Spectaculaire overwinning Het Spaarne 2 Ronde 3: Chess Society Zandvoort / Jopen 3 - S.V. Het Spaarne 2 : 2 - 4

30 november 2014 (door Paul Neering)
Voorafgaand aan de match tussen Chess Society Zandvoort / Jopen 3 en ’t Spaarne 2 was het duidelijk dat alleen de overwinning telde indien we nog aanspraak wilden maken op promotie naar de tweede klasse. We begonnen aan de wedstrijd met de wetenschap dat we 1-0 achterstonden door de verliespartij van Joost Jansen (1755), die drie weken geleden vooruitspeelde tegen Eric Alferink (1735). Het devies voor vanavond was: geen remise als er nog kansen zijn om de partij te winnen.

Ga er maar aan staan!

Op ieder bord gebeurde er nogal wat en het verloop van een paar partijen leverde ongeloof, verbijstering, opluchting en respect op voor onze matadoren. Want wat was het spannend!!

Na een uur spelen stonden de meeste van de onzen goed tot zeer goed. Op bord 1 speelde Paul Ruber (2014) tegen Fons Jonkers (1518) met een duurzaam voordeeltje dat uitmondde in materieel voordeel: twee stukken voor één toren. Vanwege de 1-0 achterstand gaf Paul Mathot (1644) tegen Thomas van Beekum (1747) vol gas met een kwaliteitsoffer op termijn (zie onderstaande partij, zet 16). Was het een puur Russisch kwaliteitsoffer of meer dan dat?

Wim Hoffenaar (1517) leek een gemakkelijke avond tegemoet te gaan, omdat zijn tegenstander Herman Bierman (1421) een vol stuk cadeau gaf. Op bord 5 speelde Pim Abbestee (1516) tegen Tim Nijman (1407). Pim kwam redelijk kansrijk uit de opening vanwege een betere ontwikkeling.

Maar nog mooier stond Bert Bergshoeff (1372), ingevallen voor Arun, tegen mevrouw Cilia van der Kamp (1332), een bekende van Bert met wie hij samen speelt bij schaakvereniging De Raadsheer te Amsterdam. Na een fout van zwart knalde Bert met zijn witte dame de gehele damevleugel open. De zwarte koning was ook nog in het midden. Een zeker punt leek me op dit bord aanstaande.

Maar hoe anders zijn schaakdingen in de praktijk. Alleen bij Paul Ruber bleef het voordeel duidelijk en beslissend, ook al duurde het de hele avond. Na zijn partij verzuchtte Paul de woorden: “Het is helemaal niet makkelijk om te winnen met twee stukken tegen een toren.” Gezien Pauls hoge rating voelde hij het gewicht dat adel verplicht. Desalniettemin noteerde ik met een glimlach een vet punt. Klasse Paul. Stand 1-1.

Paul Mathot had nog altijd een goede dynamische drukstelling, maar ook één die om actie vroeg! Het moest eruit komen anders stond hij gewoon een kwaliteit achter!

Wim Hoffenaar kreeg zijn rustige avond niet. Zijn tegenstander speelde alles of niets en presteerde het om pardoes met zijn dame voor de kale koning van Wim op te duiken. Wel ten koste van een tweede stuk, maar in het kielzog daarvan konden veel pionnetjes worden meegenomen. Kortom, problemen te over voor Wim.

Gelukkig had Pim zijn stelling tot matproporties weten uit te breiden. Om mat te voorkomen moest zijn tegenstander een paard geven. Dat hielp natuurlijk niet echt, waardoor Pim het genoegen mocht smaken van een overwinning. Prima maar, naast Pim zat Bert zijn prachtige stelling vakkundig om zeep te helpen door een rekenfout en nu zou het dus spannend kunnen worden. Stand: 2-2.

Terug naar de borden 3 & 4. Het lukte Wim om, na lang zweten, zijn toren te activeren op de g-lijn, zodat de vijandelijke witte dame haar positie rond de zwarte koning moest prijsgeven. Dat gaf de doorslag in deze partij. De winst tekende zich hier af en geen remise-aanbod van wit bracht hier verandering in. Wim, eentje voor het karakter!

Inmiddels was het 23:45 en speelde zich een thriller af op bord 3. Paul miste een directe winstcombinatie, één die de zwarte koning zou hebben omgelegd en juist die koning koos nu het ruime sop. Paul had, om de winst te vinden, al zijn tijd opgesoupeerd, en moest zijn partij uitvluggeren. Zijn tegenstander had zeeën van tijd waardoor Paul, super geconcentreerd en letterlijk met de haren overeind, in de tijd van zijn tegenstander de stelling moest beoordelen. Maar de stelling werd precair, de drukstelling verzakte, de geofferde kwaliteit werd een vol stuk. De schaakjes die Paul over het bord uitstrooide dreigden langzaam op te drogen. Er waren geen velden meer. En dan stond ook de koning van Paul “achter de paaltjes”, in een open stelling waardoor de tegenstander telkens mat in 1 dreigde uit te voeren.

Werd het 3-3 of toch 4-2 voor ons, wellicht eeuwig schaak? Paul hoefde al lange tijd niet meer te noteren en sprokkelde met a-tempo-zetten weer twee minuten bij elkaar. Hij vond telkens de juiste schaakjes. Maar steeds ook doemde de dreiging op dat de zwarte koning een veilige haven zou vinden waardoor Paul mat zou gaan. Maar wat is die Mathot een koele schaker! Hij slingerde en passant er nog een paar schaakjes tussendoor. Zijn tegenstander werd op dat moment geteisterd door twijfel en bracht de koning naar een veld waarop Mathot ook zijn toren schaakjes kon laten geven. Daar doemde plotseling rust op en hoewel zijn tegenstander een dame, toren en een paard rondom de koning had staan lukte het Paul de koning los te weken en met zijn dame en toren de vijandige koning alle velden af te nemen. Terwijl Paul nog naarstig op zoek was naar het volgende schaakje, was er reeds mat geconstateerd: 4-2.

Wat een geweldig resultaat! En dat doet ons in deze dagen verlangen naar meer.

Chess Soc. Zandvoort / Jopen 3 1526 S.V. Het Spaarne 2 1636 2 4
1. Fons Jonkers 1518 Paul Ruber 2014 0 1
2. Eric Alferink 1735 Joost Jansen 1755 1 0
3. Thomas van Beekum 1747 Paul Mathot 1644 0 1
4. Henk Bierman 1421 Wim Hoffenaar 1517 0 1
5. Tim Nijman 1407 Pim Abbestee 1516 0 1

Het Spaarne sleept twee punten weg uit Zaandam Ronde 3: Z.S.C. Saende 2 - S.V. Het Spaarne 1 : 3½ - 4½

23 november 2014 (door Sander Schilthuizen)
Mijn voorbereiding op de derde externe wedstrijd tegen Z.S.C. Saende 2 was als volgt. Ik heb op de vrijdagavond diverse pogingen ondernomen een paar partijen na te spelen van de openingen die ik gebruik, maar elke keer kwam er een kindje aanlopen dat een partijtje tegen papa wilde spelen. Ze zijn vier en zes. Probeer daar maar eens tegenaan voor te bereiden! Op zaterdagmorgen waagde ik nog een laatste poging om mijn repertoire op te frissen. Maar de kinderen gaven geen krimp en toen zaten we opeens in Zaandam.

Het speelhonk van Z.S.C. Saende en Het Witte Paard is knus ingericht, knusser in ieder geval dan dat van ons in de Laan van Berlijn. Grote zwart-witfoto’s van Larsen en Fischer hingen aan de muur. En het was alsof ze wilden zeggen: doe je best nu eens om op ons niveau te komen, zo moeilijk is dat helemaal niet! Vooral de foto van Larsen, genomen vanachter een schaakbord met stukken – de klassieke pose voor een persfoto –, vond ik aantrekkelijk. Een jonge Karpov met zijn Aziatische hoofd hing trouwens achter een geluidsbox, een beetje slordig.

De wedstrijd was koud een uur oud toen de telefoon van mijn tegenstander (Dennis Rosegg) afging, op de 10e zet. Ik voelde me bezwaard: ik zocht en vond de arbiter van dienst die enigszins bits meldde dat ik altijd eerst hem moest inlichten. Dat was nu net wat ik aan het doen was. Afijn, het punt werd aan mij toegekend (en ik begreep later dat er geen keus was tussen doorspelen of niet). Zeer onbevredigend, vooral omdat het spel net op de wagen kwam. Het is toch wel een deceptie om plotseling geen partij meer om handen te hebben.

Maar niet getreurd. Het was twee uur ’s middags en ik had nu de kans om de wedstrijd op de voet te volgen. Spektakel zou volgen in het vijfde en zesde uur, maar dat wist ik toen nog niet.

Frans Arp op bord 3 verraste zijn tegenstander met een centrumopstoot (e4-e5) in het Spaans. Door een slordigheid moest de zwartspeler een dubbelpion toestaan op f6 en toen waren er zowaar serieuze aanvalskansen tegen de zwarte koning. Een kolfje naar Frans’ hand, maar de voortzetting die hij koos (g2-g4) kwam als een boemerang terug, vooral nadat hij het desastreuze g4xf5 speelde. Zijn loper op g5 kwam in een dodelijke penning terecht (vanwege een dame op g7 en een koning op g1) en spoedig daarna moest Frans de vlag strijken: 1-1.

Hoe stonden we er toen eigenlijk voor? Aad de Bruijn had op bord 1 een licht nadeel en moest op zijn tellen passen met een achtergebleven pion op d3. Later in de partij offerde hij zijn b-pion op b4 om zijn witte loper te activeren (Lc2-b3). Waar heb ik dat meer gezien? In de training van afgelopen woensdag. Leo Littel besloot na een half mislukte opening een pion op b5 te offeren, zoals in het Wolga-gambiet, om wat activiteit tegen de witte damevleugel te krijgen.

Maar vooral op de laagste helft van de borden verliep de strijd niet ongunstig. Fer Mesman had met zwart een damegambietachtige stelling waarin hij wit een geïsoleerde pion op d4 had bezorgd, geen onoverkomelijke zwakte, maar toch. Een zet of vijftien was gespeeld. Wel wat weinig tijd voor Fer (26 minuten), ofschoon hij zich er niet al te druk om maakte.

Paul Neering speelde voor het eerst sinds een jaar of dertig tegen Willem de Boer. Met zwart op bord acht. Hij kreeg een damepionopening voorgeschoteld. Na de ruil van enkele lichte stukken bleef hij zitten met een enigszins verruïneerde pionnenstructuur en met een dameloper die slecht dreigde te worden als de isolani op c6 niet opgeschoven kon worden naar c5. Dat kon, nadat de witspeler voor een slappe voortzetting koos (Da4-c2), met opening van de lange diagonaal (h1-a8) en de c-lijn tot gevolg. Paul nam geholpen door een ontwikkelingsvoorsprong het initiatief over. De ene sterke zet kwam na de andere, in een makkelijk speelbare stand. Er volgde een afwikkeling naar een gunstig toreneindspel. Paul maakte zich echter terecht zorgen om de witte pionnen op b4 en a4. Hoe die af te stoppen? De karrenvracht aan zwarte pionnen op de koningsvleugel moest ook naar voren (naar voren, naar voren!) en dat deden ze. De winst lag lange tijd voor het grijpen, met h4-h3, en nadat wit zijn laatste pion in de afruilaanbieding deed (d4-d5) kon zwart zelfs verschillende opties kiezen (bijvoorbeeld een koningswandel naar b7 om de witte vrijpion onschadelijk te maken, of een eindspel van 3 pionnen tegen een kale toren). Maar het lukte niet de nauwkeurigste zetten te vinden en toen was remise het resultaat.

Aad had de zwakte van zijn d-pion inmiddels opgelost en maakte toch nog redelijk soepel remise met een pion minder, maar Fer liet zijn dame insluiten en moest opgeven.

Het vijfde uur naderde. Loek Veenendaal speelde zeer geconcentreerd op bord 5. Met wit had hij een lichte plus die uiteindelijk resulteerde in een gunstig eindspel met een paard op d6 en een toren op c8. Loek verslapte echter even en liet toe dat zwart de octopus op d6 kon afruilen met Lh6-f8. Pion achter! Maar nog steeds in een comfortabele stand. Lh2-g3 vond ikzelf alleraardigst als consoliderende voortzetting: je moet je loper niet in een schuur laten staan! In lichte tijdnood overzag de zwartspeler het venijnige Le1-b4 waarna stukverlies onvermijdelijk was: 1-0.

Aldus was de tussenstand 3-3. Teruggekomen in de speelzaal, na een uitvoerige beschouwing over Pauls toreneindspel, leken onze kansen gekeerd. Een van spanning zinderend slotuur zou volgen.

Leo Littel moest een dubbel toreneindspel met een pion minder zien te houden (een witte vrijpion op de a-lijn). Zou dat gaan lukken? Rob de Haan had zijn riante stand van het begin van de middag ietwat vergooid. Door de stelling te openen hadden de ver teruggedrongen zwarte stukken plotseling ook lucht gekregen, o.a. met de dame-uitval Db8-f4, als ik me niet vergis. Rob keek inmiddels tegen een vervelende penning van Lg2 aan (door een toren op g8). Het enige wat erop zat was een afwikkeling naar een slechter staand dame-eindspel via Txf7+-g7, Tg8xg7, f6xg7, Kh8xg7). Daarin weerde Rob zich met verve, maar kon niet voorkomen dat de zwartspeler (Evert Blees) langzaamaan vorderingen maakte. De klok was echter niet in diens voordeel (dat half uur na de tijdscontrole was kennelijk al bijna verdampt): hij had telkens maar 1-1,5 minuut tot zijn beschikking. Rob zat wat ruimer in zijn tijd.

Zowel de tegenstander van Leo als Rob probeerde zich ervan te vergewissen hoe de stand op het andere bord was. Wat dan te zeggen of te doen? De Zaanse teamleider liet zich na enige aandrang ontglippen dat Evert Blees een pion voor stond en ik, op mijn beurt, maakte als teamgenoot een vaag wikkend gebaar naar Rob over het eindspel van Leo. Hoe dan ook, de toeloop om de twee borden was niet gering. Plots verzuimde Robs tegenstander een witte pion op a6 te ruimen, naar later bleek omdat hij ten onrechte in de veronderstelling was dat er mat in één dreigde. En toen ruimde Rob op zijn beurt de zwarte pion op a7. Als hij vervolgens uit de zwarte schaakjes kon lopen werd die jongen op a6 wel een hele lastig hardloper. Vooral niet Kf2-e3 na Dh2+, vanwege Dg1+ met damewinst. Rob plaatste zijn koning stoicijns niet op die diagonaal – natuurlijk niet! – en toen rolde het punt zowaar zijn kant op. Zuur voor de zwartspeler die zijn verlies nog redelijk onaangedaan opnam. Onverdiend? Op basis van het laatste deel van de partij wel, zeker.

Tot slot was er de partij tussen Frank Tijdeman en Leo Littel. Met nog een pionoffer, dat de witspeler niet accepteerde, verschafte Leo zijn torens activiteit op de open e-lijn. Onder druk van de klok leek de witspeler toch even niet zeker van zijn plan. Torenruil volgde. De a-pion stormde tenslotte naar voren, Leo offerde zijn toren op, maar had inmiddels zelf twee gevaarlijke vrijpionnen op de d- en f-lijn, en bovendien: de witte koning verkeerde nu in het achterveld. De witspeler verloor nog een tempo en toen was een afwikkeling naar een pionneneindspel met randpion onvermijdelijk. Remise!

De punten gingen derhalve mee naar Haarlem. Lastig om uit te maken of dat volledig onverdiend was, gelet op de winstkansen die bijvoorbeeld Paul niet verzilverde. Feit is wel dat het speeltempo een aanzienlijke invloed op het scoreverloop had. Uitvluggeren van de partij is soms niet te verhinderen en dan kan er van alles gebeuren. Zo zouden onze Zaanse tegenstanders er ook tegenaan kunnen kijken.

Gelet op de manier waarop er geschaakt wordt doen we het dit seizoen niet onverdienstelijk. Er is vechtlust, er is zelfbewustzijn, er is de sjoege dat de tegenpartij ook fouten kan maken. En er zijn trainingen die, en nu spreek ik voor mezelf, hun inspirerende vruchten dreigen af te werpen.

Wat een vreselijk woord trouwens: inspirerend!

Z.S.C. Saende 2 1957 S.V. Het Spaarne 1824
1. Ben van den Bergh 1895 Aad de Bruijn 1966 ½ ½
2. Frank Tijdeman 2011 Leo Littel 1871 ½ ½
3. Edwin Woudt 2087 Frans Arp 2002 1 0
4. Dennis Rosegg 1945 Sander Schilthuizen 1858 0 1
5. Joris Moes 2013 Loek Veenendaal 1745 0 1
6. Huib Middelhoven 1918 Fer Mesman 1715 1 0
7. Evert Blees 1868 Rob de Haan 1731 0 1

Donkere wolken overschaduwen Het Spaarne 2 Ronde 2: S.V. Het Spaarne 2 - De Uil 3 : 1½ - 4½

23 november 2014 (door Paul Neering)
Vorige week donderdag was de tweede externe wedstrijd tussen Het Spaarne en De Uil. Vol goede moed en met gezonde spanning traden wij De Uil 2 tegemoet. Qua rating zijn we torenhoog favoriet en ondanks waarschuwingen De Uil niet te onderschatten gebeurde het volgende.

Natuurlijk was het een gemis dat Arun boven China een tussenstop moest maken, waardoor deze moest worden vervangen door Robert Balm. Robert, met een hernieuwde rating van 1485, deed wat hij moest doen. Met een stuk meer in het eindspel won hij bijna zijn partij, maar zijn tegenstander Peter de Haas (1533) wist de dreigende problemen om de nul onder ogen te zien net te vermijden en ontsnapte met remise.

Op bord 5 speelde Pim Abbestee met wit tegen Peter Kaptein (1346). Pim, met 150 rating punten meer, speelde lange tijd met een volle pion meer maar wist uiteindelijk geen winst te behalen. Nogmaals een remise. Dus moest Wim Hoffenaar op bord 4 tegen Peter van Bakel (1514) als eerste een verschil in ons voordeel proberen te maken. Wim had een prima stelling, maar in tijdnood verzandde ook hier de florissante stelling in remise waardoor de tussenstand van 1.5-1.5 op het scorebord stond.

Het langsgaan van de borden liet zien dat het goed ging, met een overwinning aanstaande. Maar een tussenstand waarin het nog steeds gelijk stond. Om gek van te worden.

Op bord 3 belandde Paul Mathot in een Wolga gambiet. Het was niet de bedoeling van Paul om deze opening op het bord te krijgen en had dan ook de pech dat zijn tegenstander Sander van Delden (1514) vaker met de Wolga Bijl had gehakt. In eerste instantie had Paul een goede stelling, die inderdaad zijn tegenstander een “beentje probeerde te lichten”. Maar daarvoor moest echter doortastend worden opgetreden. Enige aarzeling van Paul zorgde ervoor dat hij niet de pion terug won maar één extra moest geven. Professioneel maakte zijn tegenstander het af, met een voorsprong van 1.5-2.5 voor De Uil als gevolg.

Ondanks dat de eerste twee borden goed tot zeer goed hebben gestaan, ging zowel de partij van Joost Jansen tegen Rob Warmerdam (1697) op bord 2 als de partij van Paul Ruber op bord 1 tegen Marcel Bolhuis (1670) verloren. Waardoor de donkere wolken zich samen trokken, met als einduitslag 1.5-4.5.

Natuurlijk zijn er weer volop kansen tegen de Jopen te Zandvoort op vrijdag 28 november. Maar om deze te pakken zal ik als team captain ervoor moeten zorgen dat alle koppen weer fris en helder zijn.

S.V. Het Spaarne 2 1655 De Uil 3 1546
1. Paul Ruber 2014 Marcel Bolhuis 1670 0 1
2. Joost Jansen 1755 Rob Warmerdam 1697 0 1
3. Paul Mathot 1644 Sander van Delden 1518 0 1
4. Wim Hoffenaar 1517 Peter van Bakel 1514 ½ ½
5. Pim Abbestee 1516 Peter Kaptein 1346 ½ ½
6. Robert Balm 1485 Peter de Haas 1533 ½ ½

Het Spaarne 3 is weer terug in de derde klasse. En hoe!?!? Ronde 2: De Uil 4 - S.V. Het Spaarne 3 : 1 - 5 :: Ronde 1: S.V. Het Spaarne 3 - KC 7 : 3½ - 2½

11 november 2014 (door Bert Bergshoeff)
Twee jaar achtereen werden we achtste en laatste in onze derde klasse-poule en wonnen we geen wedstrijd. De eerste keer was er een uitbreiding van de derde klasse, waardoor er geen degradatie volgde. Vorig seizoen gingen we nogmaals voor de bijl en moesten we de teruggang naar de vierde klasse dan toch aanvaarden. Maar deze zomer bleek er nog een plekje over te zijn en daarom mogen we, als beste nummer acht, dit jaar weer in de zestallen-klasse spelen. Na twee wedstrijden hebben we vier matchpunten!

De eerste wedstrijd, twee weken geleden thuis tegen Kennemer Combinatie 7, leverde zeer verrassend de eerste overwinning in tweeënhalf jaar op: 3,5-2,5. Frank Otten kwam al snel een stuk voor tegen Albert-Jan Pots, wat na enige tijd lang het eerste punt opleverde. Robert Balm wist remise overeen te komen met Ad Gorissen. nadat Ad een stuk had geofferd in een veelbelovende aanval op Roberts koning. Peter van Harn bood al in een heel vroeg stadium remise aan tegen Henk Roosink, maar die was gekomen om te schaken en speelde dus door. Dat deed Peter toen ook maar en op z’n best, want hij won vervolgens mooi: 2,5-0,5 voor ons! Zelf verloor ik steeds meer terrein tegen Keimpe Knijft en moest opgeven. Gerda Schiermeier had tegen Frank Sala weliswaar drie pionnen minder, maar haar stukken stonden veel beter, dat gaf nog hoop op een halfje. John Post speelde tegen Jelle Koeman de spannendste partij van de avond en werd de held door het beslissende punt binnen te brengen. Dat Gerda het daarna toch niet redde was niet zo erg, de overwinning was al een feit.

Elf dagen later, afgelopen maandag, volgde de tweede wedstrijd, in Hillegom tegen De Uil 4. We waren optimistisch gestemd, maar dat het zo goed af zou lopen hadden we niet verwacht: 5-1! Het team van De Uil was een gelijkwaardige tegenstander, maar het viel deze wedstrijd allemaal onze kant op. Robert brak de ban door tegen Jacob van Aalst het maximale te halen uit een stelling die menig ander als potremise zou hebben aangemerkt: 1-0. Het volgende punt kwam van Gerda, die een stuk veroverde en daarna korte metten maakte met Jan Plomp. Peter was alweer geweldig in vorm en overklaste de toch niet onaardige schaker Gerard Draaisma: 3-0. In mijn partij tegen Anton Warmerdam speelde ik lange tijd met twee pionnen meer, maar het resterende toreneindspel bleek toch niet meer dan remise op te leveren. John deed nog een duit in het zakje door Kick van Rooyen te verslaan en Frank besloot tenslotte, om tijdnood te voorkomen, tegen Piet Muller tot remise.

De volgende klus wacht 11 december thuis tegen Aalsmeer 4. Toch maar eens in de gaten blijven houden, dat Het Spaarne 3. Er kunnen nog mooie dingen van komen, in de derde klasse!

S.V. Het Spaarne 3 1401 Kennemer Combinatie 7 1507
1. Bert Bergshoeff 1372 Keimpe Knijft 1719 0 1
2. Robert Balm 1485 Ad Gorissen 1616 ½ ½
3. Frank Otten 1560 Albert-Jan Pots 1450 1 0
4. Gerda Schiermeier 1367 Frank Sala 1446 0 1
5. Peter van Harn 1344 Henk Roosink 1416 1 0
6. John Post 1282 Jelle Koeman 1394 1 0
De Uil 4 1481 S.V. Het Spaarne 3 1401 1 5
1. Piet Muller 1548 Frank Otten 1560 ½ ½
2. Jacob van Aalst 1555 Robert Balm 1485 0 1
3. Anton Warmerdam 1504 Bert Bergshoeff 1372 ½ ½
4. Jan Plomp 1446 Gerda Schiermeier 1367 0 1
5. Kick van Rooyen 1436 John Post 1282 0 1
6. Gerard Draaisma 1398 Peter van Harn 1344 0 1