Het Spaarne 1 – Kennemer Combinatie 3: 4,5-3,5 Promoveren? Nee, liever niet.

De eerste wedstrijd op een nieuwe locatie, en de laatste van het seizoen. De wedstrijd vond plaats in Heemstede, in een hybride van buurtcentrum en kinderdagverblijf te midden van robuuste bakstenen twee-onder-een-kap-woningen uit de jaren ’30, met lustig glas-in-lood. Het voelde een beetje als een uitwedstrijd. Niet qua sfeer, zeker niet. Ik was er nog nooit geweest. Goeie speelplek: je kunt in ieder geval uit ramen kijken, naar een speelplein waar een jonge vader voetbaltrucjes leert aan zijn zoon (of andersom?). Aan de muren hangen goed bedoelende schilderijen waarvan je denkt: zou ik dat aan de muur hebben willen hangen? Even over nadenken…

Goed, na de vorige wedstrijd tegen De Waagtoren 3 (4-4) doemde opeens promotie op naar de 3e klasse. Daaraan heb ik gistermiddag niet gedacht, en de anderen wellicht ook niet, wel aan het spelen van een lekkere partij. In de wedstrijd van gisteren werd er nipt gewonnen van Kennemer Combinatie 3 dat met enige invallers aantrad. Na afloop, gisteravond, toen ik thuis de website van de KNSB raadpleegde, dacht ik even dat promotie onvermijdelijk was, gelet op het aantal matchpunten (negen). Haha, nou, liever niet.

De score werd simultaan geopend aan bord 4 en bord 1. Teamcaptain Paul Neering bood tegenstandster Sacha Valster-Schiermeijer remise aan na een vluchtige blik op de andere borden. Juist op dat moment verloor eerstebordspeelster Colleen Otten zich in een tactisch slippertje dat een stuk kostte. Hieronder de korte partij, met commentaar van Colleen zelf.

 

 

Ach, het was natuurlijk een wedstrijd om de baard van de keizer, maar het valt niet mee als je als eerstebordspeelster voor even je haviksblik verliest. Paul zag na afloop van zijn partij dat hij een dikke plus had kunnen krijgen met e5-e6, Lf7-e6 en Tc5xd5. Pionwinst en zwart heeft daarna ook een toch wat verkrampte positie. Hij had spijt van zijn remise-aanbod.

 

 

Tegen een uur of vier was de strijd uitgedund tot drie borden. Vanaf mijn plek zag ik Robert Balm voor Combiteam KL2 een slechter eindspel verdedigen tegen een oud-leerling (Douwe Sternfeld). Het werd remise. Combiteam KL2 behaalde een klinkende overwinning op Caissa 5, mede dankzij zeges van Theo Kroon, Ewout Muller en Wim Hoffenaar, die losjes rondlopend even kon genieten van een gewonnen stand in een toreneindspel. Daarmee verdween het Combiteam echter niet van de laatste plaats in klasse 5E. Wel een lekkere overwinning aan het slot.

Eerder op de middag produceerde invaller Joost Jansen een geruisloze remise op bord 8, meer zat er niet in. Fer Mesman speelde een vlotte partij tegen Michiel Terwee (bord 6). Hij kwam met voordeel uit de opening – hoe Lc8 en Ta8 te ontwikkelen zonder materiaalverlies -, en toen de zwartspeler het even liet liggen (met Td5?!) won Fer een pion in een stelling die veel meer beloofde. Er verdwaalde een zwarte toren op de witte damevleugel waarna mat opdoemde. Er was een lichte hapering door gebrek aan tijd (33. Dg4 in plaats van het veel sterkere 33.De5) maar het matbeeld was er niet minder fraai om, helaas voor Michiel.

 

 

Frans Arp (bord 3) zat als een mastodont die van wanten weet – ik denk als een goedlachse herbivoor die ook wel van een goed bbq-hapje houdt (dus eigenlijk is hij een omnivoor) – achter het bord en zag zijn tegenstander, Frans van Casteren, een verkeerde keus maken waardoor Arp een dame overhield tegen een toren en een paard. Na een schaakje op d4 was verder weerstand bieden, hopen op de welbekende “vesting”, er niet meer bij voor de witspeler. Daarmee was Het Spaarne op voorsprong gekomen. Hieronder de partij met een belangrijk moment op zet 18 (notities Schill):

 

 

Plots werd de partij tussen Edward Scholtens en Aad de Bruijn op bord 2 remise. Aad zette de partij vanuit een gambiet mooi op, en toen kwam er een torenoffer op e6 (!). Hieronder de partij met kort commentaar van Aad.

 

 

Uw verslaggever speelde tegen Sybe Terwee op bord 5. We volgden tot ca. zet tien dezelfde opening als een maand of twee geleden (na een kwartier nadenken begon het mij te dagen). Met c5-c4 greep ik het initiatief om te profiteren van de ietwat ongelukkige positie van de witte dame. In een riante stellling ontglipte me echter een onnauwkeurigheid (concentratiegebrek door gemakzucht ingegeven, zoals wel vaker): 18. … Lxb2. Ik had de “terugzet” Da4-c2 overzien. Lxb2 was natuurlijk geen blunder, maar toch, zo’n blinde vlek voelt onaangenaam. Grappig is nog de variant die leidt tot een “bijna-mat”: 19 Dc2 Pe5 20. Dxb2 Pxf3+ 21. Kg2 (in de partij speelde wit Kh1) Dd5 (beter is Dxb2) 22. Dxb7 Lh3+ 23. Kxh3 Pg1+ 24. Kh4 Dh5mat. Uiteraard is Kxh3 niet verplicht.

 

 

Bleef over de partij van invaller Paul Mathot tegen jeugdspeelster Stella Honkoop (bord 7). Ze had onlangs furore gemaakt bij het NK Jeugd. Paul leek rondom de veertigste zet ook niet kansloos met verbonden vrijpionnen op de e- en f-lijn, anderzijds had de witspeelster een vervelende penning van een paard op g7 in het vizier. Ze wist, ondanks tijdnoodperikelen vlak voor de veertigste zet, het eindspel van torens en paarden naar zich toe te trekken. Eindstand 4.5-3,5.

Daarmee kwam Het Spaarne op negen matchpunten. Lang niet vertoond! Gefeliciteerd, maar die promotie zit er gelukkig niet in voor ons knoeiersteam. Daarvoor zijn we zo’n beetje de slechtste nummer twee uit de vierde klasse.

 

(Schill)

De Waagtoren 3 – Het Spaarne 1: 4 – 4 Goeiige knoeiers (zaterdag 23 april 2022)

Schaakclub De Waagtoren uit Alkmaar heeft sinds enige maanden een nieuwe speellocatie: wijkcentrum Overdie in het zuiden van de stad. Wederom speelde Spaarne 1 daardoor een uitwedstrijd in een jaren-60-wijk, of nou ja, een beetje jaren-70-wijk is Overdie ook, en als je goed kijkt is de wijk “ingebreid” en opgeleukt in de decennia daarna, zoals met dat nieuwe wijkcentrum, een gebouw dat zelfs op een zonnige zaterdag in april bruist van activiteit.

Het zou mij niet verbazen als er een verband is tussen “jaren-60-wijken” en “schaakwedstrijden” en daarom zou ik ervoor willen pleiten dat onze wedstrijdleider extern bij de bond erop gaat aandringen dat de indeling van de vierde klasse niet langer regionaal is, maar landelijk, zodat het mogelijk wordt dat er ook uitwedstrijden in Overvecht (Utrecht) en Escamp (Den Haag) plaats gaan vinden. Escamp is de parel onder de jaren-60-wijken, het kroonjuweel van het Nieuwe Bouwen, mooier dan de Bijlmer. (Een niet met een Nobelprijs bekroonde Haarlemse schrijver zou nu vanuit zijn graf kunnen kraaien: zo zie je maar weer, alles heeft met alles te maken.)

Goed, we kwamen daar om te schaken, niet om een voorliefde voor betonnen prefab bouwelementen en non-descript openbaar groen te botvieren. Misschien werd het daarom wel een gelijkspel, wederom, en geen overwinning. Nee, het was erger dan dat. Dankzij een late zege van Frans Arp werd een achterstand ongedaan gemaakt die eerder op de middag was opgelopen door nederlagen van teamcaptain Paul Neering en Aad de Bruijn.

Paul Neering (bord 5) veroverde in de opening een pion, maar de zwartspeler (Chaim Bookelman) kreeg daarvoor een voorsprong in ontwikkeling terug. Paul speelde die fase, late opening en vroeg middenspel, geconcentreerd. Toch ging er iets mis, ik heb niet gezien wat.

Eerder op de middag had Fer Mesman de score geopend. Zijn klok deed raar. Die bleef lopen als Fer die had ingedrukt. Hij had het pas na enige tijd door. Zijn tegenstander (Jawdat Adib) vond dat ongemakkelijk, ondanks een ruimhartige bijvulling in tijd van de wedstrijdleider (een uur, als ik me niet vergis), en bood remise aan.

Aad de Bruijn kreeg tegen Ruud Nieuwenhuis een ruige Franse stelling op het bord die op het oog een snufje gunstiger leek voor zwart. Er stond een witte pion op h7, anderzijds een zwarte collega op c3. De witte koningsvleugel leek vleugellam en pion h7 stond op vallen. Toen ik opkeek van mijn bord was de zwarte dame plotseling van het bord verdwenen in ruil voor een toren en stond er een zwarte pion op b2 die echter spoedig zou worden weggesnoept door een witte loper. Had Aad zich verrekend? Nou ja, de witspeler maakte de partij uit met een schijnoffer op b7 en Aad schudde hem de hand.

Zo keek Het Spaarne tegen een achterstand aan van twee punten. Op de overgebleven borden stonden stellingen die de objectieve toeschouwer niet als veelbelovend zou omschrijven, eerder als remise-achtig, of met weinig goede muziek erin.

Uw verslaggever kreeg op bord 3 weinig voordeel uit de opening. Daarin koos hij voor een pionnencentrum c3-d4-e4. De zwartspeler zette druk op pion d4, ofschoon er een bijna kreupel paard stond op c7, en niet op c6. Dat paard kon wegspringen naar b5 en lonken naar die centrumpion op d4, en naar veld c3. Wat te doen? Een pion op a4 zetten, zoals de engine na afloop ongegeneerd aangaf? Nee, niet gedaan. Er volgde dameruil en een remiseaanbod van mijn kant op een moment dat het initiatief naar de zwarte kant dreigde te kantelen. De zwartspeler (Bert Buitink) wilde nog even een paar zetten doen, hopend dat zijn meerderheid op de damevleugel gevaarlijker zou worden dan de witte meerderheid in het centrum. Met beheersing speelde ik het eindspel naar remise door herhaling van zetten. De zwarte pion op a4 kon ook zwak worden, er was geen doorkomen aan, voor zowel wit als zwart.

Yashin van Kesteren, die Paul Ruber verving, verkreeg op bord 7 met wit een Benoni-achtige stelling waarin zwart verkrampt kwam te staan door de onmogelijkheid van tegenspel op de damevleugel. Yashin liet het voordeel echter glippen, zoals hij na afloop liet zien, en plaatste een goed getimed remiseaanbod, dat met het oog op tijdgebrek door zijn tegenstander werd aanvaard.

Maar er kwam een ommekeer in de stand, gelukkig voor ons (ook al kan er geen team meer degraderen uit deze 4e klasse E, het is toch prettig punten te blijven sprokkelen, al was het maar om de eer, of om de wil iets uit een stelling te halen.)

Colleen Otten speelde moeizaam tegen Rob Freer op bord 1. Moeizaam was het zoeken naar enig voordeel of naar een aanknopingspunt voor een aanval tegen de zwarte koning, ondanks het bezit van een geïsoleerde pion op d4. Er verdwaalde een toren op h3 (in het kader van remise proberen te ontlopen door risico’s te nemen). Ze verbruikte veel tijd en zwart kwam allengs beter te staan, totdat de zwartspeler een lelijke zet ontglipte die pion e6 in een klap zwak maakte (f7-f5). Even later volgde een blunder. Colleen incasseerde het punt en de zwartspeler was om begrijpelijke redenen na afloop even niet aanspreekbaar.

Leo Littel speelde op bord 4 tegen Alex Albrecht. Hij kwam zonder veel problemen uit de opening. Echter, veel muziek was er voor beide kleuren niet uit de stelling te halen en toen er een lopereindspel op het bord stond werd er ondanks een remiseaanbod van Leo nog even doorgespeeld voordat de vredespijp werd aangestoken.

Tot slot: terwijl deze of gene zijn of haar partij in de analyseruimte onder de loep aan het nemen was, voerde Frans Arp zijn partij naar winst en trok daarmee de score gelukkig gelijk. In het middenspel meende zijn tegenstander (Max Hooijmans) twee inactieve lichte stukken te kunnen ruilen tegen een toren en nog een pion (of twee). Daardoor verwierf Frans het loperpaar dat in het eindspel een vrije d-pion bijna moeiteloos kon ondersteunen op weg naar promotie. Een witte toren kon niet al te veel uitrichten op de zevende rij. Frans wist de witspeler te dwingen om zijn toren te offeren tegen die d-pion en de “verkeerde” loper, waardoor de winst niet meer moeilijk was.

Derhalve: 4-4! Voor de vierde keer. Met zeven matchpunten op de derde plek, wat een weelde. Het is lange tijd geleden dat promotie lonkte (dat woord hoorde ik opduiken, zaterdag of in de dagen ervoor), maar dat gaat nooit gebeuren met Aartswoud als gedoodverfde kampioen. Het verschil met de nummer acht, Volendam, is slechts drie matchpunten, dat zegt al genoeg. En als we wel onverhoopt zouden promoveren, dan zouden we tegen beter weten in in een langdurige schaaklockdown moeten gaan, een lange zomer lang, aangemoedigd door gepassioneerde trainers. Maar dan nog, we zouden nog steeds niet zien waar de essentie ligt. We blijven knoeiers, maar wel goeiige knoeiers.

(Schill)

Vliegende start eindigt in mineur (Aartswoud-Het Spaarne, KNSB klasse 4E, 2021-2022; verslag: Paul Neering)

Zaterdag 9 okt Hoogwoud

Daar gingen we weer … op naar Hoogwoud, daar waar de gewassen op uitgestrekte landerijen wachten op langdurige regenval om te kunnen groeien en bloeien. Een paar kerktorens in de verte om aan te geven dat er woonkernen omheen staan. Ik heb rustige grazende koeien gezien, en een paar schamele verkeersborden om auto’s de goede richting op te sturen. Maar de naam Hoogwoud kwam er nauwelijks op voor. Ik dacht even: bestaat Hoogwoud eigenlijk wel? Ik zat in een auto uit de vroege jaren nul, zonder navigatie, en meende de weg nog te kennen uit het verleden. Nou ja, met
enige vertraging kwamen we op de locatie aan. Lekker zonnig weer, goede moed op de heenweg en toch lichtelijk bevreesd om bij de terugtocht bliksem en inslag te ervaren.
Want inmiddels is het een bekend gegeven. Voor ons, spelers van Het Spaarne, regent het altijd in het vierde speeluur. Deze keer moesten we maar liefst vier nullen op een rij wegslikken. Terwijl we zo goed waren begonnen.
Want een vliegende start hadden we … Op bord 1 kwam ik een glunderende Colleen Otten tegen die in het Frans een eenvoudig valletje had opgezet voor de met zwart spellende Marc Helder. Allemaal bekend bij mij… was de reactie van Marc na afloop, al zeker zes keer tegen mij gespeeld op chess.com en ik stink er telkens weer in. Met de gewonnen pion in de zak en een betere stelling was de rest van de partij een formaliteit. Een vol punt voorsprong!
Intussen had ikzelf, op bord 8 tegen Jan Stapel, een dikke plus uit de opening met zwart meegenomen naar het middenspel en dat zag er veelbelovend uit. Maar nadat ik in een voor de hand liggende aanvallende stelling de zet Pe4 niet had gezien (waarna vier zetten diep een kwaliteit voor
het oprapen lag) verzandde de partij en werd tot remise besloten. Jammer voor mij, maar er was meer goed nieuws.
Op bord 4 speelde clubkampioen Aad de Bruijn een romantische partij schaak uit vervlogen tijden tegen Rob van den Heuvel die uit hetzelfde hout was gesneden. Ronduit spectaculair spel van beide spelers, met spitsvondigheden dat ik als 1700-speler met bewondering aanschouwde. Met gereduceerd materiaal probeerde Rob Aad mat te zetten. Door zeer creatief te spelen wist Aad dit te voorkomen en, tot volle tevredenheid van uw verslaggever/ teamcaptain, een dik punt toe te voegen aan ons totaal. Ik heb er zelfs bij de wedstrijdleider van Aartswoud voor gepleit om deze partij twee punten toe te kennen. Dit werd echter geweigerd vanwege het reglement… jammer!
Toen Paul Ruber op bord 2 ook nog eens de volle winst naar binnen trok (met zwart tegen Toine Molenaar, na eerst remise te hebben aangeboden) was de tussenstand 0.5 – 3.5 in ons voordeel.
Zo … wie doet je wat? Dan denk je: uit de resterende vier partijen valt nog wel een puntje onze kant op, toch? Een halfje dan? Nee, we weten het inmiddels wel, het vierde speeluur was begonnen en die jongens van Aartswoud zijn geen koekenbakkers. Wij van het ’t Spaarne, met spelers als Sander Schilthuizen, Frans Arp, Leo Littel en Fer Mesman nog in de running, slikten een bittere pil… Hun tegenstanders: Jeroen Bakker, Tobias Hendriks, Peter Holscher en Pascal Zijlstra, voorwaar geen kleine jongens met stuk voor stuk hogere ratings, sloegen keihard toe.

Weer verloren van Aartswoud! Daartegenover stond dat het gezellig was na afloop bij de bar waar uw verslaggever direct aangaf het volgend jaar met een beter tactisch plan te komen teneinde de ban te doorbreken.
Op de terugweg begon het te regenen en het klaarde weer op in Haarlem.

Rating
Rating
Helder, M.J.G. (Marc) 2092 Otten, C.J. (Colleen) 2016 0 – 1
Molenaar, A.J.M. (Toine) 1880 Ruber, P.J.P. (Paul) 1928 0 – 1
Bakker, J. (Jeroen) 1987 Schilthuizen, A.P. (Sander) 1847 1 – 0
Heuvel van den, R. (Rob) 1910 Bruijn de, A. (Aad) 1868 0 – 1
Hendriks, T.C. (Tobias) 1944 Arp, F.L. (Frans) 1920 1 – 0
Holscher, P.A.C. (Peter) 1960 Littel, L. (Leo) 1903 1 – 0
Zijlstra, P. (Pascal) 1802 Mesman, F.D. (Fer) 1721 1 – 0
Stapel, J. (Jan) 1821 Neering, P. (Paul) 1709 ½ – ½
Gemiddelde Rating: 1925 Gemiddelde Rating: 1864 4½-3½

SPAARNE 1 vs HWP 3 (KNSB klasse 4E, 2021-2022; verslag: Paul Neering)

Afgelopen zaterdag, na een lange periode van stilstaan, kwam de externe competitie weer op gang. Het denksportcentrum plaats van handeling waar nu eens niet de schakers de overhand hadden maar de dammers. Hierdoor zaten de 16 matadoren in de zaal achterin met anti corona spatschermen bedoeld voor bridgers. Dus toeschouwers konden aan de zijkant van de partijen meekijken vanwege de twee diagonalen kruiselings vast gemonteerde transparanten platen boven de borden. Een bizar gezicht maar gelukkig klaagde niemand hierover en geen toeschouwers aan de zijkanten gezien.

Het was wennen voor de meesten om weer een lange partij te spelen en dat geldt voor ons team als voor onze tegenstanders. Het moeilijke  wennen kwam tot uiting toen Koos Stolk, wel gewaardeerd medewerker van de KNSB,  pardoes in het tweede uur al, een stuk blunderde waardoor onze Frans Arp op bord 4 direct een punt voor ons team kon bijschrijven. Ook keek ik verlekkerd naar bord 3 waar Sander Schilthuizen tegen Pieter Jan Morssink een pion had weten te bemachtigen. Sympathiek team trouwens dat derde van HWP te Haarlem. Wel altijd een directe concurrent voor ons als we de rekening gaan opmaken aan het einde van de rit. Super spannend was het op bord 6 waar onze supersub Yashin van Kesteren speelde. Ik, als teamcaptain, hield mijn hart vast vanwege het buigen of barsten spel die onze jongeling ten toon spreiden. Tegenstander, de ervaren Adrie Pancras, moet het lastig hebben gevonden, had niet het totale antwoord en ging ten onder. Maar de 2-0 voorsprong werd al snel teniet gedaan doordat onze Fer Mesman op bord 7 spoken zag ….  tegenstander Sjoerd van Raaij had daar helemaal geen last van, won uiteindelijk een paar pionnen. Fer probeerde het een klein uurtje om de gaten te dichten maar gaf tenslotte op.

Inmiddels een terechte remise op bord 5 tussen Leo Littel vs Frank Homburg en ook nog een op bord 8 tussen uw verslaggever en Bart Stam.

Lichte teleurstelling toen bekend werd dat Sander de winst had gemist en zijn pion niet verzilverd. Remise als resultaat. En toen, als donderslag bij heldere hemel, dreigde teamverlies. Toen werd  bekend dat onze kopvrouw Colleen Otten, na een eerder remiseaanbod van de heer Kubbenga, een stuk moest geven voor twee pionnen. Niet genoeg en de tussenstand op 3.5 – 3.5.!!

Nog een partij aan het spelen op bord 2. Onze clubkampioen Aad de Bruijn tegen Allard Ligteringen.

Lange tijd staat Aad een pion voor maar tegenstander heeft ruim compensatie door actief spel en het materiaal draait om.. Allard een pion voor. Gelukkig ongelijke lopers waardoor Aad na 5.5 uur spelen een halfje binnenhaalt. Pff ..  eindstand 4 – 4

… volgend uitwedstrijd Aartswoud, daar, in het noorden…

Paul Neering

PS  Met dank aan de wedstrijdleider Joost Jansen … geen enkel confict heeft zich voorgedaan!

Rating
Rating
Otten, C.J. (Colleen) 2033 Kubbenga, M.H.A. (Michael) 1890 0 – 1
Bruijn de, A. (Aad) 1866 Ligteringen, A. (Allard) 1912 ½ – ½
Schilthuizen, A.P. (Sander) 1824 Morssink, P.J. (Pieter Jan) 1961 ½ – ½
Arp, F.L. (Frans) 1909 Stolk, J.J. (Koos) 1764 1 – 0
Littel, L. (Leo) 1904 Homburg, F.H. (Frank) 1863 ½ – ½
Kesteren van, Y.T. (Yashin) 1809 Pancras, A. (Adrie) 1835 1 – 0
Mesman, F.D. (Fer) 1731 Raaij van, S. (Sjoerd) 1818 0 – 1
Neering, P. (Paul) 1713 Stam, B. (Bart) 1807 ½ – ½
Gemiddelde Rating: 1849 Gemiddelde Rating: 1856 4-4

Spaarne 1 vs Amsterdam West II

Een beminnelijk clubgebouw, daar waar Schaakvereniging Amsterdam West huist en waar afgelopen zaterdag de 5e ronde werd gespeeld tussen het Spaarne 1 tegen het tweede van Amsterdam West (in de KNSB 4e klasse D). Voor ons team was dit een belangrijke match, omdat hier, op papier, potentiele punten lagen om mee te nemen naar Haarlem-Zuid. Makkelijk? Nee, … zeer zeker niet, al is het maar dat we onze tovenaar Frans Arp en puntenpakker Sander Schilthuizen door omstandigheden niet konden opstellen. Wel waardige vervangers gevonden: … good old Rob de Haan en Yashin van Kesteren (debuterend voor Spaarne 1). Op weg ernaar toe hebben we gebruik gemaakt van bus, trein en tram vanwege de parkeertarieven en de schaarste aan parkeerplekken. Daarbij viel op dat sommige schakers niet wisten hoe een OV-kaart op te waarderen waardoor we bijna een trein later moesten nemen naar Amsterdam.

Rustige schakers daar in West. Men maakt zich niet erg druk om een puntje meer of minder…. en dus werd ons een matchpunt gegund. Want hoe anders zou de uitslag zijn geweest als de Amsterdamse spelers Pijlman en Yahia aan bord 4 en 6 een voordelige stand niet uit hun handen hadden laten glippen… Juist! Het zat ons deze keer een beetje mee. Heerlijk gevoel!!

Vooral het begin was veelbelovend. Onze topvrouw Colleen Otten verpletterde op bord 1 Jan Schuurman (1973) met een vernietigende mataanval. Vervolgens stool Yashin van Kesteren zijn overwinning van Mustapha Yahia (1857). De middag kon al bijna niet meer kapot. Zelf had ik op bord 7 een geweigerd Morra-gambiet op het bord en omdat mijn sympathieke tegenstander, Gert-Jan Goedhart (1878), meerdere keren hetzelfde stuk in de opening speelde leek ik groot openingsvoordeel te krijgen. Ik telde alvast de winst in mijn eigen partij op bij de reeds twee gewonnen punten, ….deze match in the pocket na pas 2.5 uur spelen… niet slecht… inpakken en wegwezen… groots gespeeld en tegenstander de maat genomen! Ik ben een aartsoptimist.

Het pakte echter volledig anders uit. Amsterdam-West kwam terug en hoe! Mijn partij verzandde omdat ik geen vorm / plan kon bedenken om vorderingen te maken… eigenlijk maakte mijn tegenstander de stelling moeiteloos gelijk waardoor ik uit pure armoede remise aanbood. Dat werd aangenomen.

Na een rondje langs de resterende borden borrelden doembeelden langzaam op. Bord 8: Fer Mesman tegen Dion Spelbrink (1813), Fer ging verliezen. Er waren te veel dreigingen waardoor Fer aan druk ten onder ging. Paul Ruber tegen Jan Winsemius (1898): Paul maakte één fout en kwam deze niet meer te boven. En ook Rob de Haan – tegen Ridens Bolhuis( 1850) – kwam na een goede opening plots verloren te staan nadat hij had overzien dat een vijandelijke pion zich diep in het hart van het centrum kon verankerden…niets meer aan te doen.

Drie nullen op rij, dat leek te veel met het oog op de laatste twee partijen, van Leo Littel en Aad de Bruijn. Leo was na een lange partij weer eens in grote tijdnood geraakt (20 zetten te gaan met 2 minuten op de klok) tegen Paul Scheermeijer (1923). Aad had een gesloten stelling met twee pionnen minder tegen René Pijlman (1905) plus een zwakke pion op a3 die ook leek te vallen… een nul voor Aad leek aanstaande en remise voor Leo, meer zou het niet worden en ik feliciteerde al de teamcaptain van Amsterdam-West.

Maar nee … alles werd anders deze middag. Laat Aad de Bruijn, vechter pur sang, nooit (nooit!) terugkomen in een partij. Terwijl Leo zelfs een plusremise eruit sleepte, waardoor de tussenstand 4-3 werd voor Amsterdam West, gooide Aad alles wat ie had in de strijd: hij offerde materiaal, opende lijnen en tot verbijstering van vele toekijkende leden van Amsterdam-West, én uw teamcaptain, zette Aad de Bruijn zijn tegenstander pardoes mat…. althans… als een ware heer gaf René Pijlman Aad de matzet cadeau.

Wat een speler, van een partij. Prachtig om dit spektakel te mogen volgen … dat het hierdoor 4-4 werd… heerlijk!

PNE

Amsterdam West 2  Het Spaarne 1 
Schuur, J.M. (Jan) 1973 Otten, C.J. (Colleen) 1986 z-w 0 – 1
Winsemius, J. (Jan) 1898 Ruber, P.J.P. (Paul) 1942 w-z 1 – 0
Scheermeijer, P.H.A. (Paul) 1923 Littel, L. (Leo) 1926 z-w ½ – ½
Pijlman, R.W.J. (René) 1905 Bruijn de, A. (Aad) 1896 w-z 0 – 1
Bolhuis, R. (Ridens) 1850 Haan de, R.M. (Rob) 1704 z-w 1 – 0
Yahia, M. (Mustapha) 1857 Kesteren van, Y.T. (Yashin) 1807 w-z 0 – 1
Goedhart, G.J. (Gert-Jan) 1878 Neering, P. (Paul) 1733 z-w ½ – ½
Spelbrink, D. (Djon) 1813 Mesman, F.D. (Fer) 1741 w-z 1 – 0
Gem. Rating:  1887  Gem. Rating:  1842  4-4 

We komen om te winnen… Volendam 1 - Het Spaarne 1 4-4

(verslag door Paul Neering, met aanvullingen van Sander Schilthuizen)

Afgelopen zaterdag in Volendam de strijd tegen  de schaakmacht van Volendam. Eigenlijk al jaren van hetzelfde niveau, qua sterkte dan, als het eerste van het Spaarne. Nadat er op de zaterdagmiddag een parkeerplek is gevonden bij de plaatselijke Deen lopen we dwars door het winkelcentrum over de markt naar Jeugdhonk PX . Bij binnenkomst op de begane grond wordt er gewerkt aan een happening voor de pubers om nieuwe talenten te laten sporen in de palingsound maar de leden van schaakteam ’t Spaarne laten zich niet afleiden. Direct vinden wij de toegang tot de tweede etage waarin in een aangename en ruime accommodatie 8 wiebelende tafels staan opgesteld die allen hun eigen verhaal vertellen. De mijne gaf in ieder geval aan dat ik de gehele partij er rekening mee moest houden kleine piepjes en steungeluiden voor lief moest nemen. Wat ik heb gedaan!

De ontvangst was vriendelijk en gemoedelijk waardoor er bij de teamcaptain direct het gevoel ontstond van waakzaamheid. Wij zouden ons niet in slaap laten sussen, want, wij zijn gekomen om te winnen!!! Nick Schilder nergens te bekennen wat een goed teken is… dat scheelt weer een paar Elo punten in ons voordeel.  Wij met onze sterkste opstelling en als ik de namen goed heb bekeken zij ook. Dus na een paar minuten over een starten de partijen.

En laat ik dan maar beginnen met mijn eigen partij tegen Jan Veerman (1802) op bord 7.

En nee.. ik gaf niet het goede voorbeeld. Zwart speelde de Caro-Kann opening die ik beantwoorde met het licht inferieure Shirov attack g4. Veel ervaring mee en daardoor onbegrijpelijk dat ik tijdens de partij geen h4 speelde. Ik dacht een verbetering achter het bord te hebben gevonden ( kan ook een blunder zijn geweest of arrogantie). Mijn tegenstander gebruikte veel tijd en mede daardoor vond ie het juiste tegengif door de simpele maar doeltreffende thematische opstoot c5 waardoor zwart al na 10 zetten beter stond. Rug gerecht en toen Jan Veerman besloot direct door te stoten naar een vrijpion op de a lijn bleek daarna, in het middenspel, de dynamiek te liggen bij de witte stukken. Het flankspel van zwart moest even in de koelkast om het openbreken via de f-lijn goed te kunnen opvangen. En juist op het moment dat ik dacht de genadeklap te kunnen uitdelen via de zojuist geopende f-lijn raakte ik volkomen de klus kwijt door mijn verdediging te laten voor wat die was nadat zwart zijn laatste troef had uitgespeeld met b4. Mijn tollende dame, eens de spil en verbinder in mijn centrale stelling verhuisde naar g 5 waar ze dood en verderf had moeten zaaien. Zwart toonde aan dat het een regelrechte blunder was….met enkele kracht zetten kwamen zijn torens binnen en er was geen houwen aan … de eerste dikke nul voor het Spaarne was een feit. Achteraf bleek tijdens een korte post mortem het bovenstaande verhaal wat genuanceerder te liggen maar dat biedt geen troost voor de verliezer.

Gelukkig hebben we Frans Arp in ons midden die op bord 3 speelde tegen Jan Tol (1966). Onze tovenaar is wat gezakt in zijn rating door zijn vaak wat compromisloze spel waardoor hij of schitterend wint of diep door het stof moet gaan. Vanuit het Open Spaans had zwart (Tol) een vorstelijk paard op e4 gestald. Ik zag nog dat Frans een actie ondernam om die zwarte paarden door een ruil los te weken, maar wat er precies gebeurde is me ontgaan. De zwartspeler had weinig tijd, maakte een ernstige misser en plots werden handen geschud. Maar wel lekker voor ons dat nu plotseling stand weer gelijk is geworden.

Met een tussenstand van 1 tegen 1 durf ik weer te hopen om toch de matchpunten mee naar Haarlem te nemen. Zeker als ik na mijn rondje door de speelzaal Sander Schilthuizen tegenkom. Speelde op bord 5 tegen de kwieke veteraan Frans Vlugt (1835). In het Damegambiet kreeg Sander de Laskervariant op het bord. De kleine problemen in de opening, ruimtegebrek, kon de Volendamspeler niet naar behoren oplossen. Hij gebruikte veel tijd om zijn stukken te bevrijden. Sander ontwikkelde een batterij van torens op de b-lijn. De zwartspeler probeerde nog verwarring te zaaien door met zijn dame de witte stelling binnen te dringen en een pionnetje op te rapen op a2, maar op b8 promoveerde een paar zetten later een witte pion: 1-0. Een verdiende overwinning voor Sander!

Een waar spektakel stuk was de partij Leo Littel vs Reinier Bodemeijer (1784) op bord 6. Leo is al langere tijd op zoek om voor het ’t Spaarne punten te verzamelen maar al geruime tijd wil dit maar niet lukken. Bij de andere clubs waar Leo speelt in Amsterdam rollen de scores over elkaar heen en in toernooien stijgt zijn ster. En net op het moment dat ik kwam kijken neemt Leo een loper op e2 en dat ziet er goed uit. Ik denk dat zwart gaat winnen ondanks dat wit een onderste lijn motief heeft met een gevaarlijk side kick .. de pion op c6. Beide spelers in hoge tijdnood dus blijf ik staan kijken.

Zonder Leo op de pijnbank te willen leggen: we komen erin na de veertiende zet van wit (14. d5).

Reinier Bodemeijer – Leo Littel

Wit gaat hier voor complicaties. Er volgde 14…. Lxc3 15 Dxb7 Tc7 16 Db3 Lxf3. Toen stond het zo:

Reinier speelde 17. dc6 dat in feite een kwaliteitsoffer inhoudt, maar dat was moeilijk te zien. Beter was 17. Lxf3 Tb8 18 Dc2 Pd4 19 Lxd4 Lxd4 met een lichte plus voor zwart.

17… Txd1 18. Txd1?

Hier had wit 18 Dxd1 moeten doen: Lxe2 19. Dxe2 Txc6. Veld d8 is dan gedekt door de dame. Wit heeft enige compensatie door het bezit van het loperpaar. Mijn engine geeft nu 20. Dc4 als beste zet.

18. Lxe2 19. Lh6

19. … Tc8 20. Db7 Te8?!

Verhangt de bordjes, maar nog niet verliezend. Winnend is hier 20. …Td8.

21.Dd7 Ta8??

Het beste was nog 21. … Tf8 22. Lxf8 Kxf8 23. c7 La6. Nu wint wit met 22. c7.

Daarmee was de stand weer gelijk. Twee ontroostbare Spaarne-spelers liepen door de zaal. Tegenstander Reinier bleef nog lange tijd  achter zijn bord zitten en genoot zichtbaar van zijn prachtig overwinning en liet menigeen zien dat het in alle varianten echt uit is .. het “beest” zal uiteindelijk hier antwoord op moeten geven. Met recht een spektakelstuk vond zelfs ik het als teamcaptain van het ’t Spaarne. Ondanks dat hoorde ik Leo mopperen….. ik had alles gezien… ik had alles gezien. Als verliezer is schaken waardeloos.

En daar, recht achter Leo, zat Aad de Bruijn tegen Enno Veerman (1934) te spelen. Op bord 4, Aad met zwart en een Franse opening op het bord. Direct had ik een goed gevoel over deze partij. Frans, daar weet Aad alles van. Onze vriendelijk reus  speelde wederom het  spel waar het ging om het volle punt. Remise is geen optie tenzij het onvermijdelijk is. Open was de stelling, moeilijk in te schatten met een hangende pion op e6 waar de f-lijn open was. Waar het mij leek dat wit wat beter stond met meer mobiliteit. Vooral de witte loper, gekoppeld aan zijn dame zou Aad in moeilijkheden kunnen brengen.

Aad over de partij: “Ik speelde vrij snel en oppervlakkig in de opening en probeerde geen verplichtende zetten te doen, zoals te vroege offers of pionverzwakkingen. Totdat ik het natuurlijk wel deed natuurlijk en in rommelige stand wat druk op mijn koningsstelling kreeg. In zijn tijdnood vond Enno niet het beste plan en ik had veel meer tijd om in ongeveer gelijke stelling goede zetten te verzinnen. Op één moment had wit een tussenzet, die direct zou winnen, middenin een combinatie, maar hij zag het te laat, want hij speelde inmiddels alleen op zijn increment. Daarna was het mijn “feestje” in onderstaande stelling.”

Enno Veerman – Aad de Bruijn

Stand na 32.Dg4-d1? Dg4-h3 maakt remise.

Er volgde: 32… Lh5! De loper kan niet geslagen worden: 33.Dxh5 Txf1+ 34.Kg2 Df2+ 35.Kh3 Dxc2 36.Dxh6+ Kg8 en zwart wint.  33.g4 Lxg4 34.Dd3 Lf3+

En wit gaf op, zwart wint de dame of geeft mat na 35.Kg1 Tg2+ 36.Kh1 Tg1.

En dus zag ik de match punten weer in beeld komen.

Dan maar op naar bord 8 waar onze speler Fer Mesman het opneemt tegen Nico Koning (1709). Een Scandinavische opening van Fer die met kleine middelen wordt bestreden door Nico Koning. De wit speler is niet haastig doet geen rare zetten en wacht op zijn kansen en die komen er. Eerst komt er een gedekte vrijpion op veld d6. Irritant, ook omdat de ontwikkeling van zwart stagneert op de damevleugel. Nico voelt het voordeel en koestert het plusje en gaat  op zoek  naar een beetje meer. Uiteindelijk wordt het pleit geslecht doordat Fer in een mindere stelling een stuk weggeeft. Tegen beter weten in speelt Fer nog een tijdje door maar de gedane zaken nemen geen keer . Fer sluit zich aan bij de nullen van de onderste borden terwijl bij de vorige macht deze borden bijna voor een verrassing hadden gezorgd. Zo kan het dus verkeren. Het staat weer gelijk ,3 tegen 3 met nog twee partijen te gaan.

 

Op bord 1 onze schaakvrouwe Collen Otten tegen Luuk van Essen (1847). Er is niemand die zo met vaste hand een stuk kan verzetten als Colleen. Resoluut en met een vastberadenheid waar menig tegenstander van onder de indruk raakt. Echter niet Luuk van Essen die in een bedachtzame partij keurig stand hield tegen Colleen die zo’n 150 punten meer rating heeft.

Pas tegen het einde van de partij waarin Colleen te maken heeft met het fenomeen tijdnood komt er een kans om de partij toch naar haar tot te trekken. Een mooie wending vlecht ze in haar stelling (zie foto)  maar Luuk trapt er niet in en denkt met het aanvallen van de witte loper de val onschadelijk te hebben gemaakt. Echter bij het terugtrekken van de toren gaat Colleen naar veld f4 in plaats van f3.. verschil? Jazeker! Met de zet f4 is het remise en met f3 wint Colleen alsnog de ongedekte zwarte toren met een schaakje!! Andere wending hetzelfde resultaat  Maar ja.. tijdnood en je moet zetten en dan verdwijnt het volle punt uit zicht. En dus 3.5 tegen 3.5 met nog een partij te gaan.

Aan het tweede bord  Paul Ruber tegen Erik Steur(1992). Ook een partij die ik niet goed heb kunnen volgen behalve het laatste gedeelde van de partij omdat zij de laatste waren die nog achter hun bord zaten. Van de keren dat ik er  eerder  langsliep zag ik de onze man een pion achterstond en dus dacht ik lange tijd dat Paul moest vechten voor remise. Wat er in de tussentijd is gebeurt is mij niet duidelijk geworden maar wat er tijdens het laatste half uur gebeurende was dat de remise marge niet zou worden verbroken. Paul had pion weer teruggewonnen en met twee torens op de tweede rij leek het erop dat er kansen waren voor een vol punt. Maar die hoop vervloog toen Paul besloot een paar torens te ruilen om met een klein plusje in te stemmen met een remise.

En na een hele middag zwoegen een gelijke stand… maar we kwamen om te winnen….

Terechte uitslag? Waarschijnlijk wel. Een paar hele en halve punten vielen onze kant op (Aad, Frans, Paul R). Die compenseren dan weer de onbenutte mogelijkheden en fouten op andere borden (Paul N, Colleen, Fer, Leo). In ieder geval: het eerste matchpunt is binnen.

 

Volendam 1 – Het Spaarne 1

Ronde: Ronde 3

Volendam 1 Het Spaarne 1
Essen van, L. (Luuk) 1847 Otten, C.J. (Colleen) 2015 z-w ½ – ½
Steur, E.T.M. (Erik) 1992 Ruber, P.J.P. (Paul) 1933 w-z ½ – ½
Tol, J.H. (Jan) 1966 Arp, F.L. (Frans) 1894 z-w 0 – 1
Veerman, E. (Enno) 1934 Bruijn de, A. (Aad) 1988 w-z 0 – 1
Vlugt, F. (Frans) 1835 Schilthuizen, A.P. (Sander) 1835 z-w 0 – 1
Bodemeijer, R. (Reinier) 1784 Littel, L. (Leo) 1809 w-z 1 – 0
Veerman, J.M.M. (Jan) 1802 Neering, P. (Paul) 1752 z-w 1 – 0
Koning, N.C.A. (Nico) 1709 Mesman, F.D. (Fer) 1726 w-z 1 – 0
Gemiddelde Rating: 1859 Gemiddelde Rating: 1869 4-4