Geflatteerde zege in Zandvoort Chess Society 2 - Spaarne 2 1-5

We dachten, voor de deur van ons clubhuis, dat we het noodlot tegemoet gingen, want het zag er naar uit dat Martin Zegstroo niet kwam opdagen, om kwart over zeven. We zouden met z’n vijven gaan rijden naar Chess Society in Zandvoort, het dorp waarbij tegenwoordig eens per jaar veel herrie en stank wordt geproduceerd door de race-monsters. Op het allerlaatste moment kwam hij toch nog, zodat we niet met vijf man hoefden aantreden.

Onze chauffeur (Paul Neering) beschikt over een prima geheugen; hij wist nog precies hoe we er moesten komen. De entree was nogal veranderd in vergelijking met de vorige keer. De barruimte was nu een soort mega-altaar of heiligdom voor Max Verstappen geworden. Al het personeel was in Max. Vriendelijke mensen echter die ons prettig bedienden. Maar het was wel te merken dat de tent niet gesubsidieerd was. Voor een paar drankjes was ik 16,50 kwijt. In de Laan van Berlijn kun je voor dat bedrag als een balletje de deur uit gaan. Maar goed, de speelzaal was groot genoeg om naar behoefte te ijsberen en dat was voor sommige schakers nodig, om de frustraties uit het hoofd te bannen.

We beginnen dit verslag halverwege de avond als na de 23e zet van wit aan het 6e bord, Ton van Kempen, een remiseaanbod doet. Weliswaar staat zwart beter maar teamcaptain Paul Neering (mede-ondergetekende) neemt de tijd om eerst even te kijken of een remise het eindresultaat van de totale score niet negatief beïnvloedt. Bord 1 (Jeroen Loos tegen zijn oude club) staat goed voor Het Spaarne, de stelling op het tweede bord (Martin Zegstroo) is onduidelijk en ook op bord 3 (Paul Mathot) kan het nog alle kanten op. Echter, op bord 4 en 5 staat Het Spaarne duidelijk op verlies en dus wordt het remiseaanbod afgeslagen.

Een half uur later loopt Chess-Society-speler Kees Koper zwaar in mineur rond om te mompelen dat hij klaar is met dat hele schaakgedoe. Hij speelde een goede partij met wit: lange tijd lag hij op ramkoers om zwartspeler Robert Balm tot zinken te brengen, maar Kees kwam met één ruk tot stilstand. Lang had hij naar de stelling gekeken om een beslissende klap uit te delen, maar zag mat in één over het hoofd.

Op bord 5 speelt Pim Abbestee met zwart tegen Willem Elshout, een oud-clubgenoot. Pim over die partij: ‘Willem is een vriendelijke lobbes, maar ik speel niet graag tegen hem. Op de een of andere manier worden het altijd irritante partijen die na een zenuwachtige slotfase in remise eindigen. Dat was deze keer niet anders. Maar nu bakte ik het wel erg bruin. Ik was zo slordig in de opening dat ik een paard op e4 toestond dat niet meer verdreven kon worden. De hele partij moest ik slalommen en verdedigen, om tenslotte toch in een straal verloren eindspel terecht te komen. Geloof het of niet, maar hij had op het laatst drie verbonden vrijpionnen in het midden van het bord plus een toren. Ik had alleen nog een toren. Zo ver heb ik het maar zelden laten komen. Maar een truc in verloren stand, daar ben ik op de een of andere manier wel gehaaid in. Kortom, ik heb hem weten te bezwendelen. Hij lette even niet op omdat hij zo huizenhoog gewonnen stond en liet mij op onnozele wijze twee boeren terugpakken. Zijn koning stond daarna net niet goed, waarna hij zijn pluspion niet kon laten promoveren. Ik kon de oppositie pakken; het werd dus nog remise. Dit soort getrut overkomt mij veel te vaak. Wanneer leer ik nu eens om vanaf het begin een behoorlijke stelling op te bouwen?’

Op deze fortuinlijke remise volgde een winstpartij aan het eerste bord (Jeroen Loos) en een remise aan bord 3 (Paul Mathot), dus hadden we genoeg aan een remise op bord 6. Juist op dat moment had Ton van Kempen van Chess Society een wat mindere stelling in evenwicht weten te brengen, om vervolgens vreselijk mis te tasten. Er kwam een zet op het bord die in één keer zijn koningsstelling openbrak waardoor hij kon opgeven. Toen ook Martin Zegstroo (bord 2) met de zwarte stukken zijn duidelijk minder staande stelling ’tot winst kon voeren’ door zomaar een toren cadeau te krijgen…. tsja …. dan staat er 1-5 op het wedstrijdformulier en ga je toch met een lekker gevoel naar huis. Geflatteerd was de zege wel, ja, zeer zeker wel!

Paul Neering

Pim Abbestee

 

Bord 1  Jeannot Tuijnman (1719) – Jeroen Loos (1718)            0 – 1

Bord 2  Eric Alferink (1729) – Martin Zegstroo (1768)                  0 – 1

Bord 3  Mudra Knook (1734) – Paul Mathot (1639)            ½ – ½

Bord 4  Kees Koper (1679)  – Robert Balm (1417)                        0 – 1

Bord 5 Willem Elsthout (1601) – Pim Abbestee (1547)      ½ – ½

Bord 6 Ton van Kempen (1556) – Paul Neering (1619)       0 – 1

 

Gemiddelde rating Chess S.: 1670

Gemiddelde rating Spaarne: 1618

Niet altijd rozengeur en maneschijn Combiteam Spaarne / Heemstede - Zukertort Amstelveen 3 2,5 - 5,5

Afgelopen zaterdag was de tweede ronde van ons combiteam in de 5e klasse van de KNSB. Dachten we het sterkste team de vorige keer te hebben gehad, verscheen er afgelopen zaterdag opnieuw een achtkoppig monster in ons onderkomen aan de Schubertlaan: het ‘monster’ had gemiddeld tweehonderd elopunten meer per bord, met als uitschieter iemand van 2162. Gezien de eerste ronde, toen  Zukertort Amstelveen 3 thuis een team opstelde met een gemiddelde rating van 1624, was het gemiddelde voor de wedstrijd tegen ons opgeschroefd tot 1850. En dan te bedenken dat er op bord 6 een ratingloze speler plaatsnam: dhr Gibadulli (hij heeft een rapidchesspuntcomrating van dik boven de 2000).

En net als de vorige keer hoopten we op een wonder. De teamcaptain had de zwaargewichten zien binnenkomen, maar waarschuwingen hadden geen zin meer. We moesten zwaar aan de bak. Chronologisch pak ik dit verslag aan. Zelf stond ik reserve en kon zo een redelijke kijk krijgen op wat zich afspeelde op de borden.

Op bord 8 speelde Joren Braakhuis (1437) tegen Aashray Mittal (1600). Met wit ging het, in een Siciliaanse opening, direct helemaal mis voor Joren. Toen ik voor de tweede keer ging kijken bij zijn bord zag ik dat Joren een kwaliteit had weggeven zonder enige compensatie. Na wat schouderophalen en meerdere verzuchtingen herpakte Joren zich, offerde in het middenspel nog een stuk, maar zijn tegenstander liet hem niet terugkomen in de partij en trok de winst verdiend binnen.

Op bord 7 zat onze man uit Heemstede, Henk Post (1439). Zijn tegenstander Shrey Shah (1582) kreeg ook een Siciliaan voorgeschoteld. Henk kwam niet lekker uit de opening. Het werd zelfs zo erg dat een nederlaag onvermijdelijk leek, omdat wit lang had gerokeerd en de g-lijn half had geopend. De zwarte koning kwam lelijk op de tocht te staan. Echter, de witspeler greep zijn kansen niet en zwart mocht zich terugvechten in de partij. Dat deed Henk met verve, kwam een toreneindspel binnen met een pion extra. Die was niet voldoende voor winst, maar gezien het gehele verloop van de partij kwam toch tevredenheid op beide gezichten. Remise.

Tsja… gaan we naar bord 6 met Sybe Terwee (1608) met wit tegen de Rus Erast Gibadulli (unrated qua elo, maar een 2000-speler). Vanuit een Engelse opening met een fianchetto-loper ontstond een bizarre stelling waarin de zwarte dame diep in de witte stelling aan het ronddolen was. Daardoor werd zij echter ook een prooi. Een opsluiting dreigde, maar de zwarte dame ontsprong de dans en kon dankzij een kleine combinatie groot materiaalvoordeel behalen. Toen verslapte de concentratie van de zwartspeler en maakte hij een blunder. Gevolg was dat wit, redelijk geforceerd, kon afwikkelen naar een gewonnen eindspel. Een wit paard versus twee verbonden vrijpionnen! De spanning van de partij had haar tol geëist en Sybe liet de vette vis wegglijden, zag de winst niet meer glinsteren en verloor, tot zijn grote schrik, de partij nog. Zulke partijen kennen we allemaal. Oef.

Op bord 5 Pim Abbestee (1561) tegen Hugo Luirink (1754). Met zwart kon Pim niets creëren en zijn tegenstander speelde ook niet spannend. Dus werd het een wat saaie opening waarin er veel met stukken werd geschoven. Alleen het schuiven van Pims tegenstander was wel effectiever. Te laat zag Pim dat zijn pion op b7 een zwakke broeder was en erger…. bij het verdwijnen van deze jongen stortte zijn hele stelling in elkaar. Terecht verloren, uithuilen en opnieuw beginnen.

Zijn er dan geen winstpartijen te melden? Jazeker wel. Onze nieuwe man Martin Zegstroo (1778) speelde op bord 4 tegen Nico Louter (1916). Met wit kreeg Martin een Aljechin tegen zich met de variant g6 – Lg7. Vroeger speelde Martin bij de schaakvereniging ODI (ontspanning door inspanning) en daar was het spelen van de Aljechin schering en inslag. Dus Martin was absoluut niet verrast door de zwartspeler en dat bleek ook tijdens de partij. Wit kwam goed door de opening, met een veelbelovende stelling in het middenspel en toen was het zoeken om verder te komen. Zoeken, zoeken en uiteindelijk vond Martin de winstweg hoewel zijn tegenstander hem wel hielp. Maar ach…. helemaal niet erg. Gefeliciteerd Martin, weer op naar de 1800-grens!!

Jan Koopman op bord 3 (1624) heeft het zwaar gehad. Zijn tegenstander John Spinhoven (1890) met meer dan 250 ratingpunten aan surplus bouwde de druk gestaag op. Vooral veld f6 had het zwaar te verduren. Manmoedig hield Jan stand maar uiteindelijk voorvoelde je dat de dam zou breken. Dat gebeurde dan ook. En dat vanuit een Engelse opening.

Dan naar bord 2 waar onze topman speelde. Nu eens niet op bord 1. Theo Kroon (1915) tegen Wim Moene (2162). Een Franse opening met een uitgestelde ruilvariant. Mmmmm, het was niet een spectaculaire opening waarna lange tijd een status quo op het bord ontstond. Even spelen op de ene vleugel om daarna weer te switchen de andere kant op. Kleine zetjes en telkens kijken waar je je tegenstander pijn kan doen. Na dame en torenruil stond de koningsvleugel vast en dus alle actie op de damevleugel. Theo, met een loper, een pion (dubbel) meer en Wim met een paard, een vrijpion op de a- lijn.

Na vier uur spelen ontstond er een spannend gevecht. Wim probeerde de a-pion verder te krijgen, sloeg een remiseaanbod af. Om verder te komen moest zijn koning ook naar de a-lijn, een heel eind weg van een potentieel vrije h-pion. Zonder het uit te rekenen maar op gevoel besloot Wim de a-pion op te spelen. Theo moest hierdoor zijn loper opgeven maar was ruim op tijd om de zwarte h-pion op te ruimen en vervolgens te promoveren met zijn eigen vrijpionnen. Zover liet Wim Moene het niet komen. Hij gaf op. Heerlijk… ook hier zo’n 250 ratingspunten verschil maar nu in ons voordeel! Geweldig gespeeld, Theo!

Nog één bord te bespreken, namelijk het eerste. Bré de Roo (1827) wilde het wel eens proberen op ‘pole position’. Ik had de eerste ronde van Zukertort Amstelveen 3 bekeken en dacht een gelijkwaardige tegenstander te hebben voor Bré. Niet dus… Michiel Harmsen (2048) was een maatje te groot. Nog redelijk kwam Bre uit de opening. Wit had wat meer ruimtevoordeel waardoor zwart nauwkeurig zijn zetten moest uitmeten. Nadat hij die ruimte had weggegeven gaf de witspeler zwart geen enkel aanknopingspunt om terug te komen. Langzaam maar zeker kwam Bre in de verdrukking en moest hij opgeven.

Terechte uitslag waardoor de eindstand op 2.5 – 5.5 kwam. We hebben gestreden en verloren. Naar mijn gevoel toch een redelijk uitslag. De volgende match is tegen Santpoort 2 op 25 november (over 3 weken al), uit in Velserbroek.

Misschien wordt het daar wel rozengeur en maneschijn…

Paul Neering