Zinderende finale in degradatieduel Ronde 9: S.V. Het Spaarne 1 - Volendam: 4½ - 3½

Het beloofde een harde confrontatie te worden tussen twee teams met grote degradatiezorgen. Voor aanvang van de wedstrijd had Volendam genoeg aan een gelijkspel voor behoud in de promotieklasse. Voor ’t Spaarne telde alleen een overwinning. De teamleider van Het Spaarne, tevens uw verslaggever inzake dit bericht, gooide de bordindeling van de spelers lichtelijk om, zodat de Volendamse voorbereiding gefrustreerd zou kunnen zijn. Maar het is zeer de vraag of die andere bordindeling van invloed is geweest op het wedstrijdverloop.

Feit is wel dat op bord 1 Frans Arp met zwart niet tot goed spel kwam. Tegenstander Enno Veerman zette de witte stukken op de juiste velden neer. Frans wilde echter meer vuurwerk op het bord, gooide zijn koningsvleugel open met h6 en g5 en kreeg de kous op de kop door een scherpe tegenactie met f2-f4. Zoekend naar meer spel bracht Frans zijn dame diep in de vijandelijk linies waarna wit met enkele krachtzetten aantoonde dat dit op niets berustte. Met een elegant torenoffer op f7 werd duidelijk dat het punt naar Volendam zou gaan.

Een flinke tegenvaller kwam ook tot stand op bord 2. Loek Veenendaal maakte het zich zichtbaar moeilijk met een verzwakking op veld c3. Of de consumptiedeal, aangeboden door Loeks tegenstander in zijn bedenktijd, van beslissende invloed is geweest valt niet meer na te gaan, wel dat tegenstander Jan Tol het volle pond naar zich toetrok zonder met zijn ogen te knipperen.

Donkere wolken trokken samen boven de resterende borden van speelgelegenheid Denkcentrum ’t Spaerne. We stonden er halverwege de middag niet goed meer voor!

Gelukkig kwam op bord 3 de aansluitingstreffer. Colleen Otten had eigenlijk weinig moeite een gewonnen stelling te creëren en walste over haar tegenstander heen die, naar eigen zeggen, “zijn dag niet had”. Omdat het hierna superspannend begon te worden was het handig dat Colleen haar partij zo vroeg had gewonnen, zodat de teamleider gebruik kon maken van haar expertise om de stand van zaken van de nog lopende paritjen goed in te kunnen schatten. En dat was hard nodig.

Op bord 8 speelde Aad de Bruijn een krankzinnige partij waarbij de tussentijdse winstprognoses vaker naar Volendamspeler Reinier Bodemeijer gingen dan naar Aad.

Op bord 7 speelde Fer Mesman uitstekend tegen Crelis Molenaar en toen Fer de kans kreeg op een prachtig stukoffer op f2 liet hij die kans niet onbenut. Tegenstander Molenaar was zichtbaar verrast en had 5 minuten nodig om zich te vermannen. Vervolgens koos hij voor een stukkenruil die Fer goede winstkansen bood.

Aan bord 6 zat Frank Taylor die iets beter in het middenspel stond maar pardoes een volle pion cadeau deed, waardoor hij (en dus ook het Spaarne) in de gevarenzone kwam te zitten.

Op bord 5 kon Sander Schilthuizen geen potten breken tegen Frans Vlugt. Met zwart hield hij een scherpe stelling, waarin de witspeler aanstuurde op een batterij Lb1-Dd3, ternauwernood in balans. Anders dan in voorgaande partijen behield Sander zijn concentratie en koos hij voor een afwikkeling die tot remise leidde. Meer zat er niet in, maar we stonden nog steeds 1 bordpunt achter. En alleen winnen zou ons van het degradatiespook kunnen bevrijden.

Op bord 4 speelde Leo Littel een spannende partij tegen Erik Steur. Hier waren omstanders flink in discussie wie er beter stond in het laatste uur. Steur stond een kwaliteit voor in een eindspel (twee paarden tegenover toren-loper), maar Leo had compensatie in de vorm van een pluspion. En daar kwam nog een pion bij. Het leek voor even een gewonnen stelling voor Leo te zijn, maar hij beging onder de alweer aangroeiende tijdsdruk na zet 40 een paar onnauwkeurigheden. De kansen leken te keren ten gunste van zwartspeler Steur.

Het lot van Het Spaarne 1 leek bezegeld: degradatie na een slecht en ongelukkig seizoen.

Maar plotseling draaide alles om.

Aad de Bruijn, die inmiddels een pionnenklont op de damevleugel achterstond, kon profiteren van een zwakke zet van Reinier Bodemeijer. Er gloorden onverwachts winstkansen. Na het missen van mat in twee en na vele smachtende kreten in de gang verderop niet gehoord te hebben, bracht taaie Aad het volle punt op het droge. Inmiddels had ook Fer Mesman zijn partij gewonnen en was er een tussenstand van 3½ – 2½ met nog twee partijen aan de gang.

Een vol punt moest nog worden binnengehaald en Spaarne-spelers en belangstelling tonende clubgenoten hoopten op twee remises. Frank Taylor op bord 6 stond nog steeds een volle pion achter. En dan had hij ook nog een zwakke pion op b5. Teamleider Jan Veerman van Volendam ging wellicht te snel met zijn dame op die zwakke pion af, waardoor Frank zomaar twee torens op de zevende rij kreeg. De dames werden geruild en in een eindspel met dubbele torens verschafte Frank zich een vrijpion op g6. De druk werd Jan Veerman wellicht te veel, remise zat er de hele tijd in. Eén verdedigende zet extra en wit was niet verder gekomen met zijn g-pion. Zwart gooide alle remmen los en besloot zijn c-pion op te spelen. Dat bleek fataal en dus was een gelukkige winst te noteren voor Frank die het Spaarne-team uiteindelijk de volle winst bracht: 4½ – 2½!

De laatste partij op bord 4, Leo Littel – Erik Steur, was opeens niet meer van belang, maar werd nog wel vakkundig gewonnen door de zwartspeler. Jammer voor Leo maar hij had er wellicht vrede mee dat de achtste plaats genoeg was voor behoud in de promotieklasse.

Al met al een enerverend middag, sneu voor de Volendammers. Dat zeker. Vanuit het perspectief van de Spaarne-spelers was de conclusie snel gemaakt: de nipte nederlagen eerder in het seizoen werden in de laatste fase van de laatste wedstrijd goedgemaakt door alert spel en een gezonde dosis strijdlust.

S.V. Het Spaarne 1892 Volendam 1851
1. Frans Arp 1970 Enno Veerman 1973 0 1
2. Loek Veenendaal 1903 Jan Tol 1957 0 1
3. Colleen Otten 2083 Luuk van Essen 1819 1 0
4. Leo Littel 1920 Erik Steur 1820 0 1
5. Sander Schilthuizen 1791 Frans Vlugt 1890 ½ ½
6. Frank Taylor 1855 Jan Veerman 1785 1 0
7. Fer Mesman 1712 Crelis Molenaar 1747 1 0
8. Aad de Bruijn 1905 Reinier Bodemeijer 1819 1 0

Excelsior ligt dwars Ronde 5: S.V. Het Spaarne 2 - Excelsior: 3 - 5

Alsof de duvel er mee speelt dit seizoen. Elke keer als we ons definitief willen ontworstelen aan de degradatiezone verliezen we weer. Ook nu weer tegen schaakvereniging Excelsior uit Heemskerk. Leuke club met fijne en vriendelijke mensen. Ik kan het weten want ik mocht voor uitspelen daar in Heemskerk. Mijn tegenstander Louis Witte vond dat ik een nette behandeling verdiende en besloot mij geen duimbreed in de weg te leggen. Zoals hij het na de partij tegen mij zei, je hebt van die dagen dat alles tegenzit en dus zat er voor mij van alles in. Na 21 zetten nam ik het volle punt mee naar Haarlem. Maar de toorn was wel gewekt.

Afgelopen donderdag kwam op volle oorlogsterkte het zevental uit Heemskerk bij ons binnen. En hoe, op bord 1 een tactisch opstelling Paul Ruber tegen Martien Herruer. Bijna 400 ratingpunten verschil, maar Martien speelde een prima partij. Pas op het laatst moest hij het hoofd buigen. Paul uiteraardt tevreden over zijn winstpartij. Toen ook onze man in vorm, Florin Omota, op bord 6 zijn partij makkelijk won leek er een overwinning aan te komen.

Echter, de wedstrijdleider zag na twee uur spelen op alle andere resterende borden een mindere stand. Alle andere borden? Nee, op bord 8 speelde Wim Hoffenaar met een stuk meer!! Helaas, een verkeerde afruil en het stuk was weer teruggegeven met ook nog een pion minder! Toen zijn tegenstander in grote tijdnood kwam had Wim nog kansen de partij over de streep te trekken, maar Wim ging meespelen in de tijdnood van zijn tegenstander en gaf pardoes zijn dame voor een toren. Een vorkje over het hoofd gezien.

Hiermee verloor het Spaarne het zicht op een overwinning. Door de tactisch opstelling kregen Paul Mathot (bord 3) en Rob de Haan (bord 4) sterke tegenstanders en die wisten geen potje te breken. Invaller Robert Balm (bord 2) kwam goed uit de opening, maar miste een plan voor de juiste voorzetting. Pim Abbestee (bord 7) had, mede omdat een auto hem van de fiets had gereden, een zware avond. Hele partij onder druk en met diverse fysieke wonden kwam er ook nog een mentale bij, ook een nul.

Kortom een nederlaag. Begin maart een nieuwe kans tegen onze buurman Heemstede.

Paul Neering

S.V. Het Spaarne 2 1653 Excelsior 1736 3-5
1 Paul Ruber  2032  – Martien Herruer  1644 1-0
2 Robert Balm  1513  – Frans Koopman  1736 0-1
3 Paul Mathot  1648  – Ruud Eisenberger  1887 0-1
4 Rob de Haan  1737  – Johan Buis  1865 0-1
5 Paul Neering  1663  – Louis Witte  1768 1-0
6 Florin Omota  1624  – Henk Kos  1539 1-0
7 Pim Abbestee 1580  – Evert Schmit 0-1
8 Wim Hoffenaar  1433  – Luc Stet 0-1

Eerste schaak team ’t Spaarne in degradatie zorgen Ronde 6: S.V. Het Spaarne 1 - Krommenie: 2½ - 5½

Dat het zwaar zou worden in de promotieklasse was vanaf de eerste ronde duidelijk. Toch was ik als teamleider redelijk optimistisch over onze kansen om ons te handhaven. Immers, ons achttal heeft een goede bezettinggraad met een representief rating niveau. Geen zwakke plekken en een uitstekende mentaliteit.
En dus zag ik de match tegen Krommenie met vertrouwen tegenmoet.

Bij aanvang van de wedstrijd bleek de TomTom van onze tegenstander een geheel eigen mening te hebben over hoe de bestemmimg te bereiken, zodat maar liefst 6 spelers van Krommenie met een serieuze tijd achterstand moesten beginnen. Alvast voor ons team een pluspunt, maar het heeft niet mogen baten.

In chronologische volgorde van verslag bleef op bord 1 Colleen Otten overeind tegen Wim Moene. Na een overzichtelijke opening leek de met wit spelende Moene het betere van het spel te hebben, maar in de praktijk bleek het allemaal mee te vallen. Spannend werd het toen Wim onnodig een randpion weggaf, waardoor Colleen plotseling serieuze winstkansen kreeg. Duidelijk was het voor mij allemaal niet, maar Colleen voerde de partij toch met vaste hand naar winst. Ik was onder de indruk hoe je een klein voordeeltje tot een vol punt kunt uitbouwen!

Op bord 2 Leo Littel, met wit tegen Cor van Dongen. Nou had Leo twee jaar geleden al eens klop gehad tegen deze vriendelijk man en was hierdoor tot de tanden toe gewapend. Ook hier (zeg ik met mijn geringe kennis van het spel) kwam de Krommenie speler beter uit de opening, maar in het middenspel nam Leo zijn kansen waar en stond wat beter. Op het moment om daadwerkelijk daad bij woord te voegen, om er meer uit de stelling te halen, begon de zwartspeler te zwalken. Hij zag vele beren zijn plannen doorkruisen, om achteraf te beseffen dat dat waanbeelden bleken te zijn. Gevolg een dikke nul.

Op het volgende bord speelde Aad de Bruijn met zwart tegen Simon Groot. Na een dynamische opening dreigde de partij over te gaan in een statische stelling. Niets voor Aad dus en deze gooide een paard over de f-lijn naar binnen. De tegenstander mocht beslissen het wel of niet aan te nemen. De dynamiek bleef op het bord en toch was het de witspeler Simon Groot die er het meest van profiteerde. Na vijf uur spelen bleek het eindspel gewonnen te zijn voor wit, al was dat voor de vele omstanders lange tijd niet duidelijk. Toen Aad, na de partij, had vernomen dat het moeilijke eindspel altijd verloor had hij er vrede mee.

Waar bovenstaand verslag nog spraken was van stijd waar beide kampen kansen mochten koesteren. De partij aan bord 4 was na twee uur gespeeld. Onze man Loek Veenendaal liet na de opening een vol stuk insluiten. Met een stuk minder probeerde hij nog lange tijd Simon Dekker te verontrusten, maar die gaf geen krimp en schoof de partij na vier uur spelen professioneel uit.

En op bord 5 onze man Frans Arp tegen teamleider Erik Breedveld. Tsja, wat hierover te zeggen. Frans speelde met zwart en kwam minder uit de opening. Tactische wendingen zaten er niet echt in en dat is één van de sterke punten van Spaarne speler Arp met de bijnaam Koning. Bijna de hele partij moest Frans zijn stelling verdedigen. Geen enkele ambitie mocht hij hebben, behalve dan die van het behalen van een remise. Het lukte, al moet worden gezegd dat er een winnende afwikkeling werd gemist door de witspeler Breedveld.

Op bord 6 speelde Frank Taylor met wit die in goede vorm naar deze match toeleefde. Goede opening tegen Ed de Saegher. Langzaam en geduldig het middenspel in, met in het vooruitzicht een heerlijk centrumpionnetje. Ook ik zag dat de pion ging vallen en dat Frank met extra materiaal de partij mocht proberen te gaan winnen. Echter, de pion bleek zo giftig dat Frank er met een grote boog omheen had moeten gaan. Zijn hele stelling werd overlopen en weer een nul voor het Spaarne.

Is er dan nog goed nieuws?? Jawel, de man van bord 7, de geweldenaar!! Toegegeven, zijn tegenstander Werner Fritz had een uur(!) minder bedenktijd (zie opmerking TomTom). Maar Fer Mesman speelde een hele goede partij. Eerst kreeg hij een vreemde opening voor de kiezen. Gelukking had Fer een beetje steun aan grootmeester David Klein, die in een simultaan partij dezelfde opening speelde en Fer de geheimen had ingefluisterd, maar dat was jaren geleden. Fer vond achter het bord het juiste openingsplan, en toen de tegenstander na de opening een fout maakte knalde Fer er een vernietigende mataanval uit. Ik keek erna, en omdat het die middag de eerste uitslag was zag ik een overwinning in het verschiet.

Niets was minder waar. Een minuut later was het namelijk alweer gelijk. De beminnelijke Anneke Schol-Grin kwam moeilijk uit de opening tegen Sander Schilthuizen. De met wit spelende Schilthuizen was net begonnen met een veelbelovende pionnenopmars op de koningvleugel, toen hij een simpel schaakje overzag met als ongelukkig gevolg dat er een vol stuk moest worden ingeleverd.

De conclusie is dus dat ’t Spaarne met 2.5-5.5 heeft verloren van Krommenie. Maar nog twee kansen om ons toch te handhaven. Dan moet het maar gebeuren, eerst Volendam en dan de Uil. Ik heb er vertrouwen in.

Paul Neering

S.V. Het Spaarne 1892 Krommenie 1901
1. Colleen Otten 2083 Wim Moene 2161 1 0
2. Leo Littel 1920 Cor van Dongen 2113 0 1
3. Aad de Bruijn 1905 Simon Groot 1986 0 1
4. Loek Veenendaal 1903 Simon Dekker 1987 0 1
5. Frans Arp 1970 Erik Breedveld 1806 ½ ½
6. Frank Taylor 1855 Ed de Saegher 1783 0 1
7. Fer Mesman 1712 Werner Fritz 1730 1 0
8. Sander Schilthuizen 1791 Anneke Schol-Grin 1649 0 1

Het Spaarne 1 blijft in Alkmaar steken op 4-4 Ronde 5: De Waagtoren 2 - S.V. Het Spaarne 1: 4 - 4

Vriendelijk stad, dat Alkmaar. In een rustige Centrumstraat, waar in de bovenkamer van een Grand Café schaakvereniging Waagtoren haar externe wedstrijden speelt, gaan twee zware trappen omhoog naar een typische kamer boven het café met andere tapgelegenheden. Afgelopen zaterdag speelden daar maar liefst drie teams. Dat waren dus zo’n 48 schakers plus een handvol andere lieden die kwamen kijken. Drukte van belang en wennen voor de bezoekers. Krakende vloeren en piepend doorbuigende tafels. Het pand stamt uit de tijd van ruiter en paard, maar waar ook het voetvolk welkom was. Het ontbrak er maar aan dat het buiten miezerde.

Het moge duidelijk zijn, een perfecte plaats om op een zaterdagmiddag in december er eens goed voor te gaan zitten. En dan vol proberen uit te halen tegen een, op papier, sterkere tegenstander.

Het Spaarne-team speelde in haar sterkste opstelling met topspeelster Colleen Otten op het 1e bord. Zij trof het niet met Hebert Perez Garcia. Weliswaar speelde Colleen met witte stukken, maar de oude heer Garcia speelde alsof zijn jeugd terugkeerde tijdens het spel en pareerde een avontuurlijke opening met lenigheid waar menig speler jaloers op zou zijn. Op het juiste moment omschakelen naar een zakelijke afwikkeling en een vol punt voor De Waagtoren na amper 3 uur spelen.

Dan op bord 7: onze koning Arp. De opening Het Portugese gambiet uit het Scandinavisch dat door wit werd geweigerd. Tegenstander Marten Coerts had natuurlijk kunnen weten dat dit soort openingen een kolfje is naar de hand van Frans met zijn aanvallende stijl. Toch speelde de heer Coerts, in verloren stand, scherp op een counter-aanval wat mijn bewondering afdwong. Het mocht allemaal niet baten, want Frans was, ondanks zijn genomen pijnstillers tegen een rugspierontsteking, niet te stoppen. Hij speelde geen zwakke zetten en ging als een wals over de zwarte stelling. Dus stonden we weer gelijk.

Op naar bord 6, alwaar Frank Taylor goed uit de opening kwam. Met zwart nota bene. Frank zijn dubbelpion bleek geen nadeel. De open e- en b-lijn werden een bezit voor de zwartspeler, maar het was moeilijk beslissend voordeel te vinden. Langzaam vond witspeler Ton Fasel tegenspel door zijn dame achterin de zwarte stelling te posteren, maar dat kon alleen omdat Frank een ultieme winstpoging deed. Het nadeel was wel dat Frank schaak moest blijven geven om de partij te winnen. Dat eeuwig schaak lukte wel, maar de partij winnen echter niet. Hij was dichtbij, dat wel, maar alles was nog in evenwicht.

De bizarste partij was die op bord 3, waar Aad de Bruijn een Caro-Kann voorgeschoteld kreeg. Via de doorschuifvariant speelde Ronald Groot zijn c6-pion op naar c4, waardoor er een gesloten stelling ontstond. Vervelend voor zwart was wel dat wit moeiteloos al zijn stukken voor de zwarte koning neerzette. Dus moesten alle zwarte stukken terug rond de koning en bleef er weinig ruimte over daaromheen. De stelling schreeuwde om een offer. Het offer kwam, maar zwart hield stand. Toen de rookpluimen optrokken was het onduidelijk of de twee pionnen voor het stuk voldoende waren voor een half of vol punt. Aad won er nog een pion bij en met veel concentratie en nauwkeurigheid bracht hij het volle punt binnen. Ik was onder de indruk en: een voorsprong voor Het Spaarne.

Niet lang na deze winstpartij was de stand weer gelijk. Leo Littel op bord 2 kreeg namelijk voor de zoveelste keer een Alapin op het bord. Tegenstander Gerard de Geus wilde met kleine middelen een groot verschil maken, maar ging een gelijkwaardig eindspel in met 5 pionnen ieder en paard + loper tegen paard + loper. Vanaf dat moment was het de witspeler die het spel dicteerde en met vaste hand de partij naar zich toe trok.

Op bord 8 speelde onze man uit Havanna, Sander Schilthuizen. Rustig ging hij met de zwarte stukken op zoek naar een gelijke stand. Twee dagen voor de partij was er met schaakleraar Pieter Roggeveen partijen bekeken voor het ideale paardveld (waarbij de pionnenstructuur bepalend is) en toen kwam tegenstandster Timardi Verhoeff met de te verwachte paardmanoeuvre: ze speelde haar paard op d2 via f1 om naar e3. Op weg naar het `gat’ op d5. Er bleef voor haar een klein voordeeltje over in een eindspel met lichte stukken (loperpaar en kwetsbare damevleugelpionnen voor Sander). Maar het was nog even te ambitieus om het paard van e3 naar d5 te spelen. De na paardruil verkregen vrijpion was eerder een zwakte dan een sterkte. Vanaf dat moment groeide de winstkansen voor Sander en natuurlijk voor het Spaarne, een zweem van sensatie werd langzaam voelbaar. Vol punt binnen, met Het Spaarne op winst.

Loek Veenendaal op bord 4 had lange tijd het beste van het spel, maar met goed actief spel van Dirk van der Meiden was het tussentijds gewonnen pionnetje niet voldoende voor winst. Loek deed wel nog een uiterste poging waardoor de teamleider lichte hartkloppingen kreeg. Het was namelijk zijn tegenstander die nog even binnen kwam zonder te kloppen. De remisemarge werd niet meer verbroken, met als gevolg een 3-4 voordeel voor Het Spaarne. We hebben dus reeds een gelijkspel.

De laatste partij op bord 5 voor de definitieve knockout. Een halfje was voldoende. Fer Mesman met wit tegen Shannon Vlaar. Sterke speelster die ik ken van schaaklessen bij Jop Delemarre. De opening direct met een zenuwblokje d4-c4 tegen d5-c5. Shannon speelde redelijk vlug en had de stelling vaker op het bord gehad. Fer had tijd nodig om zich in te leven. Na verloop van tijd werd duidelijk dat de zwartspeelster beter met de stelling kon omgaan en kwam ze in het voordeel. Een belangrijke vrijpion stormde op naar voren. Maar Fer wikkelde af naar een eindspel waarin de vrijpion kon worden opgehaald. Remise leek haalbaar. Lag zelfs voor de hand en teamleider van Het Spaarne rekende zich al rijk door alvast een Belgisch biertje aan te nemen van een teamgenoot om de volle winst te vieren. Shannon Vlaar zag het anders en draaide de duimschroeven aan. In een eindspel van twee pionnen ieder met de kale koning rondom bleek de ruimte voor zwart winnend te zijn. Fer, in tempodwang, gaf mistroostig op. Toch een gelijkspel!

Iedereen terug naar Haarlem met mixed feelings en van pure ellende reed de teamleider ook nog zijn rechter voorband aan gort. Kwestie van te vroeg en te snel je rijk rekenen (nou ja, het was gewoon een te hoge stoeprand die hij even niet zag), maar iedereen in de auto schrok wel.

De Waagtoren 2 1934 S.V. Het Spaarne 1892 4 4
1. Hebert Perez Garcia 2046 Colleen Otten 2083 1 0
2. Gerard de Geus 2034 Leo Littel 1920 1 0
3. Ronald Groot 1920 Aad de Bruijn 1905 0 1
4. Dirk van der Meiden 1940 Loek Veenendaal 1903 ½ ½
5. Shannon Vlaar 1836 Fer Mesman 1712 1 0
6. Ton Fasel 1964 Frank Taylor 1855 ½ ½
7. Marten Coerts 1866 Frans Arp 1970 0 1
8. Timardi Verhoeff 1873 Sander Schilthuizen 1791 0 1

Hard gevallen en weer opstaan Ronde 4: Chess Society Zandvoort - S.V. Het Spaarne 2: 6 - 2

Het tweede van schaakvereniging Het Spaarne heeft zich niet aan kop van de 2e klasse kunnen nestelen. Het eerste team van Chess Society Zandvoort bleek veel te sterk.

Over de gevoerde strijd kunnen we kort zijn, 5 keiharde nullen. En alle nederlagen waren verdiend. Hoewel, nee. één speler had een vol punt kunnen oogsten. Natuurlijk, Joost Jansen, die na een wat mindere stand in het begin van het spel, kansen kreeg in het middenspel. Hij overspeelde zijn tegenstander, maar zijn tijdnood maakte uiteindelijk het verschil. In een gewonnen stand werd Joost, door een simpele combinatie te overzien, vreselijk met beide benen terug op aarde gezet. Na 12 keer extern op rij te hebben gewonnen kon Joost ermee leven. De enige overwinning kwam op naam van Florin Omota. Hij stond weliswaar een pionnetje achter, maar zijn tegenstander gaf er pardoes 3 pionnen voor terug. Dat door Florin in dank werd aanvaard.

Paul Ruber en Pim Abbestee sleepten er allebei nog een remise uit, maar dit voorkwam helaas niet de harde val. De volgende ronde staan we weer op, ik voel het, ik geloof erin.

Chess Society Zandvoort 1777 S.V. Het Spaarne 2 1689 6-2
1 Olaf Cliteur 1923 Paul Ruber 2032 ½-½
2 Chris van Bockel 1811 Joost Jansen 1714 1-0
3 Boudewijn Eijsvogel 1791 Arun Karwal 1818 1-0
4 Jan Vos 1796 Paul Neering 1663 1-0
5 Mudra Knook Paul Mathot 1648 1-0
6 Leo Keesman 1732 Florin Omota 1624 1-0
7 Eric Alferink 1742 Pim Abbestee 1580 ½-½
8 Jeroen Loos 1648 Wim Hoffenaar 1433 ½-½

Nipte nederlaag Het Spaarne 1 tegen HWP 1 uit Zaandijk Ronde 4: S.V. Het Spaarne 1 - Het Witte Paard: 3½ - 4½

Het was spannend afgelopen zaterdag tegen Het Witte Paard uit Zaandijk. Voor beide teams wordt het hard werken om zich te handhaven in de promotieklasse en een overwinning op een directe concurrent zou, op het einde van het seizoen, wel eens van grote waarde kunnen zijn.

Het begin was wisselend, Colleen Otten kwam na een rustige opening wat beter te staan. Leo Littel kreeg het Boedapester Gambiet tegen zich. Lastig om een betonopening te breken en zeker wanneer ik een kenner hoorde vertellen dat, in de variant die Leo speelde, geen a3 gespeeld mag worden (Leo duikt in de theorie en geeft in volgende rubriek commentaar).

Aad de Bruijn kreeg de gevreesde Chris de Saegher tegenover zich. En dat in een seizoenshelft dat al niet lekker verloopt voor Aad. Na twee en een half uur spelen was het klaar. Toch een ruilvariant gespeeld dat als slecht te boek staat en na nog een foute zet in het centrum stond wit al klaar om aan te vallen terwijl zwart de loper op c8 en de toren op a8 nog moest ontwikkelen. Ontgoocheld gaf Aad op om thuis de wonden te gaan likken, “dit kan er ook nog wel bij” moet hij hebben gedacht.

Naast Aad op bord 4 onze jonge (hoop in bange dagen) Loek Veenendaal. In de opening met wit krijgt hij de Caro-Kann tegen zich. Loek is een kenner in de Caro-Kann dus alle vertrouwen op een goed resultaat. Maar op bord 5 krijgen we een onaangename verrassing. Onze Frans Arp, steun en dragende kracht van ons team, laat een paard insluiten en staat direct verloren. Nog anderhalf uur doorgespeeld maar het mocht allemaal niet meer baten. Een tweede nul waarna donkere wolken zich samen pakten boven het strijdtoneel.

Terwijl het drama zich ontwikkelde naast hem, zette Sander op bord 6 zijn partij scherp op. De Engelse opening met tenslotte een transpositie naar een Siciliaanse draakvariant met een witte pion op c4. Boeiende opening, veel strijd en veelbelovend.

Kijkend naar bord 7, na twee en een half uur, à 3 uur spelen, begon het erop te lijken dat we zouden worden afgedroogd. Fer Mesman moest met zwart een damevleugel aanval afslaan die er niet om loog. De zwarte koning licht in gevaar, pionnenstoomwals van wit, reeds in stelling om de burcht van zwart te breken met daarachter de torens en dame. Wit’s koning volkomen veilig, ga er maar aanstaan.

Wellicht hoop op bord 8. Onze man Frank Taylor speelt brutaal (!?) maar zijn tegenstander bleek niet onder de indruk. Uiteindelijk, na een rustige ontwikkeling van de opening, leek het dat Frank wat had op de damevleugel. Maar nadat de zwarte loper op haar schreden was teruggekeerd van g7 naar f8 was het eerder zwart die de lakens uitdeelde. Niet genoeg om het evenwicht te verbreken: ½-½.

Al vlot daarna kwam Loek met de volgende ½-½. Tegenstander Jan Brink bleek ook een kenner van de Caro-Kann en dus een tussenstand van 1-3 voor Het Witte Paard. Toch werd het ongemeen spannend. Colleen op bord 1 zag haar voordeel verdampen en moest haar toevlucht nemen in een scherpe stand met een stuk minder. Twee verbonden vrijpionnen moesten het stuk compenseren, wat net niet lukte. En dus onverwacht nog een nul.

Maar op bord 2 kreeg Leo Littel de Boedapester burcht toch om, hoewel er wel het één en ander aan vooraf ging. Het eerste volle punt. Bij Sander op bord 6 moest het dus gaan gebeuren en dan maar hopen dat Fer op bord 7 de storm overleefd. Sander bleek, na afloop, twee voortzettingen te hebben gemist die tot winst leidde, met als gevolg ½-½.

Extra zuur, omdat Fer een inspanning van jewelste heeft geleverd door eerst de storm te hebben overleefd, ten tweede naar het eindspel toe een pionnetje wist te winnen, ten derde na 6 uur spelen dat pionnetje, in een paardeindspel, tot winst wist te voeren.

Maar uiteindelijk wel (nipt) verloren: 3½ – 4½. In de volgende ronde zijn er nieuwe kansen om het degradatiegevaar te voorkomen. Maar dan zullen we wel weer vol aan de bak moeten.

S.V. Het Spaarne 1892 Het Witte Paard 1914
1. Colleen Otten 2083 Alexander Kretzschmar 1850 0 1
2. Leo Littel 1920 Paul van Haastert 1977 1 0
3. Aad de Bruijn 1905 Chris Saegher 2151 0 1
4. Loek Veenendaal 1903 Jan Brink 1822 ½ ½
5. Frans Arp 1970 Christiaan Molenaar 1985 0 1
6. Sander Schilthuizen 1791 Robin Mandersloot 1763 ½ ½
7. Fer Mesman 1712 Rob van Praag 1 0
8. Frank Taylor 1855 Roland van Soest 1850 ½ ½