Regenwolken lossen langzaam op Ronde 1: Aartswoud K1 - Het Spaarne K1: 4-4

Drie weken geleden (15 september), op bezoek in Hoogwoud. Altijd lastig om daar te spelen tegen schaakvereniging Aartswoud, om onverklaarbare redenen, want het dorpje ligt rustiek in het Noordhollandse landschap. Het café is gemoedelijk, de speellocatie perfect en de sfeer aangenaam. Toch, als wij van Het Spaarne komen spelen, trekken donkere wolken zich samen. Precies boven Hoogwoud, zo rond 16:00 uur. Althans voor de Spaarnespelers die hun gelijke of betere stellingen proberen om te zetten in kostbare punten. De laatste jaren gingen de wedstrijden allemaal verloren. Ofschoon keer op keer het er op leek dat Het Spaarne met de volle buit zou terugkeren naar Haarlem. Maar na het uitbarsten van de donderwolken spoelden de punten aan bij de Aartswoutse kant van de speeltafels.

Dus, deze keer hadden we ons gewapend. Al reeds bij aankomst was de instelling strijdlustig, de temperatuur daalde als het ware een paar graden en we maakten ons breed. De ons gratis aangeboden koppen koffie, tijdens de eerste zetten, werden door ons nog wel geaccepteerd (we blijven tenslotte Hollanders) maar daarna verhardden onze gezichten. Gefocust op een goed resultaat!

In eerste instantie richtten wij ons op het eerste bord, onze steun en toeverlaat Colleen Otten die al menig belangrijk punt binnenbracht. Haar motivatie is belangrijk bij het begin van de partij en vaak af te lezen aan haar eerste zetten, en die waren 1.e3 gevolgd door 2. Pf3. Mmmm, dacht uw verslaggever (maar die speelt ook niet aan het eerste bord, sterker, helemaal niet in het 1e team). Colleens openingskeus had als doel tegenstander Marc Helder te dwingen tot positioneel spel. Marc, de topman van Aartswoud, was niet onder de indruk, maar wel verrast. Marc staat bekend als rekenwonder, aanvaller en tactisch zeer sterke speler. En hoewel Colleen een kleine individuele plusscore tegen hem heeft, gaf ze na de eerste zetten haar witte voordeel weg. In mijn ogen gebeurde er daarna niet veel, alhoewel Colleen aangaf dat er allerlei vileine grapjes in de stelling verweven zaten. Marc was zich hiervan blijkbaar bewust en de vrede werd snel getekend.

Onze nieuwe man in het eerste team, Paul Ruber, is een oude bekende in onze club. Door werkdrukte op eigen verzoek lange tijd niet opgenomen in de gelederen van het eerste team en lange tijd uitkomend op het eerste bord van het tweede team. Maar toen Paul met pensioen ging, zag hij het wel zitten om op de zaterdagmiddag een aangename partij schaak te spelen, uitgerust en wel. Absoluut een versterking in ons team en de verwachtingen waren hooggespannen: op bord 4 tegen Jean-Paul Ory (1943). Wel met zwart. Het werd een voorzichtige partij waarbij beide spelers geen risico’s namen. Ook hier was remise snel gemaakt. Dus: hoezo waren wij met het mes tussen de tanden afgereisd naar Hoogwoud? De vredespijp zat blijkbaar ook in onze broekzakken.

Wel was op de andere borden de vlam in de pan geslagen. Te beginnen met tovenaar Arp op bord 6, met zwart tegen Yvo Veenis (1871). Na de opening (geen idee welke) stond Frans beter. Meer ruimte, aantoonbare zwakte gecreëerd in de witte verdedigingslinie. Maar het moment naderde dat Frans materiaal moest gaan offeren om de witte verdediging uit elkaar te slaan. Een dubbel pionoffer was voldoende. Daaruit ontstond een voor Frans gunstige materiaalverhouding: dame tegen toren en paard. Vervelend was wel dat wit een vesting kon opbouwen die onneembaar was voor de dame van Frans. Frans vroeg aan de teamleiding of het remise mocht worden, maar uw teamchef voelde, strijdlustig als hij immer is ingesteld, plotseling weer het mes tussen zijn tanden zitten. Nee, was het antwoord, modder nog maar wat door, Frans!

Als de witte koning in het centrum was gebleven was remise onvermijdelijk geweest, maar de witspeler permitteerde zich een koningswandel achter zijn grachtengordel, en een gezocht verborgen bruggetje bracht verlichting voor het Spaarnekamp. Frans kwam binnen, ten koste van een belangrijke pion, waardoor de verdediging instortte, het Spaarne op voorsprong!

Spannend was het ook bij Loek Veenendaal op bord 3. Met wit tegen Jeroen Bakker (1971). De opening was een Spanjaard waarin Jeroen een oude Berlijnse variant uitprobeerde. Lange tijd stond Loek een tikkeltje beter, maar het begeerde punt kwam niet in beeld en dus remise.

Bij Aad de Bruijn tegen Rowan Louter (1691) gebeurde veel opzienbarends. Aad bracht met energiek spel zijn witte stukken richting de zwarte koning. Zag er indrukwekkend uit, duidelijk was dat wit het initiatief had. Zwart gebruikte veel tijd en bracht zijn zwarte paard van b8 met veel sprongen over naar veld g8 waar het de verdediging voldoende steun gaf. Aad hinkte op twee gedachten, koningsaanval, of de b-lijn openen. Toen Aad besloot de koningsaanval door te zetten had hij al teveel zetten geïnvesteerd in de optie “b-lijn open”, waardoor de partij kantelde. Rowan kreeg kansen en had deze moeten benutten maar achter het bord was het te moeilijk. Hij bood remise aan wat door Aad wijselijk werd aanvaard.

De vier zat in de klok en de donderwolken lieten ditmaal langer op zich wachten, of toch niet? We konden nog steeds bogen op een voorsprong. Achtstebordspeler Fer Mesman speelde met zwart tegen een verrassend sterke Toine Molenaar (1801). In een Caro-Kann kreeg Fer, die de lange rokade speelde, de getrapte variant (eigen woordkeuze voor wie gaat zoeken) – c3, c4 – tegen zich. De hele partij moest Fer op zoek naar zetten om de strijd gaande te houden. En uw teamleider zag dat die dekselse Molenaar telkens nieuwe dreigingen afvuurde op onze Spaarnespeler. Geen houden meer aan en een verdiende overwinning voor Molenaar. Direct na afloop deed uw teamleider, opportunist als ik ben, een transferaanbod. Maar Toine weigerde.

Stand weer gelijk, om gek van te worden.

Gelukkig, geheel rustig achter het bord, een rots in de branding: Sander Schilthuizen met wit. Tegenstander Pascal Zijlstra (1824) had hem twee seizoenen terug na zes uur spelen pardoes mat gezet midden op het bord. Dat was verleden tijd, maar niet vergeten. Na een interessante opening, met een dubieus Benko-achtig pionoffer van Sanders kant (niet geaccepteerd) ontstond een stelling met hangende pionnen op de damevleugel, waar een oordeel moeilijk over te vellen was, kwam er toch een klein voordeeltje voor wit op het bord. Sander moest op dit moment een plan verzinnen om het voordeel vast te houden. Tegenstander Zijlstra snoepte pardoes een pion in passieve stand. Aan San de taak het surplus aan actieve stukken en het bezit van een open a-lijn te verzilveren. De meningen over de methodiek, de ontstane kansen en de nauwkeurigheid waren verdeeld. Juist toen San concludeerde dat er niet meer in zat dan zetherhaling, en de zwartspeler in tijdnood was geraakt, beging Pascal een blunder met stukverlies als resultaat. Het resterende eindspel was niet al te moeilijk meer. Punt binnen voor Het Spaarne en de leiding gepakt: 3-4!

Dan bleef bord 2 over. Leo Littel vs. Wilko van der Gracht (2002). Hier ging het dan gebeuren. Lag winst in het verschiet? Een halfje was voldoende. Na vijf uur spelen waren er slechts een paar pionnen en een stuk geruild. Zeker: Leo had een hangende pion op d6 en wat minder ruimte maar daarentegen toch ruimte genoeg om d6 te verdedigen. D6, dat was het sleutelveld. Wilko schoof traag met zijn stukken, beetje naar links, beetje naar rechts. Veel gebeurde er niet, alles draaide om die zwakte op d6. Leo schoof met zijn dame en toren, gevaarlijk, omdat ie dan de dekking losliet, jawel van d6.

Dat had hij niet moeten doen. Wilko kwam binnen zonder kloppen en won. Eindstand: 4-4. Terecht misschien, en zonder het donderwolkenscenario dat Het Spaarne de afgelopen jaren fataal werd. Sympathieke tegenstanders, sympathieke speelplek. See you next year! Perhaps. Als Het Spaarne noch Aartswoud degradeert of promoveert.

Schaakgroet, Paul Neering

Aartswoud 1907 Het Spaarne 1896 4 4
1. Marc Helder 2149 Colleen Otten 2057 ½ ½
2. Wilko van der Gracht 2002 Leo Littel 1853 1 0
3. Jeroen Bakker 1971 Loek Veenendaal 1898 ½ ½
4. Jean-Paul Ory 1943 Paul Ruber 1981 ½ ½
5. Pascal Zijlstra 1824 Sander Schilthuizen 1867 0 1
6. Yvo Veenis 1871 Frans Arp 1864 0 1
7. Rowan Louter 1691 Aad de Bruijn 1911 ½ ½
8. Toine Molenaar 1801 Fer Mesman 1740 1 0

Quinten Ducarmon en Bram van der Velden winnen Grande Dame 2018

Bij het derde Grande Dame Rapidtoernooi mochten we zaterdag liefst 50 deelnemers ontvangen (12 meer dan vorig jaar) en ook kwalitatief was het niveau hoog.

De hoofdgroep was met een ratinggemiddelde van 2326 sterker dan ooit en de strijd om de eerste prijs eindigde tenslotte in een gedeelde toernooiwinst voor Quinten Ducarmon (Kennemer Combinatie) en Bram van der Velden (Delftsche Schaakclub), beiden met 3½ uit 5. Quinten maakte zijn favorietenstatus helemaal waar en Bram overtrof zichzelf groots. Met slechts een half punt minder deelden Fred Slingerland (Oegstgeest ’80) en Yong Hoon de Rover (De Waagtoren) de derde plaats.

Groep 2 (rating gem. 2004) was van een niveau dat in andere jaren zo maar groep 1 had kunnen zijn en hierin speelden de twee hoogst geplaatste spelers van Het Spaarne mee. Paul Ruber werd na een stroeve start nog keurig vierde (2½ punt), Colleen Otten deelde de tweede plaats met Ahnaf Uddin (Almere) (3 punten). Winnaar van groep 2 werd een vaste deelnemer aan onze toernooien (o.m. winnaar van Het Spaarne Rapidtoernooi 2009), Peter Poncin (Caïssa-Eenhoorn) met 3½.

Tja, groep 3, ik begin nog maar één keer over de gemiddelde rating: 1908! Aad de Bruijn ging in dit geweld enigszins ten onder (½ uit 5) en ook Loek Veenendaal was niet geheel tevreden: met 2½ gedeeld derde. Winnares in deze groep werd de pas 12-jarige Eline Roebers van VAS uit Amsterdam (4 punten).

Twee spelers behaalden dit jaar de maximale score van 5 uit 5. Dat waren de winnaars van groep 4, Fred Avis (Caïssa-Eenhoorn), en van groep 7, Jasper Gussenhoven (huisschaker te Zaandam).  Groep 5 ging met 3½ uit 5 naar Peter Bosschieter (De Raadsheer), groep 6 (ook met 3½) naar Gren Noteboom (Bakkum).

In groep 8 deed de man mee waardoor we van een internationaal toernooi mochten spreken. Srinivasan Paramasivam uit India is voor zijn werk twee weken in Nederland en wilde graag zijn krachten meten met de Nederlandse schaakvrienden. Hij deed het uitstekend en werd met 4 uit 5, samen met (over vaste deelnemers gesproken) Jim Meij (De Vennep), gedeeld eerste.

Ereplaatsen voor Het Spaarne waren er nog in groep 5 (Paul Neering en Florin Omota gedeeld 2e) en groep 7 (Robert Balm ongedeeld 2e). Geen groepswinnaars dus dit jaar onder onze deelnemers, maar toch mogen we als club tevreden zijn met een prachtige dag en een geslaagd toernooi. Volgend jaar doen we het maar weer op Pinksterzaterdag.

Uitslag Grande Dame Toernooi 2018

Groep 1 QD BvdV YHdR FS ZP EvB Totaal
Quinten Ducarmon (2492) ½ 0 1 1 1
Bram van der Velden (2178) ½ 1 0 1 1
Yong Hoon de Rover (2410) 1 0 1 0 1 3
Fred Slingerland (2350) 0 1 0 1 1 3
Zhaoqin Peng (2358) 0 0 1 0 1 2
Esper van Baar (2166) 0 0 0 0 0 0
Groep 2 PP CO AU PR JH PY Totaal
Peter Poncin (2009) 1 0 1 1 ½
Colleen Otten (2057) 0 1 0 1 1 3
Ahnaf Uddin (1989) 1 0 0 1 1 3
Paul Ruber (1981) 0 1 1 ½ 0
Jan Havenaar (2005) 0 0 0 ½ 1
Pim Ydo (1981) ½ 0 0 1 0
Groep 3 ER FvR MvG FG LV AdB Totaal
Eline Roebers (1961) 0 1 1 1 1 4
Fred van Randen (1859) 1 1 0 ½ ½ 3
Martin van Gils (1941) 0 0 ½ 1 1
Floris Golbach (1939) 0 1 ½ 0 1
Loek Veenendaal (1897) 0 ½ 0 1 1
Aad de Bruijn (1849) 0 ½ 0 0 0 ½
Groep 4 FA JR AH EvN RdH CI Totaal
Fred Avis (1754) 1 1 1 1 1 5
Jaron Rosegg (1780) 0 1 ½ 1 ½ 3
André Hendriks (1820) 0 0 1 ½ 1
Erik van Nassau (1816) 0 ½ 0 1 1
Rob de Haan (1756) 0 0 ½ 0 1
Cok Ippel (1725) 0 ½ 0 0 0 ½
Groep 5 PB PN FO PO MT PA Totaal
Peter Bosschieter (1671) ½ 1 0 1 1
Paul Neering (1698) ½ 1 0 1 ½ 3
Florin Omota (1710) 0 0 1 1 1 3
Paul Oudshoorn (1638) 1 1 0 0 1 3
Michiel Terwee (1645) 0 0 0 1 1 2
Pim Abbestee (1627) 0 ½ 0 0 0 ½
Groep 6 GN JM ST HP FS PK Totaal
Gren Noteboom (1563) 1 1 1 0 ½
Johan Metz (1559) 0 0 1 1 1 3
Sybe Terwee (1564) 0 1 1 1 0 3
Hans Pot (1558) 0 0 0 1 1 2
Frank Sala (1574) 1 0 0 0 1 2
Paul Koks (1608) ½ 0 1 0 0
Groep 7 (zwitsers) JG RB HH WB RA PK PdV RF Totaal
Jasper Gussenhoven (1270) 1 1 1 1 1 5
Robert Balm (1543) 0 ½ 1 1 1
Henny Heima (1508) 0 ½ ½ 1 1 3
Wim Bergers (1522) 0 0 ½ 1 1
Raymond Altman (1397) 0 ½ 1 ½ 0 2
Peter Kaptein (1545) 0 ½ 0 0 1
Peter de Vries (1429) 0 0 ½ 0 1
Richard Fritschy (1544) 0 0 0 1 0 1
Groep 8 JM SP RV BJM AF AB Totaal
Jim Meij (1369) ½ 1 ½ 1 1 4
Srinivasan Paramasivam (1319F) ½ ½ 1 1 1 4
Roald Vos (1286) 0 ½ 1 ½ 1 3
Bert-Jan Melchers (1232) ½ 0 0 1 1
André Fivet (885) 0 0 ½ 0 1
Adrian Besseling (-) 0 0 0 0 0 0

Degradatie zonder zorgen Ronde 9: HWP Haarlem 3 - S.V. Het Spaarne 1: 4-4

Op bezoek bij HWP 3 afgelopen zaterdag kreeg het Spaarne een teleurstelling te verwerken…. het gelijkspel tegen onze buren voelde aan als een nederlaag. Eén na laatste plaats in de eindschikking zou betekenen dat we een klasse lager gaan spelen en dus terug naar de onderbond 1e klasse.

Maar het volgende seizoen is alles anders en hoeft het gelijke spel geen gevolgen te hebben omdat de gehele externe competitie op de schop gaat en wij waarschijnlijk “gewoon” 4e klasse KNSB gaan spelen.

Maar toch…. winnen zou toch wel prettig zijn geweest. Kansen daarop, we moeten eerlijk zijn, waren eigenlijk niet aanwezig. Vanaf het begin leek alles nog veel belovend maar richting het derde speeluur werd duidelijk dat HWP zou gaan winnen. Het mag een wonder heette dat we nog wegkwamen met 4-4.

Held van het eerste uur was Frank Taylor. Tegenstander Sjoerd van Raaij strafte een openingsfout van Frank goed af door een stukoffer op langere termijn te plegen. Maar hij nam zijn kansen daarna niet goed waar. Aldus rolde het eerste volle punt binnen voor Het Spaarne omdat Frank, na het zwakke begin, ijzersterk speelde!

Op bord 7 was toen al een remise gespeeld tussen Aad de Bruijn tegen Adrie Pancras. Niet veel over te zeggen… Aads seizoen was al reeds dramatisch en hij kwam mij vertellen dat ie ook niets zag in de resterende stelling, overgebleven uit een Caro-Kann-opening. Remise dus en nog niets aan de hand.

Ook bord 5 en 6 eindigden in remises. Frans Arp op 5 won een pion maar zijn toren verdwaalde op de koningsvleugel. Tegenstander Frank Beverdam centraliseerde zijn stukken, won de pion terug en miste tussendoor nog een betere voortzetting, dus we mochten niet klagen. En Sander tegen HWP-voorzitter Paul Tuijp leek soms wat beter te staan – hij was zelfs even zeer optimistisch na een remiseaanbod, maar dat was de bekende wens van de vader en de gedachte. Misschien stond de witspeler in de slotstand zelfs beter.

Daarna maakte ik even een rondje. Wat bleek…? Fer op bord 8 verloor een stuk en kreeg er twee pionnen voor terug maar erger was de positie van Loek op bord 2, met zwart. Een dreun deelde zijn tegenstander uit door een gat te slaan in de zwarte verdediging: Pxg7! Het witte paard keek ook vol verlangen naar veld e6 waar een paardvork dreigde. De zwarte monarch moest van de g-lijn af (Kh8) en daarom kon Loek wel opgeven (Pxe6 dus). Een nederlaag tekende zich af…

Want ondertussen stond Colleen Otten op bord 1 ietsje beter maar het was moeilijk voor haar om een juist plan te vinden. En op bord 3 moest Leo Littel met wit zien om te gaan met een iets minder florissante positie én met een tegenstander (Xander Giphart) die met veel zelfvertrouwen speelde vanwege zijn ruime plusscore. De inschatting was op dat moment: dit zijn geen partijen die volle punten gaan opleveren, hoewel ik natuurlijk hoopte dat Colleen met haar “octopus” op d6 wel eens een beslissing ten gunste van Het Spaarne zou kunnen forceren… nee dus bleek niet veel later… een blunder kostte een loper. Einde partij. En ook Leo liet een batterij toe op veld f2….. er volgde een simpele afruil, waardoor twee pionnen sneuvelde… ook een nul.

Waren er dan nog lichtpuntjes? Jawel. HWP-speler Eelco Kummer was zo vriendelijk om in gewonnen stand tegen Fer zijn paard weg te blunderen. Daar baalde de witspeler zichtbaar van en ondanks zijn taaie verzet om er toch nog een halfje eruit te peuren speelde Fer rustig en beheerst de in de schoot geworpen stelling, met nu een pion meer, uit. Een gestolen punt, maar wel lekker.. en dus tussenstand 3.5-3.5.

En dus terug naar de laatst lopende partij, op bord 2. Loek had niet opgeven en stond totaal verloren, maar de witspeler, Frank Homburg, liet Loek terugkomen in de partij. Eerst door toe te staan dat Loek de zaken compliceerde door tactische wendingen in te brengen, daarna door niet het juiste plan weten te vinden … en tot slot door een stuk terug te geven. En nog stond de HWP-speler gewonnen. Hij vroeg aan de omstanders wat de tussenstand was en hoorde dat zijn partij beslissend was voor winst of gelijke stand. Dat heb ik weer, verzuchtte hij om even later in te zien dat een gewonnen stand niet altijd wordt gewonnen.

Locatie prima, sfeer uitstekend en terras na afloop gezelling…. goeie uitslag !!

Paul Neering

HWP Haarlem 3 1847 S.V. Het Spaarne 1884 4 4
1. Theo Gosman 2053 Colleen Otten 2057 1 0
2. Frank Homburg 1802 Loek Veenendaal 1957 ½ ½
3. Xander Giphart 1997 Leo Littel 1875 1 0
4. Sjoerd van Raaij 1758 Frank Taylor 1887 0 1
5. Frank Beverdam 1829 Frans Arp 1895 ½ ½
6. Paul Tuijp 1764 Sander Schilthuizen 1798 ½ ½
7. Adrie Pancras 1795 Aad de Bruijn 1873 ½ ½
8. Eelco Kummer 1779 Fer Mesman 1707 0 1

Eindstand Clubkampioenschap Snelschaken 2017-2018

29 maart 2018
Uitslag Clubkampioenschap Snelschaken 29-03-2018
No.  PNo.  Name                          R1    R2    R3    R4    R5    R6    R7    R8    R9    CB Score
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------
  1.    5  Karwal, Arun                 16w1  18b1   1b1   2w1   4w1   6b1  14w1   3b½     =    0  8.0
  2.    1  Van Baar, Esper              11w1   8b1   5w0   3w1   2b1  14b½   4w1  22b1     =    0  7.0
  3.    2  Ruber, Paul                  13b1  10w1   6b1   5b0   1w0  19w1   3b½   8b1     =   -2  6.0
        3  Veenendaal, Loek             14w½  23b1   8w1   1b0   6w½  22b1   2w½   5w½  11b1    1  6.0
  5.    9  Neering, Paul                   =     =     =     =     =   7w1  19b½   4b1     =   -1  5.5
       14  Deurloo, Marco                3b½   4w0  22w1  19b1  10b1   1w½   5b0  13b1     =   -2  5.5
  7.    6  Schilthuizen, Sander          4w1  20b1   2w0  23w1   3b½   5w0     =     =     =    2  5.0
  8.    4  De Bruijn, Aad                6b0  14b1  18w1  10w1   5b0  23w1   1b0   9w0     =    0  4.5
        7  Omota, Florin                18w0  16b1  19w0  20b½  11w½   9b0  12w1  23w1     =    2  4.5
        8  De Haan, Rob                 21b1   1w0   3b0  13w0  16b1  12w1  10b1   2w0     =    0  4.5
       19  Metz, Bercis                 23w0  21w1   7b1  14w0  13b1   2b0   9w½  16b½     =    0  4.5
       22  Bijvoets, Ted                10b0  12w1  14b0  11b1  18w1   3w0  23b1   1w0     =    0  4.5
 13.   10  Mathot, Paul                 22w1   2b0  20w1   4b0  14w0  18b1   8w0  12b½     =    0  4.0
       13  Abbestee, Pim                 2w0  11b0  21w1   8b1  19w0  17b½  20b1  14w0     =    0  4.0
       16  Van Kempen, Ronald            5b0   7w0  12b0  21b1   8w0  11b1  18w1  19w½     =    0  4.0
 16.   11  Vromans, Noud                 1b0  13w1  23b0  22w0   7b½  16w0  21b1  20w1   3w0    1  3.5
       18  Schiermeier-Palm, Gerda       7b1   5w0   4b0  12w1  22b0  10w0  16b0  21w1     =    0  3.5
       23  Van der Heide, Rykle         19b1   3w0  11w1   6b0  20w1   4b0  22w0   7b0     =    0  3.5
 19.   12  Sala, Frank                  20w0  22b0  16w1  18b0  21w1   8b0   7b0  10w½     =    0  3.0
       20  Philipsen, Jeroen            12b1   6w0  10b0   7w½  23b0  21b1  13w0  11b0     =   -2  3.0
 21.   17  Bergshoeff, Bert                =     =     -     -     -  13w½     -     -     =    1  2.0
 22.   21  Fivet, Andre                  8w0  19b0  13b0  16w0  12b0  20w0  11w0  18b0     =    0  0.5