Het is mijn eerste avond ooit op onze zomerstek in hartje Haarlem! De laatste Waagavond van 2025. Mijn nieuwe fiets stal ik binnen zichtbereik in de Damstraat. Ooit was ik beter in dammen dan in schaken. Misschien is dat nog steeds zo. Op het terras ontwaar ik Bert, Frans, Paul M, Paul N, Robert, Roland en Ted. Er zitten ook onbekenden te schaken. Een van hen komt vrij en durft wel tegen mij, ondanks dat Paul N mij intimiderend introduceert. Hij schaakt op Lichess en hakt me genadeloos van het bord. Een omgekeerde Fischer of zoiets. Fischer die zich omdraait in zijn graf. Of is Bobby gecremeerd? Zou wel zo veilig zijn.
Ik vertel de tegenstander met wervende intentie over wat het clubschaak inhoudt. Hij vraagt me of ik erelid ben! Ik verbeeld me eventjes het in mijn leven eindelijk zover te hebben geschopt eerbiedwaardig of zelfbewust over te komen. Heel eventjes maar.
Op het buitentafeltje het dichtst bij het Spaarne staat een oogstrelend mooi schaakspel. Het is een wonder dat er ook nog mee wordt gespeeld. Trotse eigenaar is Thomas, ook een aanschuifschaker: ‘Het Spel van het Wereldkampioenschap!’ Hij kijkt verzaligd toe bij de partij van Paul N met wit. Paul promoveert naar een tweede dame en zet een al geslagen toren viltloos op zijn kop op het bord. Thomas piept angstig dat dat stuk niet mag worden gesleept. Paul hoort het niet of luistert niet en schraapt de torendame genoeglijk traag van a8 naar a2.
Ik ben vanavond hier gekomen in samenspraak met Roland. We willen ook tegen elkaar, maar het komt er maar niet van. Hij is vrij en ik bezet, of omgekeerd. We raken gefrustreerd, ik ben vrij maar hij bezet. Ik heb intussen mijn eerste tappils achter de knopen en raak in filosofische sferen: ‘Je weet, Roland, dat niet alle dromen in het leven uitkomen.’ Een leuk ogende, licht benevelde dame (van vlees en bloed) vangt het op en lacht bekoorlijk. Een roze mist steekt op.
Thomas wil weten hoe ‘discovered check’ heet in het Nederlands. Ik heb gedegen Engels geleerd van Sanders vader, dus roep resonerend ‘Aftrekschaak!!!’ Thomas is geschokt. Die jongeren van tegenwoordig voelen zich erg snel verneukt.
Wederom speel ik tegen de Lichess-man, die zich na die eerste omgekeerde Fischer gelukkig positioneel laat overvleugelen. Een chic gejaste, tengere voorbijganger blijft geboeid staan kijken naar het schaaktafereel. De Lichess-man kijkt op en roept: ‘Hé Burgemeester! Wienen!’ En inderdaad. Ik leg de burgervader uit wat dit schaakterras behelst en vraag hem of hij zelf ook schaakt. Hij geeft zich bescheiden, maar in het herdersmatje zal hij niet trappen. In die omgekeerde Fischer vast ook niet.
Ik speel toch nog tegen Roland! De uitslag ben ik vergeten, dus zal ik wel verloren hebben. En vervolgens maak ik via Paul M kennis met Kees Jongsma. Zoon van Lex, een van mijn schaakiconen. Hij verslaat me dan ook met 2-1, waarmee ik goed weg kom. We blijken in de jaren 90 nog gelijktijdig lid te zijn geweest van HWP. Anekdotes te over, vooral over Lex. Voor Kees is nieuw dat Lex jarenlang heeft gespeeld bij VHS, de ijzersterke voorloper van Het Spaarne. Ik ben nog getuige geweest van de aanzet daartoe, begin 1972, via het gevlei van Klaas Steijn. Daarover misschien later nog eens iets meer.
Na afrekenen wankel ik naar mijn nieuwe fiets in de Damstraat. Hij is weg. O nee, ik kijk verkeerd. Jos Wienen heeft de wind eronder!
Voss
Recente reacties