Met mes en vork Ronde 1: S.C. Aalsmeer 3 - S.V. Het Spaarne 2 : 4 - 2

25 oktober 2014 (door Paul Neering)
Afgelopen donderdag was ’t Spaarne 2 opgetogen vertrokken naar Kudelstaart, klaar om de Aalsmeerse Schaakvereniging te laten zien dat wij waren gekomen voor de overwinning.


De messen waren geslepen om de tegenstanders met de vork te verorberen.

De kersverse non-playing captain Paul Neering gaf vooraf een inspirerende toespraak waardoor onze mannen super geconcentreerd achter het bord plaats namen.

Op bord 1 natuurlijk Paul Ruber (2014), die het op moest nemen tegen Arie Spaargaren (1657). Na een half uur had Paul een dikke pion voorsprong en speelde de partij rustig, beheerst en via gezond positiespel uit. Punt voor ’t Spaarne.

Op bord 2 onze man uit Deventer, Joost Jansen (1755), die niet van zo ver gereden komt voor een half punt. Dus vol erin tegen dhr. Gerard Verlaan (1541), die zijn witte stukken keurig volgens de regels van “hoe een gezonde stelling moet worden opgesteld” de zwarte storm in toom moest houden. Joost kwam niet echt lekker tot ontwikkeling en had kleine problemen in het centrum waarin wit de eerste keuze had. Toen Joost een tijdelijke (?!) ongedekte toren in stelling trachten te brengen liet de tegenstander het centrum ontploffen, waardoor Joost na een uur denken een afwikkeling moest toestaan die weinig perspectief bood. Punt voor Aalsmeer.

Op bord 3 Paul Mathot (1644), die als tegenstander Hans Pot (1567) tegenover zich had. Over deze partij kan ik kort zijn. Paul speelde met verve, rokeerde lang en toen zijn tegenstander te passief speelde kwam g2-g4 in de stelling. Wit blaast de zwarte koningsstelling op, al had Paul hier nog wel zo’n 45 zetten voor nodig. Dus met geduld, maar uiteindelijk wel een punt voor ’t Spaarne.

Ook over bord 4 valt niet veel te vertellen. Wim Hoffenaar (1517) moest het opnemen tegen Gerrit Harting (1545), maar gaf een vol stuk vlak na de opening, waardoor Wim de hele partij tegen een onmogelijke achterstand aankeek. Het liep af zoals je het verwacht, een nul. Waarna een getergde Wim mij mededeelde dat de volgende tegenstander in de externe competitie beter niet tegen hem moet spelen: “gehakt maak ik ervan.”

En dan de partij op bord 5, Pim Abbestee (1516) tegen Arie van Dam (1528). Lange tijd was er een evenwicht, totdat Pim een vork toeliet. De kwaliteit bleek de doorslag te geven. Een wanhoopsoffer van Pim zorgde ervoor dat er nu een volle toren verschil op het bord stond. Waarop Pim de legendarische woorden “hij bekijkt het maar” uitsprak en vervolgens tot 24:00 uur het zich liet bewijzen. Het bewijs kwam er, met wederom een nul voor het ’t Spaarne.

Op bord 6 onze invaller Robert Balm (1485). Hij verkreeg een prachtige stelling met wit tegen dhr. Clemens Koster (1515), waardoor ik het punt zelf al begon te tellen. Maar toen Robert een vol stuk moest inleveren na een vreselijke blunder, tjsaa, is daarmee het eigenlijke verhaal al verteld. Robert speelde nog twee uur door, maar zonder resultaat en dus nog een nul erbij voor ’t Spaarne.

Conclusie: We waren scherp, gemotiveerd, gedreven en tot onze tanden toe gewapend maar we hebben wel terecht verloren. Met als eindstand: 4-2.

Natuurlijk gaan we ons beraden en komen we terug. Al dan niet na het doen van een hoogtestage voor de rode bloedlichaampjes, want onze volgende tegenstander moet het weten. We zijn er (weer) klaar voor.

S.C. Aalsmeer 3 1558 S.V. Het Spaarne 2 1655 4 2
1. Arie Spaargaren 1657 Paul Ruber 2014 0 1
2. Gerard Verlaan 1541 Joost Jansen 1755 1 0
3. Hans Pot 1567 Paul Mathot 1644 0 1
4. Gerrit Harting 1545 Wim Hoffenaar 1517 1 0
5. Arie van Dam 1528 Pim Abbestee 1516 1 0
6. Clemens Koster 1515 Robert Balm 1485 1 0

Rapidavond gewonnen door David

17 oktober 2014 (door Bert Bergshoeff)
De eerste rapidavond van het seizoen kende een mooie opkomst van spelers die we niet elke week zien. David Klein, onze kersverse grootmeester, was uiteraard ongenaakbaar. Arun Karwal werd, nauwelijks minder indrukwekkend, tweede en regerend rapidclubkampioen Paul Ruber deelde de derde plaats met Bart Feltman.

De volgende ronden van de rapidcompetitie zijn in 2015: op 26 februari, 7 mei en 25 juni.

No. PNo. Name R1 R2 R3 R4 R5 CB Score
1. 1 David Klein 11w1 4b1 6w1 3b1 10w1 1 5.0
2. 4 Arun Karwal 14b1 1w0 16b1 9b1 3w1 -1 4.0
3. 2 Paul Ruber 17w1 6b0 13w1 18b1 5w½ 1 3.5
5 Bart Feltman 12b1 8w1 3b0 15w1 2b½ -1 3.5
5. 3 Jonathan de Kleuver 13w1 10b1 5w1 1w0 4b0 1 3.0
6 Loek Veenendaal 15w1 2w1 1b0 8w0 14b1 1 3.0
8 Florin Omota 18w1 5b0 7w1 6b1 15w0 1 3.0
10 Vlad Omota 19b1 3w0 14b1 16w1 1b0 -1 3.0
15 Robert Balm 6b0 11b1 9w1 5b0 8b1 -3 3.0
10. 9 Paul Neering = 16w1 15b0 4w0 7b1 0 2.5
11. 12 Frank Otten 5w0 18b0 11w1 7b0 19w1 1 2.0
13 Wim Hoffenaar 3b0 19w1 2b0 14w0 18w1 1 2.0
18 Gerda Schiermeier 8b0 12w1 19b1 2w0 13b0 -1 2.0
14. 7 Rob de Haan 16b0 14w½ 8b0 12w1 9w0 1 1.5
11 Paul Mathot 1b0 15w0 12b0 19w1 16b½ -1 1.5
14 Pim Abbestee 4w0 7b½ 10w0 13b1 6w0 1 1.5
16 Frank Sala 7w1 9b0 4w0 10b0 11w½ 1 1.5
18. 17 Bert Bergshoeff 2b0 = -1 0.5
19. 19 Peter van Harn 10w0 13b0 18w0 11b0 12b0 -1 0.0

Extern 10 seconden per zet, maar intern blijft het 5 seconden

5 oktober 2014 (door Bert Bergshoeff)
Sinds het begin van dit seizoen spelen we in de interne competitie met een nieuw speeltempo: 1 uur en 40 minuten voor de hele partij met toevoeging van 5 seconden per zet vanaf de eerste zet. We hebben daarvoor gekozen in de veronderstelling dat dat ook het speeltempo in de NHSB-competitie zou worden. Het blijkt nu echter dat we in de NHSB-competitie geen 5, maar 10 seconden per zet extra krijgen. Dat is prettig voor ons als schakers, maar het zorgt wel voor een langere partijduur en i.v.m. de sluitingstijd van 24:00 uur zullen de externe wedstrijden dit seizoen dan ook stipt om 20:00 uur moeten beginnen. Om dergelijke tijdsdruk in de interne competitie te vermijden heeft het bestuur deze week besloten dat we in de interne competitie met 5 seconden additioneel per zet blijven spelen. We houden in de gaten of dat bevalt en zo nodig kunnen we in de loop van het seizoen besluiten om het bij te stellen.

Eindklassement Rapidcompetitie 2012-2013

(het eindklassement wordt bepaald aan de hand van de drie beste resultaten per speler)
Groep A 25 oktober 21 februari 2 mei 27 juni totaal
David Klein 12 12 24
Rob de Haan 8 5 7 5 20
Paul Ruber 9 8 17
Bart Feltman 6 7 13
Yehuda Pelter 10 10
Loek Veenendaal 9 9
Sander Schilthuizen 6 3 9
Jan Verhagen 8 8
Paul Neering 6 6
Groep B 25 oktober 21 februari 2 mei 27 juni totaal
Robert Balm 11 6 7 24
Wim Hoffenaar 7 8 9 24
Nico Huijboom 8 3 7 7 22
Peter van Harn 4 6 9 6 21
Frank Sala 8 7 6 21
Bert Bergshoeff 8 6 7 21
Pim Abbestee 11 9 20
Frank Otten 6 7 6 6 19
Astrid Smit 6 6 6 18
Paul Mathot 6 7 4 17
Rob van Blarcum 5 4 4 2 13
André Fivet 2 5 6 13
Gerda Schiermeier 7 5 12
Marco Deurloo 9 9
Evert Scholten 5 5
Michiel de Wolf 5 5
Wim Eiselin 3 3

Tussenstand interne competitie

30 september 2014 (door Bert Bergshoeff)
Na de eerste drie speelavonden gaat clubkampioen Aad de Bruijn aan de leiding in de A-groep. Toch moest hij al remises toestaan aan Loek Veenendaal en Sander Schilthuizen, dus met 2 uit 3 is zijn score slechts een half punt beter dan die van Rob de Haan en Sander. De enige speler met een 100% score is Paul Ruber en de enige die nog puntloos is is Wim Hoffenaar, maar beiden hebben pas één partij gespeeld.

In groep B is Paul Mathot koploper met 2,5 uit 3, gevolgd door Paul Neering met 2 uit 2 en Pim Abbestee met 2 uit 3. Zonder punten zijn nog Peter van Harn (0 uit 1) en Michiel de Wolf (0 uit 3).

In C lijkt Robert Balm goed op weg naar promotie: hij won z’n eerste drie partijen. Frank Hirs is een goede tweede (2 uit 3) en op de loer liggen ook nog Wim Eiselin en Bert Bergshoeff (beiden 1 uit 1). Onderaan vinden we Rob van Blarcum (0 uit 2) en André Fivet (0 uit 3).

 

Voorafgaand aan de tweede ronde werden de prijzen voor de interne competitie van vorig seizoen uitgereikt. De nieuwe clubkampioen Aad de Bruijn (links) kreeg de wisselbeker overhandigd door zijn voorganger Sander Schilthuizen.

Een heel goed begin Ronde 1: Krommenie 1 - S.V. Het Spaarne 1 : 2½ - 5½

De eerste wedstrijd in de Promotieklasse (seizoen 2014-15) tegen het gepromoveerde Krommenie werd niet zonder zorg tegemoet gezien. Krommenie had immers Het Spaarne in de bekerwedstrijd met 3½-½ afgedroogd en was in de finale zelfs kampioen van de NHSB geworden. Maar het liep nu heel anders, op eigen terrein werden de Krommenezen ruim verslagen. En dat terwijl zij gemiddeld 130 elo-punten meer in het veld brachten.

Op het eerste bord kwam Aad de Bruijn al snel in het voordeel. Alle tegenstand die Van Dongen daarna nog bood, hielp hem niets. Al om kwart voor vier was het eerste volle punt voor Het Spaarne binnen. Daarmee was de stand gelijk gemaakt, want Leo Littel op het tweede bord was tegen de sterke invaller Willem Moene een half uur eerder door de pomp gegaan. En zelf had ik mij intussen tevreden gesteld met een remise. De opening zag er heel goed voor mij uit, maar ik wist het voordeel niet vast te houden, Peter Alberts kon egaliseren en Frans raadde mij niet af om het aanbod van een gelijkspel aan te nemen. Ik had inmiddels gezien dat mijn medespelers goed spel hadden.

Paul Neering op bord 8, tegen Anneke Schol, veroverde een pion; Sander Schilthuizen (op bord 4) mocht een kwaliteit incasseren; Loek Veenendaal (bord 5) had een veelbelovend initiatief op de damevleugel, terwijl Fer Mesman (bord 6) en Frans Arp (bord 3) zeker niet minder stonden.

Ruim een half uur later stelde ook Paul zich tevreden met remise. Anneke had een tegenaanval ontwikkeld in het toreneindspel, via de h-lijn. Paul had zijn toren op c3 geïnstalleerd. Beiden konden pionnen gaan eten, maar begroeven liever de strijdbijl. Of dat terecht was, zal analyse moeten uitwijzen. Hoe dan ook: nog steeds was de stand gelijk: 2-2.

Met doelbewust “klassiek” manoevreren kon Loek de vijandelijke stelling via de c-lijn en daarna via de zevende rij binnendringen en de tegenstander (Erik Breedveld) tenslotte (na nog geen vier uur spelen) voor ondekbaar mat plaatsen.

Twintig minuten later breidde Frans de voorsprong uit naar 4-2. Hij had in eerste instantie materieel voordeel bereikt, maar gaf dit op om een voordelig toreneindspel in te gaan. De zwarte koning was teruggedrongen en de witte marcheerde binnen. Toen een vrijpion zwart een toren zou gaan kosten zag André Breedveld in dat eigen vrijpionnen niet tegen de witte toren zouden zijn opgewassen en dus capituleerde hij.

En nog eens tien minuten later blunderde Jan Schol, de tegenstander van Fer, vreselijk. Om groot materieel nadeel af te wenden liet hij mat in één zet toe! Toen stond het dus 5-2.

Niemand twijfelde eraan dat Sander (zwart) ook ging winnen. Het eindspel van ieder drie pionnen, een paard en een loper voor Alex Koelewijn en een toren en loper voor Sander, bleek echter toch lastig. Wit forceerde een vrijpion op de h-lijn en wist zodanig grote dreigingen te scheppen (zelfs een matdreiging) dat Sander tenslotte genoodzaakt was om de kwaliteit terug te geven. Het werd daarna nog spannend, omdat Sander (teleurgesteld?) zelfs nog met alleen een loper moest optornen tegen pion en paard. Gelukkig wist hij – het was inmiddels zes uur – alsnog remise te maken.

De eindstand (5½-2½) voor Het Spaarne was een onverwacht goed resultaat. De ambitie om ons in deze klasse te handhaven lijkt onmiddellijk heel goed haalbaar.

Krommenie 1956 S.V. Het Spaarne 1824
1. Cor van Dongen 2130 Aad de Bruijn 1966 0 1
2. Willem Moene 2186 Leo Littel 1871 1 0
3. Andre Breedveld 2077 Frans Arp 2002 0 1
4. Alex Koelewijn 1988 Sander Schilthuizen 1858 ½ ½
5. Erik Breedveld 1942 Loek Veenendaal 1745 0 1
6. Jan Schol 1862 Fer Mesman 1715 0 1
7. Peter Alberts 1759 Rob de Haan 1731 ½ ½
8. Anneke Schol-Grin 1709 Paul Neering 1704 ½ ½