Drama te Hoogwoud Ronde 1: Aartswoud - S.V. Het Spaarne 1: 4½ - 3½

Zaterdag 17 september is de competitie van start gegaan voor de NHSB promotieklasse. Deze is dit jaar zwaarder dan voorgaande jaren, mede doordat er een aantal sterke teams zijn teruggezakt uit de KNSB competitie. Zoals Aartswoud, onze eerste tegenstander. Dus vooraf gezond respect en maar kijken of wij een potje zouden kunnen breken. Uiteraard, zoals al meerdere keren is voorgekomen vorig seizoen, kwam een deel van het team te laat. Mag de pret niet drukken en Aarstwoud was soepel en dus zijn we allemaal een kwartier later dan gebruikelijk begonnen.

Rustig de openingen afwachten, zodat er na twee uur wat tekening zou ontstaan voor mijn verslag, is mijn gebruikelijke werkwijze. Maar een aantal spelers gooiden meteen vuurwerk op het bord, dus waren er veel rondjes nodig om het geheel in de gaten te houden. Het helpt dan niet dat je zelf ook moet spelen. Onze vaste eerste teamspeler Fer Mesman was verhinderd en ik nam plaats aan het zesde bord. Gelukkig, in mijn partij, een relatief rustig spelbeeld zodat er tijd overbleef om enige indrukken over te houden van het begin van de match.

Op bord 3 en 5 kwamen Aad de Bruijn en Frans Arp niet goed uit de opening. Aad (wit) had een probleem met een zwart pionnetje op c3. Hoewel tijdens de partij een woest gevecht om het centrum woede, bleef dat pionnetje op c3 een doorn in het linkeroog van Aad. Zeker nadat er een hulppion zich nota bene nestelde op het veld b2. Er was uiteindelijk geen houden meer aan, met een nul als gevolg. Frans wist, met een dikke pion minder en mindere activiteit, toch een eindspel te bereiken met toren plus loper vs. toren en drie vrijpionnen. Zag er goed uit voor zwart speler Erik van Toren, maar Koning Frans gaf geen krimp en sleepte er een remise uit.

Inmiddels op bord 2 en 6 een puntendeling. De partij tussen Michael Lie en Leo Littel heb ik nauwelijks kunnen bekijken, maar gehoord dat het evenwicht niet werkelijk werd verstoord. Voor mijn eigen partij geldt hetzelfde. Optisch leek ik, na de opening, wat voordeel te hebben. Maar mijn tegenstander maakte van dat oordeel gehakt bij de analyse na de partij. Overeenkomst tussen Leo en mij was dat onze tegenstanders een veel hogere rating hadden. Hoewel, baas boven baas. Onze nieuwe man in het team heet Frank Taylor die door de captain (ikzelf) op bord 4 werd neergezet. Natuurlijk wist ik niet dat daar de hoogste (en dus sterkste speler van Aartswoud?) rating speler Wilko van der Gracht kwam te zitten. Frank, overgekomen van Kennemer Combinatie, rechte zijn rug en bewaakte in een evenwichtige partij de remise tendensen. De kleine 250 ratingpunten verschil waren niet terug te zien.

En dan op bord 7 ons supertalent Loek Veenendaal. Zwaar seizoen vorig jaar, zoekende naar de stijgende lijn. Maar op de zaterdagmiddag, daar te Hoogwoud, kwam de oude Loek (is 25 jaar) terug op zijn niveau. Onnavolgbaar switchte zijn dame van vleugel om vervolgens een gatenkaas te creëren van zwarten gaten. Mat zetten bleek een formaliteit en dus een vol punt voor Het Spaarne, met een tussenstand van 3-3. Op bord 1 een ware krachtmeting tussen onze Colleen Otten en Marc Helder. Lange tijd een licht voordeel voor onze speelster. Een vroeg toreneindspel met een remise aanbod van zwart werd weggewuifd vanwege de actieve koning van wit. Maar het was niet genoeg. Na 5 uur spelen werd toch tot remise besloten waardoor er nog één partij bezig was en wat voor een partij.

De tussenstand was nu 3½-3½, met op bord 8 inmiddels van alles gebeurd wat schaken zo leuk kan maken. Pionoffers, wisselende kansen, vreemde materiaal verhoudingen (dame + toren vs. toren, loperpaar + paard), vrijpion (a pionnetje van Donner), remise aanbod dat moest worden geweigerd en met gevolg een zet te doen die niet goed is, grote tijdnood tot 2x toe, grote groep mensen eromheen die de beste stuurlui aan wal zijn en fluisteren wie er nu gewonnen staat dan wel remise. Alles overziende leek onze man aan het langste eind te trekken, zag een belangrijke zet (toren b7) over het hoofd, hield gelukkig nog een remise eindspel over en toen was daar plots, mat in één, midden op het bord. Schaken is een vreselijk spel voor bord 8 spelers met zwart.

Aartswoud 1970 S.V. Het Spaarne 1886
1. Marc Helder 2093 Colleen Otten 2083 ½ ½
2. Michael Lie 2057 Leo Littel 1920 ½ ½
3. Jeroen Bakker 1933 Aad de Bruijn 1905 1 0
4. Wilko van der Gracht 2096 Frank Taylor 1855 ½ ½
5. Erik van Tooren 1931 Frans Arp 1970 ½ ½
6. Jean-Paul Ory 1877 Paul Neering 1663 ½ ½
7. Peter Holscher 1971 Loek Veenendaal 1903 0 1
8. Pascal Zijlstra 1806 Sander Schilthuizen 1791 1 0

Het vergeten verslag Ronde 7: S.V. Het Spaarne 2 - HWP Haarlem 9: 5 - 1

Jawel, het tweede team van schaakvereniging ’t Spaarne is kampioen van de 3e klasse onderbond. Hoewel we een karrenvracht aan ratingpunten mee brachten naar de overige teams van het afgelopen seizoen en wij geen enkele match hebben verloren zat Santpoort 4 ons voortdurend op de hielen. Ook zij verloren geen enkele match en zij zullen zich nog wel achter de oren krabben vanwege de kansen die zij kregen in onze onderlinge match toen blunders van Arun Karwal en Florin Omota hun team op een riante voorsprong kwam. Maar het ene halve puntje kwam er niet doordat Paul Mathot uit een verloren stelling het halve punt redde en zo de eindstand van 3-3.

Op 31 maart onze laatste wedstrijd tegen het HWP 9 leek een formaliteit te worden. Op papier leken we onverslaanbaar en de wedstrijdleider bracht reeds voor de match champagne, sigaren en bloemen mee dat door enkele leden van HWP werd gezien. Een enorme motivatie golf streek over het team van HWP heen en onverwachts moesten de heren van ’t Spaarne alle zeilen bijzetten om de winst binnen te halen.

Zij zetten hun sterkste man op het laatste bord Stephan Blaas (1612) tegen Florin Omota maar die gaf geen krimp. Partij keurig in balans met een natuurlijk uitslag als gevolg: 0.5-0.5.

Rob de Haan en Paul Mathot hadden tezamen 400 ratings meer dan Richard Fitschy (1566) en Wim de Ruig (1437). Maar lange tijd waren deze verschillen niet op het bord terug te zien. Wim de Ruig kwam zelfs beter te staan maar wist zijn plus pion niet om te zetten in winst 0.5-0.5 en Rob wist pas, toen de complicaties het grootst waren, zijn rating kracht te laten gelden en behaalde uiteindelijk de volle winst nadat heer Fritschy een remise aanbod had geweigerd.

Op bord 3 speelde Arun Karwal tegen Ger Dekker (1420), vroeger Spaarne lid in de tijd van Bouwmeester, nu spelend voor HWP. En ondanks de grote rating verschillen hield ook hier hield de heer Dekker uren stand, ondanks of wellicht dankzij een 1.f4 opening. Uiteindelijk toch een dik punt voor Karwal die, dat moet worden gezegd, geen enkel moment in gevaar is geweest.

Onze grootmeester Paul Ruber trad aan tegen Frits Bakkes (1515) en deze Frits had geen last van het feit dat hier een verschil van 500 rating aan sterkte op het bord zou zijn. Ziedend van energie plaatste hij een aanval ten kosten van een kwaliteit en later een stuk waarvan Paul toch een half uur bedenktijd nodig had om de angel uit het spel van wit te krijgen. Wat resteerde was toch gewoon een vol punt van onze man uit Heemstede.

Baas over baas, de reserve man op deze kampioenswedstrijd was Pim Abbestee met een totaal score van 5 uit 5. Een 100% score gebeurt niet vaak en is een felicitatie waard!!

Echter, het kan worden overtroffen. Joost Jansen had op bord 2 de kans om 7 uit 7 te scoren en slaagde hierin glansrijk in tegen Ton Deutekom (1603). Joost Jansen, FIDE arbiter van internationaal niveau, werd na afloop speciaal geëerd door de overige teamleden met de champagne, sigaren en bloemen. Jawel, daarvoor was het één en ander ingekocht. Voor Joost dus dubbel feest, 100% plus een kampioenschap.

Mogen het volgend seizoen net zo goed gaan. Hulde aan alle spelers (en invaller Robert Balm) van het tweede.

Paul Neering

S.V. Het Spaarne 2 1760 HWP Haarlem 9 1525 5 1
1. Paul Ruber 2030 Frits Bakkes 1515 1 0
2. Joost Jansen 1720 Ton Deutekom 1603 1 0
3. Arun Karwal 1832 Ger Dekker 1420 1 0
4. Paul Mathot 1638 Willem de Ruig 1437 ½ ½
5. Rob de Haan 1736 Richard Fritschy 1566 1 0
6. Florin Omota 1605 Stephan Blaas 1612 ½ ½

Impressies van een ontsnappingswedstrijd

Een kwartiertje na twee uur kwam ik zaterdag 23 april het Denksportcentrum binnen en zag ik onze schaaktop gewikkeld in een heroïsche simultaanstrijd, tegen het derde team van De Waagtoren en tegen het degradatiespook. Op beide “borden” liep het tenslotte goed af, maar voor het ontlopen van de degradatie was hulp van een derde partij nodig: het team van De Uil uit Hillegom, dat zo vriendelijk was om onze gevaarlijke concurrent Heerhugowaard te verslaan.

Sander heeft elke partij die in “onze” wedstrijd werd gespeeld al kort becommentarieerd. Grappig is dat ik na de 80 minuten dat ik er bij was, soms een wat andere indruk had van de kansen van onze spelers. Maar dat was niet het geval bij Paul Neering, die inderdaad heel veel tijd had geïnvesteerd in de opbouw van een dreigende stelling, moest aanzien dat de aanval doodliep, maar toch wel wat kansen behield. Bij mijn vertrek (tegen 16 uur) was ik er, gezien de klok en Pauls eerdere resultaten, niet gerust op dat het niet scheef zou kunnen gaan.

Op dat moment had Fer (zwart) nog geen pion voordeel, maar schatte ik de kansen gelijk in. Een half uur daarvoor hield ik mijn hart nog vast, want Sandra Keetman kwam met f2-f4-f5 dreigend opzetten. Misschien was de “bevrijdende” opstoot naar e5 van Fer iets te vroeg geweest. Zijn zetten Lc8-f5-c8 boezemden mij niet echt vertrouwen in. Maar Fer kon de aanval afwimpelen en toen zag ik het halfje wel komen. Beide opponenten vond ik nogal “uithuizig”: na het zetten verlieten ze heel vaak hun bord.

Dat was zeker niet zo bij Loek. Die was geconcentreerd bezig en leek mij met een interessante opzet wel een kansrijk initiatief te hebben. De vijandelijke koningsvleugel was kwetsbaar. Maar vrij plotseling keerden de kansen. Door een zwarte actie in het centrum werd dameruil afgedwongen en werd Loeks koning het vrije veld (naar c4!) ingestuurd. Ik zag het toen eigenlijk somber in. Sander beschreef echter dat Loek later in de partij de winst liet liggen!

In de stelling van Sander zag ik contouren van het Gruenfeld-Indisch (is het Londensysteem daarvan een onderdeel?) en de rijke ervaring van onze man met die opening stond mijns inziens borg voor een solide partij. Inderdaad zag ik hem op de damevleugel een pion buit maken na een onvoorzichtige witte opmars. Dat dit voordeel niet kon worden vastgehouden, heb ik niet meer gezien: ik dacht al aan een overwinning op dit bord.

Inmiddels had ik al gezien hoe Frans met zijn tegenstander afrekende. Nadat hij de kwaliteit had geïncasseerd leek het mij op zeker moment nog even spannend door de zwarte druk tegen f2 en een eventuele uitval van zwart naar de onderste lijn. Maar Frans had de tactische zaken blijkbaar goed in de hand, want zwart berustte in dameruil en stond toen een toren achter. Het eerste winstpunt was binnen!

Aad had ondertussen in zijn partij een isolani op e6 aanvaard, maar het leek mij dat hij langs de f-lijn voortreffelijke kansen had gekregen. Ik zag het dus zonnig in en was verbaasd in het verslag te lezen dat het nog kantje boord was geworden. Het leek mij dat Leo met wit een nogal tamme variant van het Konings-Indisch op het bord had gezet. Juist voor ik vertrok, zag ik hem Pc3-d5 spelen. Ik veronderstelde dat het wel goed was uitgerekend en dacht dat de meest waarschijnlijke uitslag wel remise zou zijn.

Tenslotte de zwartpartij van Colleen. Haar opzet leek mij eerst wat riskant, maar toen ze eenmaal (kort) had gerokeerd, en haar tegenstander lang, zag ik het helemaal zitten. De witte koningsstelling werd verzwakt, de zwarte a-pion rukte op: dat zou wel eens een winstpunt kunnen worden.

Samengevat: na drie uur spelen leek het deze kiebitzer dat er een goede kans op de overwinning inzat. Maar 6-2? Nee, dat had ik niet verwacht.

Rob de Haan.

Spaarne 1 handhaaft zich in promotieklasse Ronde 9: S.V. Het Spaarne 1 - De Waagtoren 3: 6 - 2

Tja, de promotieklasse. We bleven er gisteren in. Ternauwernood. Een grappenmaker beweerde op de zojuist begonnen zaterdagavond onder het genot van een Belgisch biertje dat we kampioen hadden moeten worden om niet te degraderen! Dat is natuurlijk gekkigheid. Wel een aparte ervaring om 6e te worden in de wetenschap dat een 7e plaats fataal had kunnen zijn. We degradeerden niet dankzij een ruime 6-2-overwinning op De Waagtoren 3.

Sommige bozig ingestelde tongen uit de kop van Noord-Holland beweren wel eens dat Het Spaarne niet het niveau voor die klasse heeft. Zou heel goed kunnen als we eens terugkijken naar de prestaties van de staartborden. Fer en Loek scoorden 3 uit 9, Paul Neering en ik zelfs maar 2,5 uit 9. Ikzelf zat een heel seizoen lang op 4 en vooral 5 en bakte er in de laatste vier ronden weinig van: 0 uit 4 op een rij (openingsvalletjes, pion minder in een eindspel, kansloos weggetikt). Waar het aan ligt? Geen idee. Het niveau! :)

De topborden presteerden uitstekend. Colleen Otten eindigde op 5,5 uit 9 en was wellicht niet helemaal tevreden over de door haar gespeelde partijen. Het zat niet altijd mee. Aad de Bruijn speelde een solide seizoen, pakte de punten wanneer dat kon en moest, en eindigde op 5,5 uit 9. Frans Arp speelde frivool als altijd op combinatoir geweld en wist menig maal zijn tegenstanders een rad voor ogen te draaien. Leo Littel werd de topscorer van ons “kneuzenteam”, enige ironie kan geen kwaad gelet op de reputatie die we in sommige schaakregionen genieten, met 6,5 uit 9. Hij had soms wat geluk, maar speelde anderzijds ook geconcentreerd en strategisch weloverwogen, met een redelijk goed tijdgebruik.

Terug naar de wedstrijd tegen de Waagtoren.

Frans Arp was als eerste klaar. Zijn tegenstander accepteerde een schijnoffer en verloor spoedig daarna de kwaliteit. Hij speelde nog even door, maar kon niet ontsnappen aan de nederlaag. De materiële achterstand, inmiddels gegroeid tot een toren tegen twee pionnen, was te groot.

Colleen Otten won op bord 1 tamelijk geruisloos van Alex Albrecht, die volgens haar “van zichzelf verloor”. Ik heb weinig van de partij gezien. Op bord 2 had Leo Littel zich in een bedenkelijke stand gemanoeuvreerd, maar wist met enig geluk de remisehaven te bereiken: 2,5 – 0,5.

Ikzelf speelde op bord 5 een solide partij tegen het Londensysteem, won een pion. Loswerken was echter lastig en toen de witspeler (Marten Coerts) de pion terugwon zat er niet meer in dan remise aan te bieden. De staartborden stonden er op dat moment goed voor. Mijn tegenstander speelde daarom noodgedwongen door, al was dat slechts een zet of vijf voordat hij inzag dat een puntendeling onvermijdelijk was.

Loek Veenendaal had op dat moment een gewonnen toreneindspel in handen met een vrijpion op g7 en nog eentje op de a-lijn (die zich ook nog eens achter een pionmuurtje van zwart bevond (c7-c6)). Op zich was het een klein wonder dat hij die stand had bereikt, want in het middenspel vergiste hij zich deerlijk in de zwarte opstoot d5-d4 waarop zijn paard van c3 naar a2 moest (Pc3-d1? d4-d3+ en de toren op a1 hangt vanwege de zwarte dame op e5).

Mede onder druk van de klok had de zwartspeler, Ruud Niewenhuis, de grip op de stelling enigszins verloren. Loek verzuimde echter om het toreneindspel te verzilveren.

Er was namelijk nog een zwarte vrijpion op a3 die hij eerst links liet liggen door zijn eigen a-pion op te laten stomen naar a6. Daar ging de pion verloren omdat zwart de bewaking van pion g7 omwisselde (koning ipv toren) en toen met zijn toren de witte a-pion opat, niet nadat de witte koning gedwongen was op de a-lijn te gaan staan (a3-a2, Kb2xa2).

Fer Mesman speelde op bord 7 een Scandinavier tegen Sandra Keetman, verwierf zich een pluspion en bood op een gunstig moment remise aan.

Waarschijnlijk had Paul Neering toen al gewonnen op bord 8. Met wit wilde hij storm lopen tegen de zwarte koning in de Oostenrijkse aanval van de Pirc. De aanval verzandde echter. Het dameloze middenspel dat resteerde bood genoeg aanknopingspunten om stap-voor-stap door te spelen. Paul bood echter remise aan, gelet op de score van 1,5 uit 8 die hij op dat moment had, en praktischer, gelet op zijn tijdverbruik. Niet helemaal helder waren ook de mogelijkheden en onmogelijkheden van zijn eigen stukken, vond hij zelf. Zijn tegenstander sloeg met het oog op de stand in de wedstrijd het aanbod af. Uiteindelijk wist Paul een gewonnen eindspel te bereiken waarin een vrije a-pion en actievere stukken de doorslag gaven.

Tot slot resteerde nog de partij van Aad de Bruijn tegen Albert van der Meiden. Met zwart had Aad lange tijd een moeizame stand te verdedigen met onder andere een zwakkere pionnenstructuur (isolani op e6). Er ontstond een eindspel van loper tegen paard met twee vervaarlijke witte vrijpionnen, Aad had er echter ook eentje op de koningsvleugel. Hij wist dit eindspel tenslotte nog te winnen. Veel van die slotfase heeft uw verslaggever echter niet meegemaakt, omdat de eigen partij nagespeeld moest worden.

Dit resulteerde in een ruime 6-2! Zo’n zege had in de wintermaanden wellicht een heilzame invloed gehad op de teamprestaties, en hadden er meer wedstrijdpunten in gezeten, nu was het toch vooral een goed bevochten overwinning. Op de valreep.

Geschreven door: Sander Schilthuizen

S.V. Het Spaarne 1899 De Waagtoren 3 1822 6 2
1. Colleen Otten 2083 Alex Albrecht 1874 1 0
2. Leo Littel 1954 David Baanstra 1866 ½ ½
3. Aad de Bruijn 1926 Albert van der Meiden 1796 1 0
4. Frans Arp 1968 Egbert van Oene 1856 1 0
5. Sander Schilthuizen 1871 Marten Coerts 1821 ½ ½
6. Loek Veenendaal 1939 Ruud Niewenhuis 1868 ½ ½
7. Fer Mesman 1716 Sandra Keetman 1702 ½ ½
8. Paul Neering 1737 Johan Plooijer 1800 1 0

Spaarne 2 houdt volop zicht op kampioenschap Ronde 6: S.V. Het Spaarne 2 - S.C. Aalsmeer: 6 - 0

Afgelopen donderdag speelde het tweede van het Spaarne tegen het vierde team van Aalsmeer. Op papier zouden we op alle borden een duidelijke rating voorsprong hebben en dus ging de teamleider ervan uit dat het Spaarne 2 ook deze ronde de winst naar zich toe zou trekken. Dat dit, voor de tweede maal dit seizoen, een 6-0 overwinning werd was toch wel een verrassing.

Op bord 1 speelde Paul Ruber tegen Leo Buis (1459) die langzaam maar zeker van het bord werd geduwd en op bord 2 deed Joost Jansen tegen Jos Bakker (1575) hetzelfde waardoor Joost nu 6 uit 6 heeft gescoord!! Paul Mathot verklaarde na afloop een wending over het hoofd te hebben gezien, maar zag tijdens het middelspel zijn tegenstander Marco Hutter (1319) mindere zetten doen en ten slotte een blunder begaan. Marco zag in een voor hem lastige stelling een penning van de dame over het hoofd, waardoor ook Paul het volle punt binnenhaalde.

Rob de Haan op bord 4 was tegen Tom van der Zee (1373) het eerste klaar. Een snelle en regelmatige overwinning waarin de voorsprong van een kleine 400 rating zich deed gelden.
Interessanter was de partij tussen Florin Omota vs. Fred Buskermolen (1663) op bord 5. Deze partij was door de tactische opstelling van Aalsmeer de enige waar onze tegenstander een hogere rating had.
Na een rustige opening met zwart kwam Florin in het voordeel toen hij het centrum in handen kreeg door het opspelen van de centrum pionnen. Toen ook zijn toren diep was binnen gedrongen leek het punt binnen. Een moment van onoplettendheid zorgde er echter ervoor dat Florin de kwaliteit weggaf, plus de samenwerking van de overige stukken, en hij stond toen in hogere zin verloren. Zijn tegenstander moest het wel doen met een grote tijdnood en kreeg ook nog een tijdstaf van twee minuten wegens het uitvoeren van een onreglementaire zet. Hoewel ook Florin in grote tijdnood kwam bleef hij kalmer en op tactiek haalde hij toch nog de partij binnen. Zuur voor Fred en opluchting voor Florin.

Tenslotte onze man Pim Abbestee tegen de ratingloze Gerard van Beek. Pim kwam beter uit de opening maar dat verzandde tijdens het middenspel. Pas in het verre eindspel, waar het nog alle kanten op had kunnen gaan, bleek de routine van Pim de doorslag te geven. Ook Pim staat nu op een 100% score, 5 uit 5!!!

Aanstaande donderdag de thuiswedstrijd tegen HWP. Winnen we die, dan wacht ons het kampioenschap en terugkeer naar de tweede klasse.

Bloemen en champagne worden pas na de wedstrijd van komende donderdag besteld, we verkopen de huid niet voordat de beer geschoten is.

Schaakgroet Paul Neering

S.V. Het Spaarne 2 1711 S.C. Aalsmeer 3 1477 6 0
1. Paul Ruber 2030 Leo Buis 1459 1 0
2. Joost Jansen 1720 Jos Bakker 1575 1 0
3. Paul Mathot 1638 Marco Hutters 1319 1 0
4. Rob de Haan 1736 Tom van der Zee 1373 1 0
5. Florin Omota 1605 Fred Buskermolen 1663 1 0
6. Pim Abbestee 1542 Gerard van Beek 1 0

Tweede team blijft op koers Ronde 5: Heemsteedse S.C. 2 - S.V. Het Spaarne 2: 1½ - 4½

Maandag 22 februari speelde ons tweede team de derby tegen de Heemsteedse Schaakclub. In zijn welkomstwoord wees Jan Verhagen erop dat de bezoekers, ons team dus, in de race waren voor het kampioenschap, terwijl de thuisploeg het hele jaar al met de rug tegen de muur speelde. Ook letterlijk trouwens. Het clublokaal aan de Franz Schubertlaan heeft namelijk maar zeer bescheiden afmetingen. Toch stonden er ook nog enkele tafels en stoelen voor leden van HSC die niet in dit tweede team, maar in de interne competitie speelden.

Heemsteedse S.C. 2 1398 S.V. Het Spaarne 2 1708
1. André Clemens 1446 Paul Ruber 2030 0 1
2. Henk Post 1225 Joost Jansen 1720 0 1
3. Piet Stofberg 1486 Paul Mathot 1638 0 1
4. Jan Visscher 1558 Rob de Haan 1736 ½ ½
5. Peter van Harn 1385 Florin Omota 1605 0 1
6. Johan Kramer Glijnis 1290 Wim Hoffenaar 1522 1 0

Onze witspelers zetten hun tegenstanders al snel onder druk en boekten drie regelmatige overwinningen. De zwartspelers hadden het moeilijker. Zo keek Wim Hoffenaar na enige tijd tegen een stand aan, waarin hij een stuk minder en weinig compensatie had. Joost Jansen kreeg een koningsaanval op zijn dak en moest behoedzaam verdedigen. Ikzelf kwam goed uit de opening (wit begon met 1.e3!?; wat moet je daarop nu antwoorden?) en won na enkele uren een pion. Wit bouwde na dameruil echter een soort fort, waar zwart, al was hij in het bezit van het loperpaar, moeilijk door kon komen.

De nederlaag van Wim bleek onafwendbaar. In mijn pogingen om het fort te forceren zag ik een resource van wit over het hoofd, waarna ik in een eindspel terecht kwam dat waarschijnlijk verloren moest gaan. Met veel moeite wist ik echter het halve punt te redden. De tegenstander van Joost kwam dreigend opzetten, maar zag toen een wending over het hoofd die materiaal kostte. Joost nam grote risico’s (zowel wit als zwart dreigden te promoveren) maar toch nog onverwacht gooide Post er het bijltje bij neer.

Rob de Haan.