. Een kleine misrekening op zet 19 kostte een stuk en daarna volgde de ene na de andere ellende. Knap uitgespeeld van de tegenstander.

Rykle van der Heide speelde een gelijk opgaande partij en nadat bijna al het materiaal was afgeruild werd remise overeengekomen.

In de partij van Gerda Schiermeier kwam er op zet 20 een loper op a3 de boel verstoren. Dat kostte een pion, maar nog lang niet de partij.

Na deze 32 zetten was de partij nog lang niet klaar, alleen stond volgens de notatie het witte paard van b4 na de volgende zet op d6. Goede zet, maar geen schaakprogramma dat dat accepteert. Er is daarna wel netjes doorgespeeld: 33. Nd6 f6 34. Ne8 Bb8 35. exf6 g6 36. Ng7 Kf7 37. g5 hxg5 38. Nxg5+ Kxf6 39. N7xe6 Nxe6 40. Nf3 Be5 41. h4 Nc5 42. Ke2 a4 43. bxa4 Nxa4 44. Kd3 Nc5+ 45. Kc2 d4 46. Ne1 Kf5 47. f3 Bg3 48. Ng2 d3+ 49. Kd2 Bf4+ 50. Kd1 Na4 51. Nxf4 Kxf4 52. Kd2 Kxf3 0-1. Misschien komen we er nog eens achter wat er op die 33e zet is gebeurd. Allebei niet gezien waarschijnlijk.

Kijk Uit had een sterke invaller op bord 1, maar juist Robert Balm is iemand die zich daar helemaal niet door laat imponeren. Hij werd in het centrum wel wat terug gedrukt, maar gaf geen krimp, bracht stug tegenspel op het bord en moest uiteindelijk toch capituleren. Geen schande, goed gedaan.

Bij Noud Vromans had er ook zeker een halfje ingezeten. Hij kreeg zelfs remise aangeboden op de 30e zet. Dat had hij maar beter aangenomen, want drie zetten later kon hij na een blunder opgeven. Wel stoer om op winst te spelen, dat zouden er meer moeten doen.

Frank Otten speelde als vanouds de langste partij en hij kon nog wel een half punt aan ons schamele totaal toevoegen. Gedegen en boeiende partij.

 

Uitslag Het Spaarne N3 – Kijk Uit N
7721747 Robert Balm (1417) – 8190523 Ingmar Visser (1990) 0 – 1
8379767 Noud Vromans (1485) – 7884085 Andries Visser (1596) 0 – 1
6065279 Frank Otten (1426) – 8407300 Paul Koper (1446) ½ – ½
8756055 Rykle van der Heide (1406) – 8573169 Michiel van der Valk (1423) ½ – ½
7291515 Wim Hoffenaar (1419) – 8500558 Vi Quan Tran (1332) 0 – 1
6262883 Gerda Schiermeier-Palm (1319) – 8573180 Vincent Zeeman (1418) 0 – 1
Totaal Gemiddelde rating: 1412 – Gemiddelde rating: 1534 1 – 5

Groeten uit Groningen (een oefening om partijen en diagrammen mooi op de site te krijgen)

Tussen kerst en oud&nieuw heb ik in Groningen meegedaan aan het Chessfestival op de campus van de universiteit aldaar. Een goed georganiseerd toernooi met een lange traditie. Je hebt de keuze tussen een drie-, vijf- of negenrondig toernooi en ik deed mee aan het vijfrondige toernooi, waar ik werd ingedeeld in een groep met spelers in rating variërend tussen 1400 en 1700. Een mooie uitdaging. Niks verliezen was de doelstelling, maar die kon al snel de prullenbak in.

De eerste ronde had ik namelijk een geweldig overwicht in de partij, zodanig dat ik in de jacht op een snel mat zomaar mijn dame verblunderde.

De stelling na 20. Qd4:

 

De volgende dag was het hard werken om weer op 50% te komen, maar na ruim vijf uur schaken lukte dat uiteindelijk toch.

De stelling na 44. Kc4:

 

In ronde 3 kreeg ik wederom veel initiatief, maar ik wist het niet te verzilveren. Een goed getimed remise-aanbod (ik houd er niet van, maar ik deed het toch) leverde me een half punt op.

De slotstelling:

 

In de volgende partij kwam ik in zwaar weer terecht. Stug verdedigen resulteerde nog maar eens in een halfje. Deze partij haalde dik het vijfde wedstrijduur en eindigde in zetherhaling.

De stelling na 41. … Qxd4:

 

Niks verliezen was dus niet gelukt, maar voorafgaand aan de slotronde had ik toch het voornemen om het bij die ene nederlaag te houden. Eigenlijk had ik op die ene grafzet in ronde 1 na een prima toernooi achter de rug. In de prijzen vallen zat er niet meer in en voor 50% over het hele toernooi zou ik wel tekenen. Die laatste partij werd de partij met misschien wel de beste kansen op winst, maar toch weerstond ik een listig remise-aanbod niet. Geheel in de gedachte “bij verlies wint hij, bij winst win jij en bij remise win je allebei”.

De slotstelling:

Zege in Zaandam biedt uitzicht op lijfsbehoud in vijfde klasse ZSC-HWP Combinatie 3 – Combiteam KL 2 3-5

Afgelopen zaterdag,16 december. Plaats van handeling: de Kraakstraat te Zaandam. Ruim een week voor kerst, dus uw teamcaptain verwachtte moeite te hebben om een achttal samen te stellen, door de drukte en verplichtingen die deze tijd nu eenmaal met zich meebrengt. Het viel mee. Weliswaar meldden Henk Post en Pim Abbestee zich vroegtijdig af, maar de rest van het team bleek toch te kunnen. Dus zaten al onze mannen op die zaterdag om 13.00 uur scherp zonder morren achter het bord.

Al onze mannen? Jawel, maar Joren had een dag ervoor aangegeven liever niet te willen spelen. De tijd was te kort om een vervanger te vinden en dus zegde Joren toch toe om op karakter te komen spelen op bord 7 met wit. Met kleine en waterige ogen, en met lichte tegenzin moest Joren het opnemen tegen een kanon van een speler Frans Rappange: een dikke 1742 tegenover een 1438 van Joren, die ook nog eens niet zijn favoriete opening op het bord kreeg maar een bedaarde, solide, rustige opening. De zetten van Joren kwamen snel, te snel en de ervaren speler van het Saende wist er raad mee. Na ruim 1.5 uur spelen gaf Joren op. En dan valt het toch vies tegen, terwijl je het voelt aankomen.

Een punt achter, maar was hierdoor het team aangeslagen? Welnee, want op bord 6 speelde Sybe Terwee met de zwarte stukken. Onze vriendelijke rijzige man trad aan tegen een jonge jongen, Ivan Gorbunov. Die had geen rating maar wel jeugdige flair waarmee hij zijn opening actief opzette. Sybe speelde de opening ook actief en wist alle stukken goed te ontwikkelen. In het middenspel moesten er lastige combinaties worden uitgerekend waardoor de dames op originele wijze werden geruild. Toen de kruitdampen waren opgetrokken had Sybe duidelijk de betere stelling, won materiaal. Met vaste hand voerde Sybe het restant van de partij tot winst en trok de tussenstand hiermee gelijk. Ach, vertelde Sybe me, toen ik vroeg om commentaar, nu valt het nog naar mijn kant toe maar over een paar jaar vrees ik het ergste. Deze jongen komt er wel.

Intussen speelde Combispeler Robert Balm op bord acht met zwart weer een typisch “RB-partijtje”. Op het bord verscheen een gesloten opening waarna Robert op zoek ging naar tactische wendingen. Daar slaagde hij maar ten dele in. Zijn zeer jeugdige tegenstander Leon Kaal (met een rating van onder de 1000) pakte brutaal een pion, en ging voor de winst. Maar Robert vond een prachtige combinatie met een dreigend matmotief. De witspeler kon dat alleen voorkomen door zijn dame te geven en verloor daardoor de partij. Dit was een belangrijke winst waardoor het Combiteam weer een punt voorkwam.

Echter, bijna tegelijkertijd ging het verkeerd voor ons op bord  2. De met zwart spelende Martin Zegstroo, die qua speelsterkte net weer is teruggekeerd in de 1800 kreeg Willem de Boer (1918) tegenover zich.  Dat is een zeer ervaren speler die ik nog ken uit de SGA-competitie: sympathieke, goedlachse kerel die even de puntjes op de i ging zetten voor Saende/HWP. Waar het nu precies mis ging in de opening… ik weet het niet. Maar tijdens mijn vele loopjes langs de borden zag ik wel dat de witspeler de dynamiek van het loperpaar in de stelling had gevlochten die elke schaker graag op het bord wil proeven. De bisschoppen heersten over het bord, bijna koninklijk, en zwartspeler Martin kwam handen en voeten tekort om alle dreigingen te pareren. Het was moeilijk voor Martin om de koning om te leggen, maar het was uiteindelijk onvermijdelijk.

En dus een 2-2 stand. Spanning alom, omdat de nog resterende partijen alle kanten op konden gaan. Zoals op bord 1: onze vaandeldrager Theo Kroon (1918) speelde met wit een evenwichtige partij tegen Dirk-Willem Swart (1831). Omdat Theo de afgelopen tijd menig partij op hoge borden wist te winnen, waren de verwachtingen hoog gespannen. Maar er zijn grenzen. De zwartspeler was alert, geconcentreerd en zeker niet van plan grote risico’s te nemen. Geen idee wie er beter heeft gestaan. Het was voor uw verslaggever te moeilijk om te beoordelen. Maar een remise leek me een terecht resultaat. Aldus geschiedde.

Op bord 4 speelde Jan Koopman met de zwarte stukken. Even voor aanvang vroeg Jan me waarom hij nu alweer met zwart speelde. Jawel, een foutje van de teamcaptain die bij het samenstellen van de borden de kleurverdeling uit het oog had verloren om vervolgens zichzelf weer op wit te zetten. Snel legde ik uit dat het allemaal goed zou komen. Volgende keer kijk ik naar de zwart/wit verhouding en dan zal ik in ieder geval achter de zwarte stukken zitten.

Maar goed, die Janneman deed het wel fantastisch achter de zwarte stukken tegen Machiel Moes (1745). Beide spelers speelden offensief romantisch schaak waarbij het voetvolk (de pionnen) het vuile werk moesten opknappen. Jans voetvolk op de koningsvleugel, na een lange rokade en Machiels op de damevleugel na een korte rokade. Echter, Jans soldaten waren veel eerder aan de overzijde. Na pionnenruil aldaar kwam het zwaardere geschut van Jan opzetten, in de vorm van de overgebleven torens. Lange rijen open veld, waar de torens naar binnen denderden om de witte koning het leven zuur te maken. Het opgeven van wit had ik gemist, immers ook ik speelde een partij schaak, maar bij navraag aan Jan was het even stil. Even vreesde ik dat de partij door een blunder was ontsierd. Toen kwam toch het verlossende woord. Gewonnen!

Oef, dat zag er goed uit: 3.5 punt met nog twee partijen te gaan.

Eerst dan maar bord 5 waar ikzelf speelde met wit (!) tegen Ben van den Bergh (1789), een stille man van in de tachtig (gevraagd te spelen, want het Saende kwam een man tekort). Mijn clubgenoten van het Spaarne, die ook op leeftijd zijn, kenden Ben nog van zijn vroegere jaren als schaker en meenden zich te herinneren dat zijn rating destijds boven de 2000-grens had gelegen. Daar had ik geen weet van, maar wel van het feit dat de zwartspeler een ernstige openingsfout maakte in een Schotse gambietopening. Nadat de koning zonder rokade op veld f8 terechtkwam, begon er een lange, lange verdediging tegen de aanvallende witte stukken.

Mijn plan werd twijfelachtig, door een toren op het inactieve veld h8 te houden en tegelijkertijd het centrum open te breken vanwege de kwetsbare positie van de zwarte koning. Daardoor gebeurde er niets definitief ten nadele van de zwarte stelling. Daarom richtte Ben na 3.5 uur spelen zich langzaam op achter zijn stukken om te hopen dat remise tot de mogelijkheden behoorde. Na een late dame-ruil was mijn voordeel grotendeels verdampt: er ontstond een eindspel van toren/loper tegen toren/paard met ieder 5 pionnen aan weerszijden van het bord. Theo kwam wel even vertellen dat de stand op ons andere bord, bord 3, met Bre de Roo achter de witte stukken, helemaal niet duidelijk. Wie ging er winnen? Dus: ik moest mijn partij proberen te winnen. Ik werd geholpen door mijn tegenstander die een verkeerd gepositioneerde toren op b2 koppelde aan veld g7 waar een belangrijke ongedekte pion stond. Met een simpele loperzet naar veld e5 viel ik de toren en pion aan waardoor de zwarte verdediging instortte.

Match gewonnen, omdat er nu 4.5 punten konden worden genoteerd.

Ondertussen zwoegde Bre zich in het 4e en 5e uur door een paardeindspel. De hele partij was boeiend met wederzijdse kansen, maar het hoogtepunt was toch toen Ibrahim Mashal (1698) zijn paard liet instaan. Het idee was dat, bij nemen van het paard, een vrijpion niet meer tot staan kon worden gebracht. Bre had gelukkig tijd genoeg om alles tot in de puntjes uit te rekenen en nam het paard niet, maar nam genoegen met een pion minder. Dat was ruim voldoende voor remise, al probeerde de zwartspeler nog drie kwartier aan te tonen dat er nog wat in zat. Toen alleen de koning en koning + paard op het bord stonden, berustte de zwartspeler in remise.

Lekker hoor, deze overwinning was ook nodig om zicht te houden op lijfsbehoud in de 5e klasse.

De volgende match is op zaterdag 2 februari 2024 tegen Volendam. Allemaal goede dagen toegewenst en tot in het nieuwe jaar!!

PNE