Spannende slotfase brengt het Spaarne de zege Ronde 4: S.V. Het Spaarne 1 - Castricum: 4½ - 3½

14 december 2015 (door Paul Neering)
Het moet gezegd worden, het zit ons niet tegen dit seizoen in de promotieklasse. Wederom een nipte zege, deze keer tegen Castricum. Voor de derde keer op rij kwamen we weg met 4½ bordpunten.

Het begin verliep uiterst traag doordat onze tegenpartij dacht op onze interne speelgelegenheid de match te moeten spelen. Daar stonden ze dus voor een dichte deur. Na telefonisch contact reed men direct door naar het denksportcentrum in Haarlem-Noord waar het eerste van het Spaarne doorgaans haar externe partijen speelt.

Na een uurtje vertraging ving de match aan zonder dat de klokken reeds hun vernietigende werking hadden gedaan. De teamleiders hadden geen contact gehad van tevoren en de website van de NHSB vermeldde niet de wisselende speellocaties zodat wedstrijdleider Joost Jansen (internationaal arbiter) aangaf dat klokken niet mochten worden ingedrukt. Terecht!

Het begin was hoopgevend. Frans Arp (1968) op bord 5 speelde als vanouds scherp tegen Piet van Wonderen (1762) en won na amper twee en een half uur spelen. Ook uw verslaggever Paul Neering (1737) op bord 7 haalde tegen Piet Kuis (1768) het volle punt binnen. Dus met 2 – 0 voor leek er geen vuiltje aan de lucht. Na een correcte remise op bord 6 van Loek Veenendaal (1939) tegen Henk van der Eng (1810) en goede vooruitzichten voor onze man Sander Schilthuizen (1871) tegen Hans Leeuwerik (1808) rekende ik op een overwinning. Geen grote, want inmiddels stond Fer Mesman (1716) op bord 8 minder en onze topborden hadden allen een mindere positie.

Op het eerste bord had Leo Littel (1954) het lastig tegen Eric van der Klooster (1916) maar was opgelucht de partij remise te houden en Aad de Bruijn (1926) op bord 2 keek tegen een stelling van Heleen van Arkel-de Greef (2064) aan met twee pionnen minder. Inmiddels ging de partij van Fer Mesman verloren. Aangezien Colleen Otten (2083) een technisch verloren stand tegen Robert van der Wal (2074) op het bord had staan was de hoop gevestigd op Sander Schilthuizen om in ieder geval een gelijkspel te behalen. Zijn tegenstander bracht met zwart een centrumpion tot op de tweede rij en zaaide daardoor zoveel verwarring dat wit pardoes met twee paarden tegen een koning voor een onmogelijke taak stond, dus remise.

Daardoor kwam de tussenstand op 3½ – 2½, met nog twee borden vol aan de bak. De tegenstander van Colleen Otten vond niet de winstgang en moest berusten in remise. Na afloop liet Colleen zien dat zij door de mazen van het net was gekropen. Inmiddels dus alleen Aad de Bruijn in de arena die stilletjes van een zeer moeilijke (verloren?) stand naar een positie was opgeschoven die wellicht nog winst zou brengen. Dit was niet meer nodig, want het halfje was voldoende.

Hiermee nestelden wij ons op de tweede plaats, waardoor de komende match op 9 januari tegen De Wijker Toren 2 een heuse topper wordt.

S.V. Het Spaarne 1899 Castricum 1879
1. Leo Littel 1954 Eric van der Klooster 1916 ½ ½
2. Aad de Bruijn 1926 Heleen van Arkel-de Greef 2064 ½ ½
3. Colleen Otten 2083 Robert van der Wal 2074 ½ ½
4. Sander Schilthuizen 1871 Hans Leeuwerik 1808 ½ ½
5. Frans Arp 1968 Piet van Wonderen 1762 1 0
6. Loek Veenendaal 1939 Henk van der Eng 1810 ½ ½
7. Paul Neering 1737 Piet Kuijs 1768 1 0
8. Fer Mesman 1716 Gerrit Holsteijn 1837 0 1

Met de schrik vrij Ronde 3: Santpoort 4 - S.V. Het Spaarne 2: 3 - 3

6 december 2015 (door Paul Neering)
Afgelopen vrijdag speelde het tweede van het Spaarne tegen het vierde team van Santpoort. Van tevoren moest er door de teamleider het nodige gedaan worden om een representatief zes tal op te trommelen, omdat de vrijdagavond niet erg populair is als speelavond. Ondanks de afwezigheid van Rob de Haan en Wim Hoffenaar zijn we toch nog op volle sterkte afgereisd naar Velserbroek.

Onze tegenstanders zijn op papier de grootste concurrent voor het kampioenschap, dus bij een eventuele winst zouden we een goede stap maken. Vorig seizoen viel tegen Santpoort 4 alles onze kant op, maar deze keer was het na een uur spelen duidelijk: dit wordt een zware dobber.

Op bord 4 Paul Mathot (1638) tegen Ronald Hoekstra (1731) en op bord 6 Florin Omota (1605) tegen Ouker de Jong (1692) dreigde het al snel mis te gaan. Paul Mathot, met een dikke centrumpion minder, had een mentale opkikker nodig (op het juiste moment een hoofdknikje van teamleider) om daarna zijn rug te rechten en zijn partij proberen te keepen. Ernstiger was de positie van Florin die een openingsfout maakte en daarna verder moest met een open koningsvleugel plus een killer van een paard op f5 dat de hele partij dreigde met dood en verderf.

Op bord 3 Paul Ruber (2030) tegen Rob Buschman (1640) een tactische opstelling. Daar gebeurde, na een rustige opening, nagenoeg niets en onze topman moest zich na zetherhaling schikken in een remise. Deze opsteker voor Santpoort werd versterkt toen Arun Karwal (1832) tegen Douwe van Rees (1794) pardoes een vol stuk cadeau deed in een voor Arun licht voordelige stand. Dus een tussenstand van ½ – 1½ in het voordeel van onze tegenstanders.

Intussen op bord 6 speelde Florin, met alles in zich, een geweldige verdediging om dat vreselijke paard op f5 op zijn plaats te houden. Juist toen er weer enig licht begon te schijnen sloeg het noodlot alsnog toe. Het paard had zich na 16 zetten bewogen en wel, indirect, richting de zwarte koning. Florin raakte zijn toren aan om de aanval te pareren, zag in een flits dat de beoogde zet torenverlies zou inhouden en dacht vervolgens een kwartier na waar de toren wel geplaatst kon worden. Na enkele zetten kwam het antwoord: nergens, want torenverlies bleek onafwendbaar. En dus ½ – 2½, met Paul Mathot nog altijd in de touwen maar niet knockout.

Op de andere borden ging het voorspoediger, hoewel op bord 1 Joost Jansen (1720) tegen Leo Kruisselbrink (1460) een hele klus had pionwinst in een dichtgeschoven stelling naar voren te brengen. Hetzelfde ging op voor bord 5 Pim Abbestee (1542) tegen Martin Bender (1536). Beiden hadden er bijna de hele avond voor nodig, maar er moest gewonnen worden om een resultaat mee naar huis te nemen. Beiden slaagde voorbeeldig. Pim kwam met zijn dame binnen zonder te kloppen en zette zijn tegenstander praktisch mat en Joost vlagde zijn tegenstander in gewonnen stelling. Tussenstand 2½ – 2½, dus terug naar bord 4.

Inmiddels kreeg bord 4 veel bekijks omdat hier de beslissing zou vallen. Paul speelde al geruime tijd op de geleende 10 sec per zet maar ondanks deze handicap had Paul de verloren pion weer heroverd. Zijn tegenstander was ook in tijdnood, dus viel er veel te genieten voor de omstanders. Kapotgestreden kozen de strijders voor een halfje wat de eindstand bracht op 3 – 3 en blijven we in de race voor promotie!!

Santpoort 4 1642 S.V. Het Spaarne 2 1727 3 3
1. Leo Kruisselbrink 1460 Joost Jansen 1720 0 1
2. Douwe van Rees 1794 Arun Karwal 1832 1 0
3. Rob Buschman 1640 Paul Ruber 2030 ½ ½
4. Ronald Hoekstra 1731 Paul Mathot 1638 ½ ½
5. Martin Bender 1536 Pim Abbestee 1542 0 1
6. Ouker de Jong 1692 Florin Omota 1605 1 0

Geen euforie over de winst op Bergen Ronde 3: Bergen - S.V. Het Spaarne 1: 3½ - 4½

10 november 2015 (door Rob de Haan)
Het eerste achttal van Het Spaarne had zaterdag 7 november niet over geluk te klagen. Het begon er al mee dat de gastheren in Bergen de klokken niet hadden aangezet toen zeven van onze spelers drie kwartier te laat arriveerden. “Een heftige file” was het excuus, maar wedstrijd- en competitieleiders honoreren dat niet zo vaak (zie de uitspraak in het protest van Rotterdam, de vorige KNSB-ronde).

Halverwege de wedstrijd wees niets erop dat ons team de overhand zou krijgen. Leo op bord 1 speelde een rustige Catalaan, Aad (2) in zijn lijfopening stond solide, maar wel wat passief, Colleen (3) offerde de bekende pion op b2 voor aanval, maar die kwam niet direct van de grond, Sander (4) kreeg een kwaliteitsoffer op f6 om de oren, dat duidelijk correct was, Paul (5) stond prima, maar zocht nog vergeefs naar een duidelijke weg naar voordeel, Loek (6) probeerde via een uitval op de damevleugel de druk op zijn koningsstelling te verlichten, Frans (7), dus met wit, had misschien een tikje voordeel in het eindspel en Fer (8) nam zijn toevlucht tot tactiek, toen zijn tegenstander dreigde hem strategisch onder de voet te lopen.

Rond vier uur stuurde de tegenstander van Frans zijn koning het vrije veld in. Frans viel op zijn beurt de zwarte toren aan, waarna een vreselijke blunder volgde die wit meteen een vol punt opleverde.
Leo en Colleen moesten nog hard werken, maar slaagden erin om een gelijkspel te bereiken, Sander daarentegen werd kansloos naar de nederlaag gespeeld. Zo stond het dus weer gelijk. Op de borden van Loek en Fer gebeurden rare dingen, maar het koffiehuisschaak van Fer leverde een remise op en Loek ging er zelfs met de winst van door. Aad had het initiatief in zijn partij overgenomen en wist tenslotte prachtig te winnen. Ook Paul kwam op een gegeven moment gewonnen te staan, maar gaf de partij gewoon weg.

Hiermee werd de uitslag 3½-4½, dus alweer een krappe overwinning. De ploeg uit Bergen speelt lang niet zo slecht als de stand op de ranglijst doet vermoeden. Omgekeerd zijn onze spelers niet zo geweldig als misschien op het eerste oog lijkt.

Bergen 1878 S.V. Het Spaarne 1899
1. Antonio Ballesteros 2009 Leo Littel 1854 ½ ½
2. Jan Keijsper 1999 Aad de Bruijn 1926 0 1
3. Richard Frans 1995 Colleen Otten 2083 ½ ½
4. Dennis Mienis 1793 Sander Schilthuizen 1871 1 0
5. Albert Dekker 1841 Paul Neering 1737 1 0
6. Kees Kager 1792 Loek Veenendaal 1939 0 1
7. Ries van der Vos 1731 Frans Arp 1968 0 1
8. Jacob de Boer 1868 Fer Mesman 1716 ½ ½

Veel drieën Ronde 1: S.V. Het Spaarne 3 - Krommenie 3: 3 - 3

16 oktober 2015 (door Bert Bergshoeff)
Het derde team is het seizoen begonnen met dezelfde instelling als vorig seizoen: op papier zijn we de mindere, maar laat het eerst maar zien. Robert, op bord 1, heeft die mentaliteit sowieso in elke partij die hij speelt en ik maakte me alleen even zorgen toen hij rond een uur of tien vroeg of hij remise mocht aanbieden. Dat mocht, maar het aanbod werd afgeslagen en daarna leek hij in grote problemen te komen. Uiteindelijk wist hij met goed spel toch het halfje binnen te halen.

Dat gelukte ook Frank (bord 2) en Gerda (bord 3). Beiden zijn door de wol geverfd en zeer goed in staat om spelers van het niveau 1600-1700 een lastige avond te bezorgen, hetgeen ook nu weer bleek. André (bord 4) had te maken met een ratingverschil van meer dan 500 in zijn nadeel, hield heel lang een gelijke stelling, maar moest uiteindelijk toch capituleren. Dat verlies werd goed gemaakt door Michiel (bord 5), die al vroeg in de partij een stuk won en het daarna solide uitschoof.

De laatste partij die nog bezig was was de partij van John op bord 6. John had materiaal geofferd en kreeg daar aanvalskansen voor terug, maar toen de brand geblust was resteerde een mindere stelling. John toonde echter veerkracht en na wisselende winstkansen resteerde een eindspel van loper tegen pion: remise. Daarmee kwam een einde aan een boeiende avond en beide teams waren tevreden met de deling van de punten. De volgende ronde is op vrijdag 13 november, uit in Zandvoort.

S.V. Het Spaarne 3 1333 Krommenie 3 1525 3 3
1. Robert Balm 1555 Kees Takken 1663 ½ ½
2. Frank Otten 1527 Leo Zuiver 1620 ½ ½
3. Gerda Schiermeier-Palm 1440 Ronald Kraakman 1640 ½ ½
4. Andre Fivet

900

Jan de Jong 1432 0 1
5. Michiel de Wolf Piet Borgdorff 1344 1 0
6. John Post 1244 Jean-Louis van Ollefen 1453 ½ ½

Fortuinlijke zege Spaarne 1 op Santpoort 2 Ronde 2: S.V. Het Spaarne 1 - Santpoort 2: 4½ - 3½

Ronde 2: S.V. Het Spaarne 1 – Santpoort 2: 4½ – 3½

11 oktober 2015 (door Sander Schilthuizen)
De tweede competitieronde in de NHSB-promotieklasse bracht het eerste team van Het Spaarne een gelukkige en minimale zege op de sympathieke tegenstanders uit het naburige Santpoort. Ging het twee weken geleden in Krommenie met een 4-3-achterstand helaas mis, nu werd een 4-3-voorsprong over de streep getrokken door een zwaarbevochten, doch ook fortuinlijke remise van Paul Neering op bord 7.

Eerder op de middag kwam Het Spaarne op voorsprong door zeges van Aad de Bruin (tegen Wim Gravemaker) en Leo Littel (tegen Dave Looijer). Opmerkelijk was dat Dave Looijer door zijn vlag ging. Zat hij zo in de stelling verzonken dat hij de klok en het gebrek aan tijd daarop vergeten was? Leo was in ieder geval redelijk tevreden over het partijverloop: met zwart wist hij zichzelf op de been te houden en in te spelen op genuanceerde witte manoeuvres. In de slotstelling stond hij allerminst verloren. De stelling was eerder dichtbij een evenwicht, aldus Leo. Aad, op bord 2, won een pion op f5, nadat tegenstander Gravemaker een fout beging met Db5, en wist het punt te verzilveren.

Tegenover deze twee zeges stond een nederlaag van Loek Veenendaal tegen Rob de Roode op bord 4. Een snelle blik op zijn stelling rond de klok van vieren gaf de indruk dat zijn vooruitzichten op een half of heel punt niet riant waren. Een goede overwinning voor De Roode lag in het verschiet en kwam uiteindelijk ook tot stand. Loek was na afloop allerminst te spreken over zijn spel. Misschien is dit een goed voedingsbodem voor herkansingen in november en de maanden daarna!

Frans Arp speelde op bord 5 een bekende theoretische variant waarin zwart een pion offert voor actief stukkenspel en kansen op koningsaanval. Die beide tijdelijke voordelen verdwenen echter in de loop van het middenspel en wat er overbleef was een inferieur eindspel met een kreupel zwart paard op b7, een actieve witte loper op de lange diagonaal (h1-a8) en een witte vrijpion op c5. Frans rechtte echter zijn rug en wist met nauwkeurig spel zijn stelling speelbaar te houden. Op zeker moment, vlak voor de tijdcontrole (met witspeler Kors in lichte tijdnood), versmaadde hij nog met schaak een pion op a2 te nemen, omdat de witte vrijpion, inmiddels op c6 aangeland, anders door zou lopen naar dame via de mooie wending Tc5 – Pxc5 – c7. In de analyse na afloop werd ook niet 1-2-3 een winstweg voor wit gevonden.

Ikzelf speelde op bord 6 met wit een ietwat moeizame opening tegen Stefan Fokkink. Op zet 7 waren er niet minder dan 4 kandidaatzetten in een opening die ik niet goed kende. Een keus maken kostte veel tijd. In een snel gespeelde fase tot de 20ste zet verwierf ik echter een aantal voordelen die kansen op winst beloofden (loperpaar, betere pionnenstructuur (een zwarte isolani), en een ietwat verzwakte zwarte damevleugel). Onder lichte tijdsdruk en met een overgang naar een voordelig toreneindspel op komst besloot ik de zetten even te herhalen. Mijn tegenstander claimde vervolgens remise, ofschoon – naar ik later begreep van wedstrijdleider Jansen – de manier waarop mij niet verplichtte het aanbod te aanvaarden.

Enfin, de remise was teleurstellend doch niet zo erg en zo rond de klok van vijven tekende zich de volgende situatie af: een voorsprong van 3-2 voor Het Spaarne met nog drie borden in de race.

Op bord 1 speelde Colleen Otten met zwart een solide partij tegen Martijn de Roode. Als ik het me goed herinner werd er op wits damevleugel een a-pion gesnackt. Een resultante van een en ander was een toreneindspel met twee vrije randpionnen voor Colleen dat zij nauwkeurig naar winst speelde, ofschoon de witspeler nog veel tijd spendeerde om een weg naar remise te vinden. Derhalve een mooie revanche voor de sneue nederlaag tegen Cor van Dongen van twee weken geleden.

Fer Mesman, op bord 8, verslikte zich in het vroege middenspel en moest een stuk geven. Op wilskracht speelde hij door, maar de zwartspeler (Gijsbert de Bock), liet zich niet van de wijs brengen en incasseerde het punt.

Bij een 4-3-stand bleef de partij tussen de talentvolle Mick Mulder en Paul Neering over. Door het overzien van een kleine tactische truc had Paul in het middenspel een belangrijke pion verloren. Met een mooi kwaliteitsoffer wist de witspeler aansluitend aan de onverwachte pionwinst nog een bos pionnen van zwart te veroveren. In een eindspel van toren en paard tegen loper en paard was er maar ėén partij die voor de winst kon gaan: wit! Paul kon alleen maar afwachten hoe wit zijn pionnenfront in het centrum stap voor stap naar voren bracht. Toch was een winstweg niet makkelijk zichtbaar en mede onder de druk van de klok koerste wit uiteindelijk bewust op remise aan. Daarmee was Paul matchwinner geworden, voelde de remise als een overwinning, en smaakte de Leffe na afloop goed.

S.V. Het Spaarne 1899 Santpoort 2 1847
1. Colleen Otten 2083 Martijn de Roode 2076 1 0
2. Aad de Bruijn 1926 Wim Gravemaker 1878 1 0
3. Leo Littel 1954 Dave Looijer 2034 1 0
4. Loek Veenendaal 1939 Rob de Roode 1793 0 1
5. Frans Arp 1968 Hans Kors 1959 ½ ½
6. Sander Schilthuizen 1871 Stefan Fokkink 1834 ½ ½
7. Paul Neering 1737 Mick Mulder 1566 ½ ½
8. Fer Mesman 1716 Gijsbert de Bock 1637 0 1

Behoorlijk seizoenslot: gedeelde vijfde plaats in de Promotieklasse Ronde 9: S.V. Het Spaarne 1 - Heerhugowaard 1: 3½ - 4½

30 april 2015 (door Rob de Haan)
Bevrijd van alle degradatiezorgen kon ons eerste team in de laatste ronde vrijuit schaken en zelfs proberen om op de tweede plaats beslag te leggen. Als dat lukte zou terugkeer naar de landelijke competitie (bijna) een feit zijn. Maar dan moest wel alles meezitten (en eerlijk gezegd: we zouden het dan volgend seizoen erg moeilijk krijgen). Er waren nog vier andere kapers op de kust, van wie De Waagtoren 3 aan een gelijkspel tegen Kijk Uit misschien al genoeg zou hebben om de andere af te troeven. De kampioen was al bekend: Het Witte Paard uit Zaandijk (dat ook de laatste wedstrijd, tegen Santpoort 2 won). Het al gedegradeerde Caïssa-Eenhoorn 3, dat dit keer verloor van Aalsmeer, verleende gastvrijheid om alle wedstrijden in één zaal te spelen.

Naar Hoorn dus, en dit keer zonder invallers. Trouwens, er was steeds al geen reden voor klagen over de opkomst van de opgestelde spelers: de teamspirit heeft ongetwijfeld bijgedragen aan een geslaagd seizoen. In de openingstoespraak van de vervangend competitieleider werden de belangen van de vijf (!) teams die om de tweede promotieplaats gingen spelen vermeld. Het tekent de geringe krachtverschillen in deze klasse, hoewel op rating toch duidelijk upper- en underdogs te onderscheiden waren. Dat dit niet alles zegt, blijkt vooral uit de wanprestatie van Kijk Uit (IJmuiden). Op papier had het een sterke ploeg, maar pas toen het te laat was, kwam het enigszins op stoom. Helaas hoorde ons team toen bij de slachtoffers; het was die zeldzame keer dat we twee invallers moesten opstellen.

Met zes wedstrijdpunten uit de vier laatste wedstrijden moet Kijk Uit nu toch degraderen. Ondanks het protest dat ze hebben ingediend tegen de uitslag in deze laatste ronde tegen De Waagtoren 3, dat met 4½-3½ werd verslagen. Het is logischer dat ook de laatstgenoemde ploeg een protest heeft ingediend, want dat team loopt de tweede plaats mis; als de uitslag ongewijzigd blijft. Over de oorzaak van de protesten is veel (amusants) te vinden op de website van De Waagtoren! Kanshebber Krommenie werd door Z.S.C. Saende 2 duidelijk teruggewezen en Heerhugowaard bleek voor ons toch net iets te sterk, al is de krappe nederlaag (3½-4½) wel een groot verschil met de 0-8 uitslag van vorig jaar. De twee winnende ploegen haalden zo in totaal evenveel matchpunten binnen, maar de ploeg uit Zaandam meer bordpunten. Daarvoor mogen ze ons dus bedanken. De Waagtoren kan nog roet in het eten gooien, als via het protest van de nederlaag een overwinning wordt gemaakt.

Ook tegen Heerhugowaard speelde Aad de Bruijn aan het eerste bord zijn licht dubieuze lijfopening, waarmee hij zo weinig successen boekt. Dennis Keetman toonde weer eens aan dat zwart in een moeilijke positie komt. Met een paardoffer brak hij in het middenspel door de wel erg magere verdedigingslinie, waarna Aad moest opgeven. Op dat moment waren er al twee uitslagen, aan de borden 7 en 8.
Paul Neering (zwart op 7) kreeg het Vierpaardenspel tegen en gaf door de ruil van zijn e-pion tegen d4 zijn centrum op. Hij kwam op de ongelukkige gedachte zijn toren via e8-e5 het vrije veld in te sturen. Waarop wit al snel de kwaliteit kon incasseren. Paul speelde onverdroten door. Tenslotte gaf wit de kwaliteit terug om zo een gewonnen eindspel te bereiken (0-1).
In mijn partij, die ik onverwacht (en dus niet zo goed voorbereid) met wit mocht spelen, werd door beide partijen nogal moeizaam gemanoeuvreerd en verdween in twintig zetten slechts één pion van het bord. De bijna vastgelopen stelling bood waarschijnlijk gelijke kansen en de beschikbare tijd was al zeer geslonken. Toen Piet Konijn mij remise voorstelde zag ik – ook gezien de goede positie van met name Frans en diens “nihil obstat” – geen reden om het voorstel af te wijzen. Achteraf vraag ik me toch af of ik niet meer risico had moeten nemen!

Een poosje later, het stond al ½-2½, nam ook Leo Littel genoegen met remise: hij had met zwart geen voordeel bereikt. En Frans (bord 4), die met een pluspion het toreneindspel was ingegaan, slaagde er evenmin in om een vol punt te scoren; zijn tegenstander doorzag alle trucjes (1½-3½). Loek Veenendaal (wit, op 2) won eerst een pion, maar moest die in het eindspel van zijn paard tegen loper, en wederzijds pionnen op beide vleugels, teruggeven, waarna een gevoelig pionneneindspel ontstond. Zwart dacht dit makkelijk te kunnen winnen en dwong ook als eerste promotie af, maar Loek promoveerde direct daarop met schaak. Het leek dat hij toen zelfs in het voordeel was, maar dat was schijn. Remise dus, na harde strijd tegen een sterke tegenstander.
Sander Schilthuizen (5), opnieuw met zwart, speelde geduldig en leek ook al op remise af te stevenen, toen zijn jeugdige tegenstander hem plotseling gelegenheid bood een kwaliteit te winnen. Even later kon dat voordeel zelfs worden omgezet in stukwinst, zij het tegen een pion. In zo’n situatie is de winst niet ver af en Sander had niet veel moeite om dit te bewijzen (3-4). Helaas slaagde Fer Mesman (wit op 6) er niet in om door een overwinning de stand gelijk te trekken. Hoe zijn partij verliep is mij ontgaan, maar op zeker moment bleek de strijdbijl begraven.

Zo eindigden we dus met een nipte nederlaag (3½-4½). Jammer, maar geen schande en ook zonder consequenties. Slechts drie besliste partijen, maar in de vijf andere werd toch ook hard gevochten: we hielden er geen slecht gevoel aan over. Het is wel duidelijk: als de ambitie is om volgend seizoen alsnog te promoveren, dan zal ons team sterker moeten worden. Frans en Loek hebben de meeste bordpunten aangedragen. De prestatie van Loek, op gemiddeld bord 3, mag hoog worden aangeslagen: hij is dit jaar sterker geworden, heeft een echte wedstrijdmentaliteit. Leo speelde dit seizoen niet zo goed. Daarin zit wellicht al de ruimte voor verbetering. En ook de schaaktraining die Sander en Paul volgen zouden in de nabije toekomst hun vruchten moeten afwerpen.

S.V. Het Spaarne 1824 Heerhugowaard 1864
1. Aad de Bruijn 1966 Dennis Keetman 2027 0 1
2. Loek Veenendaal 1745 Piet de Haas 2038 ½ ½
3. Leo Littel 1871 Johan Wester 1876 ½ ½
4. Frans Arp 2002 Gerrit van Oostrum 1939 ½ ½
5. Sander Schilthuizen 1858 Kasper van der Meulen 1641 1 0
6. Fer Mesman 1715 Hans de Jong 1790 ½ ½
7. Paul Neering 1704 Oscar van Ewijk 1801 0 1
8. Rob de Haan 1731 Piet Konijn 1802 ½ ½