Eindelijk weer schaken!

Na de laatste clubavond op 12 maart was het seizoen abrupt teneinde gekomen. De externe en interne competities werden als niet gespeeld beschouwd en de hoop was gevestigd op 2020-2021, maar in welke vorm we elkaar weer zouden zien was de vraag en eind juni was het seizoen voorbij. Op internet was er een wekelijkse digitale clubavond, maar dat was toch niet het echte werk en bovendien niet voor iedereen een geschikt alternatief.

En toen mocht het ineens weer. Dankzij de medewerking van stichting Dock en onze vaste barvrouw Asha kunnen we voor de zomervakantie toch nog twee keer los.

Gisteravond, 2 juli, was er een topopkomst van 24 leden. Spontaan ontstond de coronaproof “schuine” zit achter twee tafels, zodat we keurig aan de voorwaarden van de anderhalvemetersamenleving voldoen. We kozen zelf onze favoriete tegenstander, het ging nergens om, maar echt, we schaakten weer! Wim en Gerda gaven een prachtige demonstratie van het tweebordenspel en naar de uitslagen vroeg niemand.

Eindelijk schaken we weer. Volgende week, 9 juli, nog een keer en in september lonkt het nieuwe seizoen!!

Voorlopig niet schaken

In navolging van de maatregelen van de Rijksoverheid en het RIVM in verband met het corona-virus zijn alle activiteiten van Het Spaarne tot en met maandag 6 april afgelast.
Dit houdt in:
– geen clubavonden op 19 en 26 maart en 2 april;
– geen externe wedstrijden;
– de ronde van het Kennemer Open op 28 maart komt ook te vervallen.

Het bestuur betreurt het deze maatregelen te moeten nemen, maar om verspreiding van het virus zoveel mogelijk tegen te gaan zijn we hiertoe genoodzaakt.

We houden jullie op de hoogte van de ontwikkelingen.

Volendamse misère

De mens is een beperkt wezen. Hij tast vaak in het duister, wanneer hij de oorzaak van gebeurtenissen wil vinden of verklaren.

Lag het aan het cijfer 13 in de datum? Was het de lange reis, waar niemand echt zin in had, of hadden we gewoon een offday? Moe, matig gemotiveerd? Enfin, een bijna collectief falen was het gevolg. Een nederlaag met zulke cijfers was toch echt niet nodig geweest. 6,5-1.5 Een kleine ramp.

Hoe de sfeer te beschrijven? Op de heenweg leek alles nog min of meer normaal. Bij Paul in de auto is het altijd wel gezellig. Leo opgehaald achter station Haarlem. Die bekende al snel dat hij eigenlijk liever bij zijn Amsterdamse cluppie was gaan spelen die avond. Maar hij vond het niet aardig om ons in de steek te laten. Nobel! Paul had er wel zin in; vroeg thuis die middag, volgende dag vrij.

Ik was blij dat hij mijn plaats wilde innemen. Dat had ik met hem afgesproken omdat ik er op het ogenblik weinig van bak.

Bij aankomst in Volendam voelde ik al een beetje nattigheid. Ik zag een paar teamgenoten met vermoeide koppen. Aad was er nog niet. Die kwam met het openbaar vervoer. Er werd gesuggereerd hem even te bellen om te weten waar hij uithing. Maar hij heeft geen mobiel, wist Paul, wat Arun de opmerking ontlokte: leeft hij nog in het stenen tijdperk of zo?

Je moet er trouwens maar zin in hebben om helemaal uit Deventer naar Palingcity te rijden voor een potje schaak, dat je vervolgens op irritante wijze verliest. Hulde voor Joost, dat hij dat er voor over heeft.

Wat de stemming ook niet verhoogt daar, is dat je voor een frisje of een ander drankje twee lange trappen op en af moet. Niets ten nadele van de Volendammers overigens, want er staat in de speelruimte altijd een kan koffie klaar met kartonnen bekertjes erbij. Goed, het hielp allemaal niet.

Behalve bij Jeroen Loos, die ik bij dezen een aanwinst voor Het Spaarne noem, ging het er op de overige borden ongeïnspireerd aan toe. Paul schoof met zwart snel remise tegen een lager gerate speler. Jeroen schreef een goede overwinning bij tegen een zekere Bodemeyer. De andere mannen waren langzaam aan het wegzakken in het moeras.

Ik liep er wat verweesd tussendoor. Ik zie dan af en toe wel zetten voor ze, maar die voeren ze dan vaak niet uit. En je mag natuurlijk niks zeggen. Achteraf vraag ik wel eens: waarom deed je niet… En dan volgt er een verhaal dat ik soms nauwelijks kan volgen, omdat ik niet goed genoeg naar de stelling heb gekeken.

Vreemd eigenlijk, want die jongens kunnen echt wel een potje schaken. Maar bij externe wedstrijden, wanneer het om het echie gaat, ziet de wereld er soms zo anders uit.

Aad reed met ons mee terug. Na afloop van zo’n avond zou je in de auto een grafstemming verwachten. Maar dat viel erg mee. Er werd wel gemopperd op dat stomme vissersdorp, maar verder werd er toch gezellig gekletst en gelachen. Leo zei zelfs: ik wil nooit meer naar Volendam, maar als we dan toch moeten, nemen we de volgende keer knuppels mee…

Pim Abbestee

 

Spaarne 1 vs Amsterdam West II

Een beminnelijk clubgebouw, daar waar Schaakvereniging Amsterdam West huist en waar afgelopen zaterdag de 5e ronde werd gespeeld tussen het Spaarne 1 tegen het tweede van Amsterdam West (in de KNSB 4e klasse D). Voor ons team was dit een belangrijke match, omdat hier, op papier, potentiele punten lagen om mee te nemen naar Haarlem-Zuid. Makkelijk? Nee, … zeer zeker niet, al is het maar dat we onze tovenaar Frans Arp en puntenpakker Sander Schilthuizen door omstandigheden niet konden opstellen. Wel waardige vervangers gevonden: … good old Rob de Haan en Yashin van Kesteren (debuterend voor Spaarne 1). Op weg ernaar toe hebben we gebruik gemaakt van bus, trein en tram vanwege de parkeertarieven en de schaarste aan parkeerplekken. Daarbij viel op dat sommige schakers niet wisten hoe een OV-kaart op te waarderen waardoor we bijna een trein later moesten nemen naar Amsterdam.

Rustige schakers daar in West. Men maakt zich niet erg druk om een puntje meer of minder…. en dus werd ons een matchpunt gegund. Want hoe anders zou de uitslag zijn geweest als de Amsterdamse spelers Pijlman en Yahia aan bord 4 en 6 een voordelige stand niet uit hun handen hadden laten glippen… Juist! Het zat ons deze keer een beetje mee. Heerlijk gevoel!!

Vooral het begin was veelbelovend. Onze topvrouw Colleen Otten verpletterde op bord 1 Jan Schuurman (1973) met een vernietigende mataanval. Vervolgens stool Yashin van Kesteren zijn overwinning van Mustapha Yahia (1857). De middag kon al bijna niet meer kapot. Zelf had ik op bord 7 een geweigerd Morra-gambiet op het bord en omdat mijn sympathieke tegenstander, Gert-Jan Goedhart (1878), meerdere keren hetzelfde stuk in de opening speelde leek ik groot openingsvoordeel te krijgen. Ik telde alvast de winst in mijn eigen partij op bij de reeds twee gewonnen punten, ….deze match in the pocket na pas 2.5 uur spelen… niet slecht… inpakken en wegwezen… groots gespeeld en tegenstander de maat genomen! Ik ben een aartsoptimist.

Het pakte echter volledig anders uit. Amsterdam-West kwam terug en hoe! Mijn partij verzandde omdat ik geen vorm / plan kon bedenken om vorderingen te maken… eigenlijk maakte mijn tegenstander de stelling moeiteloos gelijk waardoor ik uit pure armoede remise aanbood. Dat werd aangenomen.

Na een rondje langs de resterende borden borrelden doembeelden langzaam op. Bord 8: Fer Mesman tegen Dion Spelbrink (1813), Fer ging verliezen. Er waren te veel dreigingen waardoor Fer aan druk ten onder ging. Paul Ruber tegen Jan Winsemius (1898): Paul maakte één fout en kwam deze niet meer te boven. En ook Rob de Haan – tegen Ridens Bolhuis( 1850) – kwam na een goede opening plots verloren te staan nadat hij had overzien dat een vijandelijke pion zich diep in het hart van het centrum kon verankerden…niets meer aan te doen.

Drie nullen op rij, dat leek te veel met het oog op de laatste twee partijen, van Leo Littel en Aad de Bruijn. Leo was na een lange partij weer eens in grote tijdnood geraakt (20 zetten te gaan met 2 minuten op de klok) tegen Paul Scheermeijer (1923). Aad had een gesloten stelling met twee pionnen minder tegen René Pijlman (1905) plus een zwakke pion op a3 die ook leek te vallen… een nul voor Aad leek aanstaande en remise voor Leo, meer zou het niet worden en ik feliciteerde al de teamcaptain van Amsterdam-West.

Maar nee … alles werd anders deze middag. Laat Aad de Bruijn, vechter pur sang, nooit (nooit!) terugkomen in een partij. Terwijl Leo zelfs een plusremise eruit sleepte, waardoor de tussenstand 4-3 werd voor Amsterdam West, gooide Aad alles wat ie had in de strijd: hij offerde materiaal, opende lijnen en tot verbijstering van vele toekijkende leden van Amsterdam-West, én uw teamcaptain, zette Aad de Bruijn zijn tegenstander pardoes mat…. althans… als een ware heer gaf René Pijlman Aad de matzet cadeau.

Wat een speler, van een partij. Prachtig om dit spektakel te mogen volgen … dat het hierdoor 4-4 werd… heerlijk!

PNE

Amsterdam West 2  Het Spaarne 1 
Schuur, J.M. (Jan) 1973 Otten, C.J. (Colleen) 1986 z-w 0 – 1
Winsemius, J. (Jan) 1898 Ruber, P.J.P. (Paul) 1942 w-z 1 – 0
Scheermeijer, P.H.A. (Paul) 1923 Littel, L. (Leo) 1926 z-w ½ – ½
Pijlman, R.W.J. (René) 1905 Bruijn de, A. (Aad) 1896 w-z 0 – 1
Bolhuis, R. (Ridens) 1850 Haan de, R.M. (Rob) 1704 z-w 1 – 0
Yahia, M. (Mustapha) 1857 Kesteren van, Y.T. (Yashin) 1807 w-z 0 – 1
Goedhart, G.J. (Gert-Jan) 1878 Neering, P. (Paul) 1733 z-w ½ – ½
Spelbrink, D. (Djon) 1813 Mesman, F.D. (Fer) 1741 w-z 1 – 0
Gem. Rating:  1887  Gem. Rating:  1842  4-4 

Met oliebollen, handen en hersenen 2020 in.

Het was pas 2 januari, de kater van de jaarwisseling was nog voelbaar in onze hoofden en gewrichten, maar het was alweer tijd voor de eerste clubavond. Met nog maar eens oliebollen, zoals de traditie het voorgeschreven had, en dit keer Hands & Brains als spelvorm, iets voor duo’s, waarbij de één (Brains) bepaalt met welk stuk er gespeeld gaat worden en de ander (Hands) de zet uitvoert. Daar waar je je als schaker altijd lekker in je eigen en soms wat autistische  denkwereld kan terugtrekken werd er nu zo maar een beroep gedaan op eigenschappen als “samenwerking”, “inlevingsvermogen” en “communicatie”. Er mocht gezellig bij gebabbeld worden, zo was gezegd, maar er mocht niet worden voorgezegd. Nou, al bij al hebben we ons daar ook wel aan gehouden, maar in de kakofonie van emoties tijdens wéér een onbegrepen blik van onze partners hadden de woorden uit ’s Konings Kersttoespraak veel troost kunnen bieden.

“In deze dagen van het jaar kunnen ook de twijfels naar boven komen. ‘Doe ik het wel goed?’ ‘Maak ik de juiste keuzes?’ ‘Ben ik wel echt gelukkig?’ Dat streven naar geluk is mooi, maar het mag geen obsessie worden. Ook verdriet mag er zijn. Ook twijfels en gevoelens van eenzaamheid mogen er zijn. Ook mislukkingen en tegenslagen horen bij het leven. In de jacht naar geluk en succes kunnen we onszelf soms voorbijlopen. We willen als vrije mensen het beste uit het leven halen, en verwijten het onszelf als dat niet lukt. We spiegelen ons aan anderen, leggen de lat hoog en presenteren graag een perfecte versie van onszelf aan de buitenwereld. Alsof er een taboe rust op onzekerheid en tekortkomingen. Maar niemand is perfect. Gelukkig maar. Dit zeg ik ook tegen jonge mensen. Trek het je niet teveel aan als het eens tegenzit. Geef jezelf wat ruimte. Het is oké.”

De opkomst was niet bovenmatig (en de top was ondervertegenwoordigd), maar met 16 wel ideaal voor een indeling van 8 koppels in twee poules, zodat in drie ronden een mooi pleit beslecht kon worden. Maar goed, het ging om het spel, niet om de knikkers. Het was heel gezellig, we zijn bijgepraat en klaar voor het echte schaken, dat spoedig weer begint.

De uitslagen:

Groep A: Colleen Otten/Paul Neering 2½, Florin Omota/Bert Bergshoeff 2, Jeroen Loos/Robert Balm 1, Pim Abbestee/Paul Ruber ½

Groep B: Marco Deurloo/Paul Mathot 2½, Gerda Schiermeier/Rykle van der Heide 2, Frank Sala/Peter van Harn 1, Rob de Haan/Noud Vromans ½