We komen om te winnen… Volendam 1 - Het Spaarne 1 4-4

(verslag door Paul Neering, met aanvullingen van Sander Schilthuizen)

Afgelopen zaterdag in Volendam de strijd tegen  de schaakmacht van Volendam. Eigenlijk al jaren van hetzelfde niveau, qua sterkte dan, als het eerste van het Spaarne. Nadat er op de zaterdagmiddag een parkeerplek is gevonden bij de plaatselijke Deen lopen we dwars door het winkelcentrum over de markt naar Jeugdhonk PX . Bij binnenkomst op de begane grond wordt er gewerkt aan een happening voor de pubers om nieuwe talenten te laten sporen in de palingsound maar de leden van schaakteam ’t Spaarne laten zich niet afleiden. Direct vinden wij de toegang tot de tweede etage waarin in een aangename en ruime accommodatie 8 wiebelende tafels staan opgesteld die allen hun eigen verhaal vertellen. De mijne gaf in ieder geval aan dat ik de gehele partij er rekening mee moest houden kleine piepjes en steungeluiden voor lief moest nemen. Wat ik heb gedaan!

De ontvangst was vriendelijk en gemoedelijk waardoor er bij de teamcaptain direct het gevoel ontstond van waakzaamheid. Wij zouden ons niet in slaap laten sussen, want, wij zijn gekomen om te winnen!!! Nick Schilder nergens te bekennen wat een goed teken is… dat scheelt weer een paar Elo punten in ons voordeel.  Wij met onze sterkste opstelling en als ik de namen goed heb bekeken zij ook. Dus na een paar minuten over een starten de partijen.

En laat ik dan maar beginnen met mijn eigen partij tegen Jan Veerman (1802) op bord 7.

En nee.. ik gaf niet het goede voorbeeld. Zwart speelde de Caro-Kann opening die ik beantwoorde met het licht inferieure Shirov attack g4. Veel ervaring mee en daardoor onbegrijpelijk dat ik tijdens de partij geen h4 speelde. Ik dacht een verbetering achter het bord te hebben gevonden ( kan ook een blunder zijn geweest of arrogantie). Mijn tegenstander gebruikte veel tijd en mede daardoor vond ie het juiste tegengif door de simpele maar doeltreffende thematische opstoot c5 waardoor zwart al na 10 zetten beter stond. Rug gerecht en toen Jan Veerman besloot direct door te stoten naar een vrijpion op de a lijn bleek daarna, in het middenspel, de dynamiek te liggen bij de witte stukken. Het flankspel van zwart moest even in de koelkast om het openbreken via de f-lijn goed te kunnen opvangen. En juist op het moment dat ik dacht de genadeklap te kunnen uitdelen via de zojuist geopende f-lijn raakte ik volkomen de klus kwijt door mijn verdediging te laten voor wat die was nadat zwart zijn laatste troef had uitgespeeld met b4. Mijn tollende dame, eens de spil en verbinder in mijn centrale stelling verhuisde naar g 5 waar ze dood en verderf had moeten zaaien. Zwart toonde aan dat het een regelrechte blunder was….met enkele kracht zetten kwamen zijn torens binnen en er was geen houwen aan … de eerste dikke nul voor het Spaarne was een feit. Achteraf bleek tijdens een korte post mortem het bovenstaande verhaal wat genuanceerder te liggen maar dat biedt geen troost voor de verliezer.

Gelukkig hebben we Frans Arp in ons midden die op bord 3 speelde tegen Jan Tol (1966). Onze tovenaar is wat gezakt in zijn rating door zijn vaak wat compromisloze spel waardoor hij of schitterend wint of diep door het stof moet gaan. Vanuit het Open Spaans had zwart (Tol) een vorstelijk paard op e4 gestald. Ik zag nog dat Frans een actie ondernam om die zwarte paarden door een ruil los te weken, maar wat er precies gebeurde is me ontgaan. De zwartspeler had weinig tijd, maakte een ernstige misser en plots werden handen geschud. Maar wel lekker voor ons dat nu plotseling stand weer gelijk is geworden.

Met een tussenstand van 1 tegen 1 durf ik weer te hopen om toch de matchpunten mee naar Haarlem te nemen. Zeker als ik na mijn rondje door de speelzaal Sander Schilthuizen tegenkom. Speelde op bord 5 tegen de kwieke veteraan Frans Vlugt (1835). In het Damegambiet kreeg Sander de Laskervariant op het bord. De kleine problemen in de opening, ruimtegebrek, kon de Volendamspeler niet naar behoren oplossen. Hij gebruikte veel tijd om zijn stukken te bevrijden. Sander ontwikkelde een batterij van torens op de b-lijn. De zwartspeler probeerde nog verwarring te zaaien door met zijn dame de witte stelling binnen te dringen en een pionnetje op te rapen op a2, maar op b8 promoveerde een paar zetten later een witte pion: 1-0. Een verdiende overwinning voor Sander!

Een waar spektakel stuk was de partij Leo Littel vs Reinier Bodemeijer (1784) op bord 6. Leo is al langere tijd op zoek om voor het ’t Spaarne punten te verzamelen maar al geruime tijd wil dit maar niet lukken. Bij de andere clubs waar Leo speelt in Amsterdam rollen de scores over elkaar heen en in toernooien stijgt zijn ster. En net op het moment dat ik kwam kijken neemt Leo een loper op e2 en dat ziet er goed uit. Ik denk dat zwart gaat winnen ondanks dat wit een onderste lijn motief heeft met een gevaarlijk side kick .. de pion op c6. Beide spelers in hoge tijdnood dus blijf ik staan kijken.

Zonder Leo op de pijnbank te willen leggen: we komen erin na de veertiende zet van wit (14. d5).

Reinier Bodemeijer – Leo Littel

Wit gaat hier voor complicaties. Er volgde 14…. Lxc3 15 Dxb7 Tc7 16 Db3 Lxf3. Toen stond het zo:

Reinier speelde 17. dc6 dat in feite een kwaliteitsoffer inhoudt, maar dat was moeilijk te zien. Beter was 17. Lxf3 Tb8 18 Dc2 Pd4 19 Lxd4 Lxd4 met een lichte plus voor zwart.

17… Txd1 18. Txd1?

Hier had wit 18 Dxd1 moeten doen: Lxe2 19. Dxe2 Txc6. Veld d8 is dan gedekt door de dame. Wit heeft enige compensatie door het bezit van het loperpaar. Mijn engine geeft nu 20. Dc4 als beste zet.

18. Lxe2 19. Lh6

19. … Tc8 20. Db7 Te8?!

Verhangt de bordjes, maar nog niet verliezend. Winnend is hier 20. …Td8.

21.Dd7 Ta8??

Het beste was nog 21. … Tf8 22. Lxf8 Kxf8 23. c7 La6. Nu wint wit met 22. c7.

Daarmee was de stand weer gelijk. Twee ontroostbare Spaarne-spelers liepen door de zaal. Tegenstander Reinier bleef nog lange tijd  achter zijn bord zitten en genoot zichtbaar van zijn prachtig overwinning en liet menigeen zien dat het in alle varianten echt uit is .. het “beest” zal uiteindelijk hier antwoord op moeten geven. Met recht een spektakelstuk vond zelfs ik het als teamcaptain van het ’t Spaarne. Ondanks dat hoorde ik Leo mopperen….. ik had alles gezien… ik had alles gezien. Als verliezer is schaken waardeloos.

En daar, recht achter Leo, zat Aad de Bruijn tegen Enno Veerman (1934) te spelen. Op bord 4, Aad met zwart en een Franse opening op het bord. Direct had ik een goed gevoel over deze partij. Frans, daar weet Aad alles van. Onze vriendelijk reus  speelde wederom het  spel waar het ging om het volle punt. Remise is geen optie tenzij het onvermijdelijk is. Open was de stelling, moeilijk in te schatten met een hangende pion op e6 waar de f-lijn open was. Waar het mij leek dat wit wat beter stond met meer mobiliteit. Vooral de witte loper, gekoppeld aan zijn dame zou Aad in moeilijkheden kunnen brengen.

Aad over de partij: “Ik speelde vrij snel en oppervlakkig in de opening en probeerde geen verplichtende zetten te doen, zoals te vroege offers of pionverzwakkingen. Totdat ik het natuurlijk wel deed natuurlijk en in rommelige stand wat druk op mijn koningsstelling kreeg. In zijn tijdnood vond Enno niet het beste plan en ik had veel meer tijd om in ongeveer gelijke stelling goede zetten te verzinnen. Op één moment had wit een tussenzet, die direct zou winnen, middenin een combinatie, maar hij zag het te laat, want hij speelde inmiddels alleen op zijn increment. Daarna was het mijn “feestje” in onderstaande stelling.”

Enno Veerman – Aad de Bruijn

Stand na 32.Dg4-d1? Dg4-h3 maakt remise.

Er volgde: 32… Lh5! De loper kan niet geslagen worden: 33.Dxh5 Txf1+ 34.Kg2 Df2+ 35.Kh3 Dxc2 36.Dxh6+ Kg8 en zwart wint.  33.g4 Lxg4 34.Dd3 Lf3+

En wit gaf op, zwart wint de dame of geeft mat na 35.Kg1 Tg2+ 36.Kh1 Tg1.

En dus zag ik de match punten weer in beeld komen.

Dan maar op naar bord 8 waar onze speler Fer Mesman het opneemt tegen Nico Koning (1709). Een Scandinavische opening van Fer die met kleine middelen wordt bestreden door Nico Koning. De wit speler is niet haastig doet geen rare zetten en wacht op zijn kansen en die komen er. Eerst komt er een gedekte vrijpion op veld d6. Irritant, ook omdat de ontwikkeling van zwart stagneert op de damevleugel. Nico voelt het voordeel en koestert het plusje en gaat  op zoek  naar een beetje meer. Uiteindelijk wordt het pleit geslecht doordat Fer in een mindere stelling een stuk weggeeft. Tegen beter weten in speelt Fer nog een tijdje door maar de gedane zaken nemen geen keer . Fer sluit zich aan bij de nullen van de onderste borden terwijl bij de vorige macht deze borden bijna voor een verrassing hadden gezorgd. Zo kan het dus verkeren. Het staat weer gelijk ,3 tegen 3 met nog twee partijen te gaan.

 

Op bord 1 onze schaakvrouwe Collen Otten tegen Luuk van Essen (1847). Er is niemand die zo met vaste hand een stuk kan verzetten als Colleen. Resoluut en met een vastberadenheid waar menig tegenstander van onder de indruk raakt. Echter niet Luuk van Essen die in een bedachtzame partij keurig stand hield tegen Colleen die zo’n 150 punten meer rating heeft.

Pas tegen het einde van de partij waarin Colleen te maken heeft met het fenomeen tijdnood komt er een kans om de partij toch naar haar tot te trekken. Een mooie wending vlecht ze in haar stelling (zie foto)  maar Luuk trapt er niet in en denkt met het aanvallen van de witte loper de val onschadelijk te hebben gemaakt. Echter bij het terugtrekken van de toren gaat Colleen naar veld f4 in plaats van f3.. verschil? Jazeker! Met de zet f4 is het remise en met f3 wint Colleen alsnog de ongedekte zwarte toren met een schaakje!! Andere wending hetzelfde resultaat  Maar ja.. tijdnood en je moet zetten en dan verdwijnt het volle punt uit zicht. En dus 3.5 tegen 3.5 met nog een partij te gaan.

Aan het tweede bord  Paul Ruber tegen Erik Steur(1992). Ook een partij die ik niet goed heb kunnen volgen behalve het laatste gedeelde van de partij omdat zij de laatste waren die nog achter hun bord zaten. Van de keren dat ik er  eerder  langsliep zag ik de onze man een pion achterstond en dus dacht ik lange tijd dat Paul moest vechten voor remise. Wat er in de tussentijd is gebeurt is mij niet duidelijk geworden maar wat er tijdens het laatste half uur gebeurende was dat de remise marge niet zou worden verbroken. Paul had pion weer teruggewonnen en met twee torens op de tweede rij leek het erop dat er kansen waren voor een vol punt. Maar die hoop vervloog toen Paul besloot een paar torens te ruilen om met een klein plusje in te stemmen met een remise.

En na een hele middag zwoegen een gelijke stand… maar we kwamen om te winnen….

Terechte uitslag? Waarschijnlijk wel. Een paar hele en halve punten vielen onze kant op (Aad, Frans, Paul R). Die compenseren dan weer de onbenutte mogelijkheden en fouten op andere borden (Paul N, Colleen, Fer, Leo). In ieder geval: het eerste matchpunt is binnen.

 

Volendam 1 – Het Spaarne 1

Ronde: Ronde 3

Volendam 1 Het Spaarne 1
Essen van, L. (Luuk) 1847 Otten, C.J. (Colleen) 2015 z-w ½ – ½
Steur, E.T.M. (Erik) 1992 Ruber, P.J.P. (Paul) 1933 w-z ½ – ½
Tol, J.H. (Jan) 1966 Arp, F.L. (Frans) 1894 z-w 0 – 1
Veerman, E. (Enno) 1934 Bruijn de, A. (Aad) 1988 w-z 0 – 1
Vlugt, F. (Frans) 1835 Schilthuizen, A.P. (Sander) 1835 z-w 0 – 1
Bodemeijer, R. (Reinier) 1784 Littel, L. (Leo) 1809 w-z 1 – 0
Veerman, J.M.M. (Jan) 1802 Neering, P. (Paul) 1752 z-w 1 – 0
Koning, N.C.A. (Nico) 1709 Mesman, F.D. (Fer) 1726 w-z 1 – 0
Gemiddelde Rating: 1859 Gemiddelde Rating: 1869 4-4

 

Eerste team: Kater door Amstel

Op 2 november was het zover: de wedstrijd tegen de favoriet in de
klasse 4D van de KNSB: De Amstel.
Vooraf zouden we blij zijn geweest met 4-4 maar achteraf…..hadden we
een flinke kater door de kleine nederlaag die we niet verdiend hadden!
Er had veel meer ingezeten. Ziehier een verslag op bordvolgorde.

Aan bord 1 had Colleen Otten een tegenstander die te laat kwam maar
alle zetten van Colleen na haar 1.c4 snel en kordaat beantwoordde. Veel
gebeurde er niet en zo werd het een correcte remise.

Aan het tweede bord mocht ik het met zwart opnemen tegen Wim
Eveleens. Drie jaar geleden nog een 2100 + speler maar de laatste tijd
wat afgezakt naar 1900+. Hij opende ook met 1.c4 en probeerde mij
positioneel weg te drukken met een dubbelfianchetto. Resultaat: een
zwakke pion in mijn stelling en toenemende druk. Gelukkig speelde hij
iets te voorzichtig en kon ik mijn zwakke pion door een trucje oplossen
waarna ik nog wel wat minder stond maar uiteindelijk een vesting kon
innemen: ook een correcte remise.

Aan bord 3 speelde Frans Arp tegen Rik Konst die ruim 150 rating
punten ‘zwaarder’ is. Rik dacht waarschijnlijk: die Frans is klein bier. Hij
rokeerde als zwartspeler lang en speelde in drie achtereenvolgende
zetten f5, g5 en h5….Maar dan kent hij Frans toch niet: angst is hem
onbekend. Frans liet zijn koning op d1 en ging voortvarend op de zwarte
koning af. Frans won uiteindelijk een stuk, lette nog even goed op dat
een zwarte vrijpion niet doorliep en incasseerde het volle punt. Proost!!

Tja, bij Aad aan bord vier verscheen de eerste kater.
Zeg Aad, was het nu wel verstandig om donderdagavond intern te
schaken, vrijdagavond voor het combiteam te spelen en
zaterdagochtend meteen de bus in voor een partij tegen de Amstel in
Uithoorn?? Ach, wat stond Aad goed na de opening. Een mogelijk
eeuwig schaak ging hij uit de weg, ruilde de dames en bleef met een
pluspion over.
Kat(er) in het bakkie? Helaas, even niet opletten en tegenstander Theo
Hendriks dreigde mat, wat nog wel te pareren was maar toen liep er
pardoes een vijandelijke pion naar de overkant en Aad moest opgeven.

En wat gezegd van Sander op bord vijf? Hij drukte Carel Kok op
prachtige wijze weg, veroverde al doende een pion en toen… Het was
vreselijk om aan te zien: was San beneveld door de zwoele
Amsteldampen? Op jacht naar de schoonheidsprijs? Wij weten het niet
maar Sander offerde ineens een stuk met de bedoeling nog een tweede
stuk te offeren en dan de gladiolen. Maar de gladiolen bleken
brandnetels; de offers werkten net niet en Sander mocht een nul noteren
waar net als bij Aad toch minstens remise in gezeten had.

Aan bord 6 speelde Leo Nimzo-Indisch, bezorgde zijn tegenstander de
bekende dubbele c pion en ging deze belegeren.
De witspeler verdedigde zich echter handig en winst voor Leo zat er niet
in. Maar toch een plusremise.

Onze onvolprezen wedstrijdleider/wedstrijdlijder Paul Neering had een
merkwaardige partij aan bord 7. Zijn tegenstander Patrick van Lommel
deed wat beginners steeds wordt afgeraden: met de dame op
pionnenjacht gaan en de rest van de stukken niet ontwikkelen.
Eindresultaat: Patrick won niet eens een pion en al zijn stukken stonden
nog op de achterste rij. Smakelijk hapje dus voor Paul. En ineens was
het remise; Paul had dat maar gedaan omdat alle andere borden toen
nog in de plus stonden.

Aan bord 8 speelde Fer tegen Willem Hensbergen. Zeker een tactische
opstelling want Willem heeft de op één na hoogste rating van de Amstel
en dat zijn ruim 300 punten meer dan Fer. Had Fer zich moed
ingedronken? Hij speelde met zwart het Albins tegengambiet (1.d4, d5
2.c4,e5?!) . Hensbergen zat minzaam te glimlachen om zoveel
onnozelheid en hij keek meer naar andere borden na naar zijn eigen
bord. Maar Fer wist wat hij deed: zo’n 20 zetten theorie en daarna lachte
Willem niet meer. Er was een potremise stelling ontstaan. Heel goed Fer!

De Amstel 1 – Het Spaarne 1: 4,5 – 3,5