Mijn partij was bijna ten einde maar dat wist ik nog niet. Ik keek opzij, Loek en zijn tegenstander schikten de stukken terug in de beginopstelling. Partij afgelopen. Loek zette de witte koning op e4. Ik stond op en fluisterde: de zwarte koning moet toch op e5 staan? Nee, ik heb gewonnen. Het ging me opeens dagen: oh…. het was mat! Ja, met toren d5. Hij zei het niet achteloos, eerder verheugd, enigszins opgewonden (de ultieme gamechanger, met een Duits tintje, tenminste als je als voetballiefhebber nog steeds gelooft dat Duitsers altijd in de laatste minuut scoren). Een goede journalist zou nu de vraag kunnen opwerpen: is Loek Veenendaal een Duitser? Of: zijn jullie er blij mee om een Duitser in jullie team te hebben? (Leeft Horst Blankenburg nog?) Tegenargument: maar Loek is wel een goede Duitser! (Ik heb niets tegen Duitsers of tegen Duitsland, ondanks de opvattingen die een rabiate Oostenrijker met een vermeende micropenis een eeuw geleden meende erop na te moeten houden aangaande het voortbestaan van zes miljoen … (nou ja, vult u maar in).
–0–
Een halve middag had Loek aangekeken tegen een rampzalige stelling: twee pionnen achter, nadat hij een tactische grap van tegenstander Pasti in het vroege middenspel had overzien. Ik feliciteerde hem met een schouderklop en besloot om nooit meer te zeggen dat te lang doorspelen in verloren stelling irritant kan zijn. Of heb ik dat nog nooit gezegd?
Loeks onverwachte zege bracht de dolle toren van Aad de Bruijn in herinnering, in het vorige seizoen tegen Heerhugowaard, maar toen ging het slechts om een halfje, niet om het volle pond, want dolle torens ontlenen hun kracht slechts aan de kans op een smadelijk of zegenrijk pat. Loek werd dan niet de matchwinner – dat werd invaller Yashin van Kesteren op bord 7 -, maar het onverwachte einde van zijn partij maakte achteraf wel het verschil. Anders waren we misschien zonder matchpunten weer uit Alkmaar vertrokken.
–0–
Het werd op zaterdag 22 november een enerverende wedstrijd tegen De waagtoren 3 in wijkcentrum Overdie, waarin schaken, hoe vaak ook beoefend door onkundige handen als de onze, als sport/ spel/ kunstvorm zijn veelzijdigheid kon etaleren, met als zevenklapper het spektakelstuk dat Yashin van Kesteren en tegenstander Daan de Vetten tevoorschijn toverden.
Colleen Otten opende de score in het voordeel van Het Spaarne. Snelle zege. Op bord 1 versloeg ze met de witte stukken tegenstander Van der Hauw in een gesloten Siciliaan:
Frans Arp bracht de stand zelfs op een riante 0-2, al moet gezegd dat zijn troepen er lange tijd redelijk beroerd aan toe waren. Twee zwarte paarden dresseerden zich de witte koningsstelling in en confisqueerden pion g2, toen Frans verzuimde 22. g3 te spelen. Het was moeilijk uit te rekenen. Daarna werd het zwarte paard plotseling gevangen na een blundertje van formaat (Df7-h5). Einde partij (een paardoffer op e4 had zwart nog wel in gevecht hebben kunnen houden).
Dan bord 6: Aad de Bruijn speelde een interessante partij, maar verspeelde een halfje door zijn dame in de schoen van tegenstander Buitink te leggen. Jammer! Tandenknarsend haalde hij zijn partij ’s avonds door de enginemolen.
Ikzelf speelde op bord twee een gambietachtige variant die tegenstander Alvarez enigszins slapjes behandelde. Ik kwam een tikkel beter uit de opening, maar was vervolgens zo vriendelijk om pion h7 in de aanbieding te doen. Er was wel enige compensatie die mijn engine achteraf op een halve pion inschatte. Maar toch, het onbedoelde Sinterklaascadeau voelde als een rode kaart vroeg in de wedstrijd. En probeer dan maar eens de remise over de streep te trekken. Wits voordeel sloop enginetechnisch op naar meer dan 1.0 tegen de veertigste zet aan, maar toen beging tegenstander Alvarez een slordigheid die mij terug in de wedstrijd bracht.
Een analyse met Alvarez kwam er niet van. Terug de speelzaal in met een drankje. De tussenstand was inmiddels 3-4. Yashin van Kesteren was nog bezig. Kon de vis op het droge brengen. In een toreneindspel werden de zetten herhaald. Remise. En twee matchpunten in de tas terug naar huis. Voor die puntendeling werd beklonken, ontvlamde de partij in een spektakelstuk, met een paardoffer van wit en een dame-offer van zwart. Kijkt u mee:
Door deze nipte zege staat Spaarne 1 zelfs bovenaan in klasse 4D. Hopelijk gaat er nu niemand uitgebreid filosoferen over een kampioenschap, of promotie naar de derde klasse. Van uw verslaggever hoeft dat niet, ofschoon gezonde ambitie in het schaken mij niet vreemd is. De sterkste teams moeten we nog ontmoeten. Voor degradatie hoeven we met zeven matchpunten in ieder geval niet bang te zijn. Voorlopig zitten we riant op het pluche. Het pluche van de niet-degradant.
Schill
|
Rating
|
Rating
|
|||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Hauw van der, H.J. (Henk) | 1959 | Otten, C.J. (Colleen) | 2038 | 0 – 1 | ||
| Alvarez Alonso, A.A. (Alberto) | 2017 | Schilthuizen, A.P. (Sander) | 1981 | ½ – ½ | ||
| Pasti, F. (Fabio) | 1917 | Veenendaal, L. (Loek) | 1939 | 0 – 1 | ||
| Steenoven van, L. (Leo) | 1901 | Ruber, P.J.P. (Paul) | 1953 | ½ – ½ | ||
| Baanstra, D. (David) | 1956 | Arp, F.L. (Frans) | 1993 | 0 – 1 | ||
| Buitink, A.J. (Bert) | 1900 | Bruijn de, A. (Aad) | 1900 | 1 – 0 | ||
| Vetten de, D. (Daan) | 1882 | Kesteren van, Y.T. (Yashin) | 1918 | ½ – ½ | ||
| Bookelman, C.B. (Chaim) | 1895 | Littel, L. (Leo) | 1827 | 1 – 0 | ||
| Gemiddelde Rating: | 1928 | Gemiddelde Rating: | 1944 | 3½-4½ |








Recente reacties